Chimonanthus

0
444

Chimonanthus is een van de vroege voorjaarsbloeiers. De bleekgele bloemen verspreiden een plezierige geur. De Engelsen voerden de struik in 1766 in uit China. De struik verwierf daar al snel de bijnaam ‘winter sweet’.

De wasachtige bloemen hangen de hele winter aan kale takken

Chimonanthus praecox is inheems in China. Hij groeit in het gebergte van Sichuan en Hubei tot op een hoogte van 3.000 meter. De bloemen van Chimonanthus lijken op die van de specerijstruik of het meloenboompje (Calycanthus). Aanvankelijk werd de struik daarom ook wel ‘vroege carolinapiment’ genoemd.

Chimonanthus, in het Nederlands ook wel eens bitterzoet genoemd, behoort tot de specerijstruikachtigen (Calycanthaceae). Ondanks de heerlijke geur en leuke bloemen zie je de struik niet zo vaak in volwassen toestand. Waarschijnlijk komt dit, omdat je veel geduld moet hebben om de struik te zien bloeien. 5 tot 6 jaar na aanplanten komen de eerste spaarzame bloemen. Het is een langzaam groeiende struik. Op bijna alle gronden kan Chimonanthus worden geplant. Een beschutte plaats tegen een muur bevordert de ontwikkeling van de bloemen. Na een koele zomer bloeit de struik bescheidener dan na een warme zomer.

De klokvormige bloemen zijn
2 tot 3 centimeter groot

Door ons klimaat met onregelmatige zomertemperaturen gedraagt Chimonathus zich daarnaar: wisselvalligheid in bloeiomvang. De hoofdbloei is vanaf begin januari tot eind maart.
De bloemen zijn contrastrijk; de buitenste bloembladen zijn helder- tot bleekgeel en geven de indruk alsof ze met was zijn bespoten. De kern van de bloem is bruinrood. Zeker als de zon erop schijnt, verspreiden ze ook nog eens een heerlijke geur.

De bladeren voelen ruw aan en zijn eirond tot lancetvormig. Ze staan tegenover elkaar langs de steel en zijn eigenlijk weinig opvallend. Dat geldt voor de gehele struik, die buiten de bloeitijd om geen andere bijzonderheden kent. De donkergroene bladeren verkleuren in de herfst naar felgeel. In de winter en tijdens de bloei is de struik bladloos.

Chimonanthus wordt na vele jaren ongeveer 3 meter hoog en breed en is ook redelijk winterhard: temperaturen tot -10 °C worden moeiteloos getrotseerd.
Van Chimonanthus praecox zijn enkele cultivars te koop: ‘Lutea’, waarvan de binnenste bloembladen geel zijn, en ‘Grandiflora’. Die heeft, zoals de naam al aangeeft, grotere bloemen, die ook nog eens een beetje roodgeaderd zijn.

Snoeien

Chimonanthus moet zo min mogelijk worden gesnoeid. Als er al gesnoeid moet worden, moet dit direct na de bloei gebeuren. Snoeien benadeelt de bloei. Het kan heel lang duren, voordat de struik weer gaat bloeien. Snoeien om meer licht in de struik te brengen of om de struik te verjongen kan weleens nodig zijn. Daartoe worden enkele ‘in de weg zittende’ takken volledig bij de spil weggesnoeid. Oud hout wordt met ten hoogste 15 tot 20 centimeter ingekort. De struik ziet er beduidend beter door uit.

Vermeerderen kan vlak na de oogst door in potten in een koude bak te zaaien. De jonge plantjes moeten wel op een beschutte plaats goed worden beschermd tegen de kou. Afleggen of kruidachtige stekken nemen in de zomer is ook goed mogelijk.

In de koudste periode van het jaar is het de tijd om te genieten van bijzondere winter- en voorjaarsbloeiers, zoals Chimonanthus en Stachyurus, maar ook de bekendere Hamamelis laat zijn bloemen overal volop zien. In arboreta als Arboretum Kalmthout (vlakbij Antwerpen), maar ook in Arboretum Trompenburg in Rotterdam kunt u verscheidene van deze bijzondere winterbloeiers aantreffen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in