Lampenpoetser: ‘een levende borstel’

0
436

Zodra ik een lampenpoetser in het vizier krijg, heb ik een associatie met kolibries. Of ze deze plant bezoeken voor honing, weet ik helemaal niet. De gekleurde meeldraden zullen er wel debet aan zijn: de snelheid waarmee een kolibrie met z’n vleugels beweegt, laat een reeks van fijne draden op je netvlies achter. Heb je deze plant eenmaal gezien of in bezit, dan laat het beeld van de tere bloemen je niet meer los.

De bloemen van de lampenpoetser hebben fel gekleurde meeldraden

Uit Australië

Lampenpoetser (Callistemon citrinus) is niet echt een nieuwe plant, je ziet ze wel steeds meer bij bloemist en tuincentrum. Het is een plant voor het balkon of om in een flinke bloempot buiten te zetten. Lampenpoetser stelt geen bijzondere eisen: gewone potgrond en een lichte, koele plaats voor het raam of buiten. De bloemknoppen moeten regelmatig worden verneveld.
Callistemon citrinus is inheems in het oosten van Australië en wordt daar 1 – 3 m hoog. De natuurlijke standplaats is een vochtig milieu. De naam Callistemon is afgeleid van het Griekse woord kallos, dat schoonheid betekent, stemon betekent meeldraad. Het verklaart de naam volledig: lampenpoetser heeft mooie, fel gekleurde meeldraden. De tweede naam citrinus slaat op de geur die het blad krijgt na kneuzing ervan: een citroengeur.Naast de rood of paarsrood bloeiende lampenpoetser bestaat er ook een gele variant. Deze soort, Callistemon sieberi ‘Widdicombe Gem.’, is een tuinselectie.

Lampenpoetser bestaat er ook met een gele bloem. Die zie je niet vaak

En veel meer winterhard dan C. citrinus. De soort komt ook uit Australië en groeit aan de voet van bergen in het zuidoosten. De plant wordt uiteindelijk minder hoog (maximaal 1 m) dan C. citrinus. Deze soort is nauwelijks te koop.

Verzorging

Callistemon is groenblijvend. De bloei begint eind april en gaat door tot in augustus. Het blad varieert in vorm: er zijn er die naaldvormig of meer lancetvormig blad hebben. De scheuten buigen altijd sierlijk over vanaf de stam.
Van jonge planten worden de scheuten met eenderde van hun lengte ingekort om een bossige en vertakte groeiwijze te krijgen. Aan oudere planten hoeft nauwelijks te worden gesnoeid. Loopt de bloei terug, dan is het nodig om jong hout te krijgen. Terugsnoeien op jonge scheuten is dan de remedie. Snoei wel op scheuten of ogen die naar buiten gericht zijn. Het beste om jong hout in de plant te houden is om ieder jaar wat oud hout te vervangen door jonger. Beslist niet in één keer alles proberen te vervangen: de plant gaat dan dood. Er wordt direct na de bloei gesnoeid.

Andere cultuurvariëteiten van lampenpoetser zijn Callistemon ‘Harkness’ en Callistemon ‘Mauve Mist’.
Andere soorten: Callistemon phoeniceus, Callistemon rigidus en Callistemon viminalis.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here