Platanus, plataan

0
1144

Hoewel platanen menige achtertuin langs de Amsterdamse grachtengordel sieren, is het niet bepaald een boom, waar je het eerst aan zult denken om in je stadstuintje te zetten. Verrassend zijn de linten met platanen die de oevers van de Seine en vele boulevards in Parijs sieren. Imponerend zijn de platanen op menig stadsplein in Itali&euml, waar ze keuvelende oude mannen beschutting geven tegen de verzengende zon. In ons klimaat is het gebruik van de plataan beperkt tot straten en pleinen, maar een heel enkele keer komt iemand op het idee er een lommerrijk ‘dak’ of een leivorm van te maken.

Met een beetje moeite schep je met dakplatanen een lommerrijke schaduwplek

Wie een plataan koopt, moet terdege weten hoe de boom uitgroeit. Met een plataan kun je veel kanten op: laten uitgroeien met een kroon op stam, een dak ermee vormen of een plat scherm ervan maken. Voor de laatste twee toepassingen is vormsnoei onontbeerlijk. Een plataan groeit van nature met een sterke harttak en korte zijscheuten daaraan. Vormen ontstaan niet zo maar. Een jonge boom moet worden geleid in de vorm die wordt gewenst. Platanen groeien goed op klei-, leem- en zandgrond en is een liefhebber van kalk in de grond.

Een dakplataan leiden

Voor de vorming van een dakplataan moeten zijscheuten van de kroon aangebonden worden aan draden, die vanuit het hart van de boom stervormig naar buiten zijn gespannen. Dit vereist in het jonge stadium van de boom een paal direct naast de stam en vier palen daarbuiten, waartussen gegalvaniseerd ijzerdraad is gespannen. De afstand tussen het hart van de boom en de buiten geplaatste palen moet twee meter vijftig tot drie meter bedragen.
Twee spandraden worden diagonaal gespannen tussen de buitenste palen en twee draden worden aangebonden op de draden tussen twee palen. Op deze manier is er de beschikking over acht draden, waaraan scheuten (liggers) kunnen worden aangebonden. In plaats van spandraden kan ook vierkant latwerk worden aangebracht. Draden hebben het voordeel dat ze slank zijn en nauwelijks opvallen. Nadat de scheuten op de liggers hun lengte hebben bereikt, ze dik genoeg zijn en voldoende stijfheid hebben om de vorm zonder spandraden te houden, kan de stellage worden verwijderd. Hierna is en blijft jaarlijks vormsnoei nodig.

Een leiplataan leiden

Om een leiplataan of een scherm te vormen worden platanen op een onderlinge afstand van vijf tot zes meter geplant. Op de helft van de afstand tussen twee bomen worden palen geplaatst: bij een scherm van twee bomen drie palen, met drie bomen vier palen etc. Tussen en aan de palen worden op een onderlinge afstand van vijftig centimeter horizontaal gespannen draden (of een latwerk) aangebracht. Een vaste afstand tussen de draden zorgt voor een regelmatige opbouw van leivorm of scherm. Afwijkingen daarin zullen een minder fraai beeld opleveren. Scheuten die zich daarvoor lenen, worden op de horizontale draden aangebonden. Alle scheuten die niet kunnen worden aangebonden, worden radicaal van de harttak afgesnoeid. Van scheuten die horizontaal moeten groeien, wordt het uiteinde van de scheut met eenderde van de lengte ingekort. Snoei altijd op een naar buiten gericht oog. Hierna is en blijft jaarlijks vormsnoei nodig.

 
Een plataan met kroon op stam wordt
zeker dertig meter hoog
Een plataan heeft een
bolvormige bloeiwijze
 
Plataan herken je direct aan de bast Platanus orientalis heeft diep ingesneden blad

Plataan snoeien

Kroon op stam – Een plataan met een kroon op stam heeft alleen in de jeugdfase snoei nodig om een goede harttak te vormen. De kroon van een dergelijke boom moet zich op een hoogte van drie meter kunnen gaan vormen. Alle scheuten vanuit de stam die lager groeien dan drie meter, worden systematisch in de herfst tot het einde van de winter weggesnoeid. Staat de boom in een gazon of moet er geen verkeer onderdoor, dan kunnen scheuten vanaf één meter twintig boven de grond de kroon inluiden. Hierna is in principe geen snoei meer nodig.
Kroonreductie – De kroon van een plataan die te veel schaduw geeft of te groot is geworden, kan worden gesnoeid door takken uit de kroon te lichten. Dit is vakwerk en kan daarom beter worden overgelaten aan een hovenier. Enkele zijtakken worden in dit geval direct bij de stam afgezaagd. Er komt meer licht in de boom, de kroon wordt transparant. Alle zijscheuten kunnen iets worden ingekort, behoud van de kroonvorm staat in alle gevallen voorop.
Knotten of kandelaren – Drastisch inkorten van de zijscheuten met bijvoorbeeld tweederde van de lengte wordt knotten of kandelaren genoemd. In de straten van Parijs worden platanen elke drie jaar teruggezet of geknot. Op deze wijze blijft de kroon van een plataan binnen de perken.
Verjongingssnoei – Dit is alleen nodig als oude zijtakken gevaar gaan opleveren: als takbreuk dreigt of rotte plekken in de zijtakken zijn ontstaan en takbreuk voorspelbaar is. Verjongingssnoei uitvoeren is gelijk aan knotten met dien verstande dat het knotten/kandelaren niet periodiek plaatsheeft.
Vormsnoei – Dak- en leiplataan moeten ieder jaar worden gesnoeid om de hoofdvorm erin te (be)houden. Bij een dakplataan worden alle verticaal gegroeide scheuten op de liggers weggesnoeid. De topeinden van de liggers worden teruggeknipt tot de gewenste uiterste lengte (op een buitenoog). Of worden als ze het uiteinde nog niet hebben bereikt met eenderde van de laatst gegroeide scheutlengte ingekort. Los zittende of jonge scheuten op de liggers (opnieuw) aanbinden.
Bij een leiplataan worden jonge scheuteinden van de liggers met eenderde van hun lengte ingekort. Is de uiterste lengte bereikt, behandel de ligger dan als een verticaal gegroeide scheut op een ligger. Die worden ieder jaar teruggezet op twee ogen gerekend vanaf de ligger. Alle overige, haaks op de ligger groeiende scheuten worden radicaal verwijderd.

Soorten

De plataan behoort tot de familie van de plataanachtigen (Platanaceae). Twee soorten zijn van belang:
Platanus acerifolia, met langgesteelde handvormige bladeren tot dertig centimeter groot. Groeit snel en is geschikt om op te leiden als dak- en leiplataan. Vrij groeiend wordt een hoogte van dertig meter bereikt bij een kroonomvang van twintig tot vijfentwintig meter. Heeft een karakteristieke geelgroen afschilferende stam.
Platanus acerifolia ‘Tremonia’, vormt een mooie rechte stam met piramidale kroon. Vrijwel gelijk aan voorgaande.
Platanus orientalis, met diep ingesneden en gelobd lichtgroen blad. Jonge bomen moeten beslist beschut staan en op een warme plaats worden geplant. Heeft ‘zuidelijk bloed’, daardoor in jeugdfase licht vorstgevoelig. Beslist mooi als solitair groeiende boom.
Platanus orientalis ‘Digitata’, met zeer diep ingesneden blad. Tot twintig meter hoog groeiend. Goed als solitair.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in