Bodem, water en lucht voeden de plant

0
988
planten groeien

Niet de plant wordt bemest, maar de bodem. Zonder bodem geen planten. Dit gaat niet zonder meer op. Planten kunnen groeien zonder. Kunstmatig ‘substraat’ wordt aangewend en mits de juiste voedingsstoffen in de juiste doseringen worden

Planten groeien in de bodem

gegeven, groeien planten uitstekend. ‘Hydrocultuur’ wordt deze methode wel genoemd. Het is een manier om veel van dezelfde planten te laten groeien die ook dezelfde eisen stellen aan hun voedingsstoffen. Een tamelijk simpele manier om consumptiegewassen en potcultures op grote schaal op te kweken.
Is voor plantengroei de bodem niet zo essentieel, dan is toch wel duisternis in het substraat belangrijk? Plantenwortels groeien in het donker. Of niet? Een stek van een wilg of een Vlijtig Liesje groeit toch in water in een glazen pot van helder glas? Waardoor groeit een plant eigenlijk? Is de bodem waarin de plant groeit wel zo belangrijk? Is duisternis wel een absolute voorwaarde?

De groei en de toeneming van het volume van een plant heeft meer te maken met lucht. Planten assimileren en nemen in dat proces vooral koolzuur (CO2) uit de lucht op. Met behulp van water en (zon)licht worden koolhydraten (suikers en zetmeel) gevormd en komt zuurstof vrij. Een heel klein deel van de – opgeloste – voedingsstoffen (voedingszouten) worden uit de grond opgenomen. Met behulp van de voedingszouten en de koolhydraten is de plant in staat eiwitten te maken. Via de wortels worden echter ook groeistoffen door de plant opgenomen.

Stikstof- (N), fosfor- (P), calcium- (Ca), magnesium- (Mg) en ijzerionen (Fe) zijn essentiële hoofdelementen om planten te laten groeien. Daarbij zijn koolzuur (C) en zuurstof (O) als verbinding (CO2) uit de lucht en water (H) en zuurstof (O) als verbinding (H2O) uit de bodem onontbeerlijk. Kleine hoeveelheden micro-elementen of zogenaamde sporenelementen vervullen een heel belangrijke rol in de groeikracht en o.a. de celdeling van de plant. Noodzakelijk in de bodem zijn sporenelementen als borium (B), koper (Cu), zink (Zn), mangaan (Mn) en molybdeen (Mo).

Alle voedingsstoffen kunnen via de wortels van een plant alleen in opgeloste vorm worden opgenomen. De wortelopperhuid is goed doorlatend voor water. Het bodemvocht met daarin opgeloste voedingszouten kan goed via de wortels door de plant worden opgenomen via het proces van diffussie. De voedingsstoffen worden door de cellagen van de plant (protoplasma) naar de afzonderlijke cellen vervoerd. Daarvoor is veel energie nodig. Die energie wordt geleverd door de ‘ademhaling’ van de plant. De zuurstof uit de bodemlucht wordt ingezet om in de plant aanwezige koolhydraten te verbranden. Hierbij komen vastgelegde zonne-energie, in de vorm van koolzuur, water en energie vrij. Het transport van voedingsstoffen in de plant wordt op gang gehouden door een opwaartse waterstroom. Die waterbeweging wordt weer op gang gehouden door verdamping. Uit deze constante vochtstroom worden voedingszouten door de plantencellen opgenomen en samen met de bij de assimilatie gevormde koolhydraten worden hieruit de organische verbindingen gemaakt die nodig zijn voor de groei van de plant.

Harmonische voeding

Veel factoren hebben invloed op de opneming van voedingsionen door de plant en op de groei. Sommige factoren bevorderen de groei, andere werken tegen. Pas wanneer de verschillende groeifactoren in de goede verhouding tot elkaar staan, zal de plant zich optimaal kunnen ontwikkelen. Een teveel van de ene groeifactor of juist een tekort ervan zorgt ervoor dat de plant disfunctioneert, er ziekelijk uitziet of zelfs afsterft. Er moet dus een zeker minimum en maximum van een van de afzonderlijke factoren aanwezig zijn. Een tekort of een teveel aan mangaan bijvoorbeeld veroorzaakt het geel worden van blad (chlorose).
In ons klimaat is het over het algemeen dik in orde met de vochthuishouding en voedingsstoffen; de hoeveelheid zonne-energie lijkt in het minimum te verkeren. Een juiste dosering van voedingsstoffen heeft relatie met de hoeveelheid licht. Een bemesting met voedingsstoffen in de winter heeft daardoor een minder gunstig effect dan in de zomer.
Bij een voldoende hoge temperatuur verloopt het transport van voedingsstoffen door de plant – en ook de ademhaling – veel sneller dan bij een lage temperatuur. Uit de schematische beschrijving blijkt, dat het niet voldoende is dat er genoeg voedingsstoffen aanwezig zijn. Zonder meer zijn nodig: een goed vertakt wortelgestel, voldoende zuurstof in de bodemlucht, een voldoende hoge temperatuur, voldoende vocht en een goede structuur van de grond.

Vooral wortelharen nemen de voedingsionen op. De wortelharen kunnen in de kleinste poriën van de grond doordringen. In een dichtgeslagen grond of grond van slechte

De opneming van voedingsstoffen door de plantenwortel

structuur verloopt de voedselopneming minder goed. Planten doen, net zoals mensen wel eens doen, aan luxeconsumptie; er worden dan meer voedingsstoffen opgenomen dan voor de eigenlijke groei nodig is. De overmaat aan voedingsionen kan door de plant worden teruggevoerd via zeefvaten naar de wortels. Hierdoor ontstaat een hogere concentratie van ionen in de wortels, waardoor de verdere toevoer van dezelfde ionen vanuit het bodemvocht wordt geremd. Planten verbruiken voor hun groei voedingsstoffen uit de bodem. Uiteindelijk kan er een tekort ontstaan van bepaalde voedingsstoffen. Dit kan worden aangevuld door meststoffen te geven. De grond is niet zonder meer een doorgeefluik van die voedingsstoffen. Soms bereikt een voedingsstof een plant helemaal niet. Uitspoelen van of zich binden aan een ander chemisch element kan zo’n reden zijn. De voorraad voedingsstoffen in de grond en de processen die zich daarin afspelen, als een voedingsstof wordt toegediend, spelen een belangrijke rol.

Axioma: Niet de plant wordt bemest, maar de bodem.

 

Alle grondzaken:

I. Bodem, water en lucht voeden de plant
II. Bodem is grond
III. Bemesten met kunstmest
IV. Bemesten met organische mest

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in