Ephedra is een bijzondere struik. In de eerste plaats is het een naaktzadige (Gymnospermae) en vervolgens is het de enige vertegenwoordiger van de familie Ephedraceae. Dat is zorgelijk, omdat het geslacht geen verwantschap heeft met andere geslachten of plantensoorten, wat een evolutionaire ontwikkeling in de weg staat. Ephedra is een bijzonderheid en wordt maar zelden te koop aangeboden.
 |
| Ephedra major subspecies procera |
|---|
Ephedra komt voor op het Amerikaanse continent, in zuidelijk Europa, het noorden van Afrika en in Klein-Azië. Het geslacht is daardoor weinig winterhard in ons klimaat, met uitzondering van enkele gekweekte soorten, maar dan nog is het oppassen in strenge winters. Ephedra groeit vooral goed op droge plaatsen in bijna puur zand en in steenslag. Volle zon is onontbeerlijk.
Ephedra heeft vrijwel bladerloze, biesachtig opgerichte stengels. Alleen na regenval verschijnen schubachtige bladen, die er maar een korte periode aan blijven. De aanwezigheid van bladen zou alleen maar het verdampingsoppervlak doen toenemen.
In perioden van droogte zou dit de ondergang van de struik betekenen. De matgroene stengels zijn licht getordeerd en breken in tijden van droogte gemakkelijk af op de geleding van de stengel.
Ephedra bloeit in mei – juni met mannelijke en vrouwelijke bloemen, die apart van elkaar staan. Het zijn bloemachtige kegels (strobili), die na bestuiving door feloranje, rode of soms gele bessen worden gevolgd. Uit Ephedra wordt ephredine gewonnen. Het alkaloïd wordt verwerkt in geneesmiddelen tegen astma en allergie.
Tuinsoorten
Ephedra gerardiana komt van oorsprong uit het Himalayagebergte in China. Het struikje wordt bij ons niet hoger dan twintig tot dertig centimeter, maar kan wel heel breed worden – tot drie meter toe. De winterhardheid is matig. Beschermen in de winter door inpakken is gewenst.
Ephedra major heeft een groot verspreidingsgebied: vanaf het Middellandse-Zeegebied tot aan de Himalaya. De struik kan tot twee meter hoog worden. Aan de struik kunnen in gunstige omstandigheden rode of gele bessen groeien. Ook deze soort moet in de winter worden beschermd tegen vorst.
Snoeien
Snoei bij Ephedra alleen de door vorst beschadigde of bevroren stengels weg.
