Ah, de lente en zomer. De tijd van bloeiende bloemen, zwoele avonden en… niesbuien. Voor velen betekent het mooie weer ook de start van het allergieseizoen. Pollen, die kleine boosdoeners, kunnen je tuinplezier behoorlijk verpesten. Geen paniek! Er zijn genoeg manieren om je tuin zo allergievrij mogelijk te maken. Bij deze een aantal praktische tips om te zorgen dat je zonder zakdoek kunt genieten van je buitenruimte.
Tip 1: Kies voor de juiste planten
Niet alle planten zijn even vriendelijk voor mensen met pollenallergieën. Kies voor planten die weinig pollen produceren of windbestuiving vermijden. Denk aan planten zoals azalea’s, camelia’s en hosta’s. Ze zien er niet alleen prachtig uit, maar veroorzaken ook minder allergische reacties. Vermijd echter bloeiende bomen zoals berken, elzen en eiken. Deze bomen zijn ware pollenmachines.
Tip 2: Grasvrij is de oplossing tegen pollen
Grasvelden zijn een groot probleem voor mensen met hooikoorts. Overweeg alternatieven zoals bodembedekkers of kunstgras. Bodembedekkers zoals kruiptijm en sedum zijn niet alleen onderhoudsarm, maar produceren ook nauwelijks pollen. Kunstgras is een ander praktisch alternatief, hoewel het misschien niet de natuurlijke uitstraling van echt gras heeft, is het wel een zegen voor je neus.
Tip 3: Zorg voor een schone en nette tuin
Regelmatig onderhoud is cruciaal om pollen te verminderen. Dit betekent volop maaien, snoeien en wieden. Het klinkt misschien als een hoop werk, maar door je tuin netjes te houden verminder je de hoeveelheid pollen in de lucht aanzienlijk. Maai je gras kort en verwijder onkruid voordat het de kans krijgt om te bloeien. Vergeet ook niet om dode bladeren en plantenresten op te ruime. Deze bevatten soms schimmels die allergieën verergeren en dat wil je liever niet.
Tip 4: Zet planten in potten
Een andere slimme truc is om planten in potten te zetten. Dit geeft je meer controle over waar je ze plaatst en hoe je ze onderhoudt. Potplanten zijn bovendien eenvoudig te verplaatsen naar plekken waar de wind ze niet meteen door je hele tuin verspreidt. Bovendien kun je ze makkelijk vervangen als blijkt dat een bepaalde plant toch te veel allergieproblemen veroorzaakt.
Tip 5: Zorg voor voldoende water
Besproei jouw tuin regelmatig om minder last te hebben van pollen. Het helpt echt! Water bindt de pollen namelijk aan de grond. Daardoor krijgen ze niet de kans krijgen om in de lucht te komen. Dit betekent trouwens niet dat de tuin een waterparadijs moet worden. Toch ervaren mensen met een pollenallergie minder last bij regelmatig sproeien.
Tip 6: Plaats windschermen op een strategische plek
Pollen reizen vaak met de wind mee. Door strategisch geplaatste hagen, hekken of zelfs een rij hoge planten kun je een barrière creëren die de pollen tegenhoudt. Kies voor groenblijvende planten die het hele jaar door bladeren hebben, zodat je altijd beschermd bent.
Tip 7: Kies voor overdekte buitenruimtes
Op sommige dagen is de hoeveelheid pollen in de buitenlucht erg hoog. Vervelend! Ondanks een eventuele allergie is het bij mooi weer toch verleidelijk om de tuin in te gaan. Dat kan ook wel, maar doe dat bij voorkeur in een overdekte buitenruimte. Onder een veranda of een pergola met dak is het vaak prima vertoeven. Daardoor geniet je toch van de frisse buitenlucht, zonder last te hebben van pollen. Dat scheelt weer!
Tip 8: Goede timing is de sleutel tot succes
Tot slot is timing belangrijk. Pollen zijn vaak het hoogst in de vroege ochtend en laat in de middag. Plan je tuinklusjes daarom in de late ochtend of vroeg in de avond. En vergeet niet de pollenvoorspellingen te checken; er zijn tegenwoordig genoeg apps die je precies kunnen vertellen wanneer het veilig is om naar buiten te gaan.