In het Middellandse-Zeegebied en rondom de Zwarte Zee is het een inheemse plant. Het kruid werd al door de Romeinen gebruikt. In de negende eeuw brachten monniken het naar Midden-Europa en plantten het kruid in hun kloostertuinen. In de vroegere volksgeneeskunde gebruikte men het als middel tegen impotentie. Bonenkruid is goed voor de spijsvertering.
Bonenkruid bloeit van juli tot oktober |
---|
Bonenkruid is een lipbloemige, die net als basilicum tot de familie der Labiaten behoort. Het is een eenjarig plantje, dat ± 10 tot 25 cm hoog wordt. De blaadjes zijn smal, leerachtig en tegenoverstaand met een lengte van zo’n 10 tot 30 mm. Bonenkruid bloeit van juli tot oktober met wit tot lichtlila gekleurde bloemetjes. Die staan met niet al te veel in kransen bij elkaar. De blaadjes hebben een sterke, ietwat peperig aromatisch geur en smaak. Behalve het eenjarig kruid (Satureja hortensis) is er ook een overblijvende soort (Satureja montana) met een iets sterker aroma en een wat donkerder blad.
Bonenkruid, ook wel keule genoemd, groeit in elke tuingrond mits die voldoende humus en voedingsstoffen bevat. Het meest geschikt is middelzware grond, waardoor gedroogde koemest of turfmolm is gemengd. Het kruid heeft graag een plaatsje in de zon; plantjes op een schaduwrijke plek hebben duidelijk minder aroma. Bonenkruid dicht bij tuinbonen geplant helpen tegen zwarte vlieg.
Het zelf zaaien kan vanaf de tweede helft van april in een tijdelijke broeibakje (een houten raam), afgedekt met folie. Het zaad moet worden afgedekt met een dun laagje aarde. Het zaad ontkiemt na ± 8 tot 10 dagen. Na het opkomen van de jonge plantje moet er overdag, als het zonnig is, ‘gelucht’ worden. ’s Avonds het bakje weer afdekken met de folie. Bonenkruid heeft een hekel aan kou en is vorstgevoelig! In de tweede helft van mei kan het zaaigoed worden uitgeplant.
Ook kan vanaf begin mei direct op een definitieve plaats worden gezaaid. Plantjes die te dicht bij elkaar staan ontwikkelen lange stengels en weinig blad. Het is noodzakelijk dan uit te dunnen.
Bonenkruid kan worden gedroogd. Kort voor en tijdens de bloei is de geur het sterkst en is de beste tijd kleine bosjes te snijden om te drogen. Om te drogen moeten de bosjes op een beschaduwde, luchtige plaats worden opgehangen. Als het blad goed verdord is, kan het worden afgestroopt on in een goede afsluitbare pot te worden bewaard. Ook kunnen takjes of blaadjes worden ingevroren.
Fijngesneden verse blaadjes zijn lekker in aardappel- en bonensoep en in salades van diverse boonsoorten. Het meekoken van een takje bonenkruid bij tuin- of sperziebonen geeft een heerlijke en aparte smaak. En bij het koken van bloemkool en andere koolsoorten helpen een paar blaadjes om de ‘kooklucht’ te verminderen.