Vigna caracalla

0
448

Deze groenblijvende slingerplant hoort eigenlijk in de tropen thuis. Maar zoals het met zoveel planten gaat, is ’the sky the limit’: nu besteld, morgen overgevlogen in huis.

V. caracalla kan een flinke hoogte bereiken en heeft prachtige bloemen, die ook nog eens
naar licht parfum ruiken

Hoewel Vigna bij ons een exotisch gewas is, bestaan er in de tropen zo’n honderdvijftig soorten van het geslacht. Het zijn alle peuldragers. Peulen tot wel bijna één meter lang komen voor. Vigna caracalla is wat peul betreft bescheiden. Vijftien tot vijfentwintig centimeter lange peulen produceert deze slingerplant als die het naar de zin heeft. De jonge peulen zijn bovendien eetbaar.

Vigna behoort tot de familie van de peuldragers (Fabaceae, subfamilie Faboidae/Papilionacae). Het is een slingerplant, dat wil zeggen dat de plant graag een handje wordt geholpen bij het steun zoeken door de jonge ranken. Als de temperatuur (20 – 25 °C.) goed is en de luchtvochtigheid normaal (60 – 80%), kan de plant een hoogte bereiken tussen de drie en zes meter. Alles bij elkaar genomen is het dus eigenlijk meer een plant voor wie een kasje heeft.

Vigna is soms te koop in een tuincentrum of bij de bloemist. Uit zaad is de plant goed op te kweken. Zaai in potgrond, die goed water doorlatend is. Zet het zaaisel in de volle zon. Plant per pot niet meer dan drie bonen. Gebruik vooral een grote pot (30 centimeter in doorsnede). Belangrijk is, dat het zaaisel ook ’s nachts voldoende warm staat. Wie een bak of kas heeft, is daarmee aanzienlijk in het voordeel. Zaaien in april – mei. De frisgroene bladen staan met z’n drieën bijeen aan korte stelen.
De bloemen staan in eindstandige tuilen op juist lange stelen, waardoor ze goed te zien zijn. Tijdens het groeiseizoen moet de slingerplant veel water krijgen. Na de vorming van peulen de watergift terugbrengen tot hooguit één of twee keer per week. De plant kan in de zomer buiten staan op een plaats in de volle zon. In de winter moet de plant naar binnen in een minimale temperatuur van 20 °C.

Sommige soorten Vigna worden in de tropen gebruikt als groenbemester, voedergewas voor vee of als consumptiegewas. De jonge bonen in de peulen zijn eetbaar en bevatten rijkelijk eiwitten.
Tijdens de groei van deze slingerplant is het nodig de scheuten te leiden. Een brede spreiding van de scheuten, door aanbinden aan tonkinstokken, is gewenst, omdat anders een warboel ontstaat. In het voorjaar worden verwarde scheuten van elkaar losgemaakt en worden de scheuten met tweederde van hun lengte ingekort.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in