"Lathyrus magno et peramaeno flore odore," Lathyrus met grote bekoorlijke, welriekende bloemen. Zo beschreef Caspar Commelin in zijn Horti Medici Amstelodamensis de voor het eerst in Nederland gezaaide pronkerwt. Lathyrus is voor het eerst gevonden op Sicilië door pater Franciscus Cupani. In de botanische tuin van de vorst van Catolica in Misilmeri werden de eerste planten gezaaid.
De pater beschreef als eerste de Lathyrus in zijn boek Hortus Catholicus in 1696. De naam Lathyrus is afgeleid van het Griekse woord lathuros dat zoiets als peulgewas betekent. Een andere ‘betekenis’ is (La =) erg veel (thoures =) stimulerend middel. De grootste kwaliteit van Lathyrus is zonder meer zijn rijke bloei met de vele bloemkleuren, maar bovenal de heerlijke, haast bedwelmende zoetige geur, die de bloem verspreidt.
Voor de tuin komt vooral Lathyrus odoratus in aanmerking. Er bestaan wel lathyrusplanten als vaste plant, zoals Lathyrus latifolius, die ook zeer rijk bloeit, maar vooral niet geurt èn een wel geurende soort Lathyrus nervosus. De laatste is echter onvoldoende winterhard in Nederland. Van de soort odoratus zijn het Spencer-type, het praecox-type en de kruising Spencer-praecox-type van belang.
Zaaien, opkweken en oogsten van bloemen
Lathyrus of pronkerwt is een plant uit de familie van de Leguminosae. Van Lathyrus bestaan zeer veel rassen, zo’n honderdzeventig stuks. De belangrijkste kleuren zijn wit, rood, rose, crème, crème-geel, oranje en alle denkbare mengkleuren van deze hoofdkleuren.
Lathyrus laat zich in de tuin heel gemakkelijk zaaien. Goede en diep losgemaakte met oude stalmest vermengde grond en een vooral zonnige standplaats zijn de belangrijkste eisen die de plant stelt om tot volle wasdom en bloei te komen. Lathyrus is diep wortelend, dus maak de grond 2 à 3 steken diep los.
Dieven
De plant is zelfhechtend en moet dus kunnen klimmen. Een stellage van kippengaas of een chrysanthennet, een haag of een aantal verticaal gespannen draden neemt de plant voor lief.
Voordat de zaden aan de grond worden toevertrouwd, worden ze eerst één nacht in water voorgeweekt. De zaden worden in de volle grond vanaf april tot einde mei op een afstand van 10 – 15 centimeter van elkaar uitgelegd. Afdekken met een laagje grond van zo’n 10 centimeter. Wanneer de plantjes uitgelopen zijn en een hoogte hebben van 8 – 10 cm, moet de top eruit genomen worden. Er groeien dan grondscheuten uit. Laat deze doorgroeien en neem regelmatig zijscheuten, die in de oksel van de blaadjes uitgroeien, weg. Dit dieven gebeurt op dezelfde manier als bij de teelt van tomaten.
Bij een hoogte vanaf 50 centimeter worden de zijscheuten niet meer weggenomen. De plant zal nu meer en meer bloemen gaan ontwikkelen. De bloei duurt tot het invallen van de eerste (nacht)vorst. Mest regelmatig bij met wat oude stalmest of gedroogde koemest.
Zorg er absoluut voor dat gedurende de bloeiperiode alle bloemen worden uitgebroken of weggeknipt. Wanneer de plant de kans krijgt om peulen te vormen, houdt de bloei op. De peulen waarin de zaden zitten, worden in ons klimaat niet rijp. Het zaad komt voornamelijk uit Californië of Engeland.
De geplukte bloemen kunnen uiteraard op vaas worden gezet. Neem altijd een brandschone vaas. Een bodempje (3 cm) water is genoeg. Voeg snijbloemenvoedsel aan het water toe. Zet Lathyrus op vaas nooit in de buurt van rijpend fruit. De bloemen verwelken daardoor heel snel.
Nederlandse Lathyrus Vereniging
In Nederland zijn er veel liefhebbers en professionals die Lathyrus kweken.
Alle grondsoorten komen voor de teelt in aanmerking, maar zaai Lathyrus nooit elk jaar op dezelfde plek |