Mispels zijn duizelingwekkend lekker

0
514

De mispel is haast een museumstuk; je ziet ze nauwelijks meer en ze worden nog maar zelden geplant. Jammer, want de struik bloeit mooi en geeft nog lekkere vruchten ook. In het Openlucht Museum in Arnhem staat een volgroeid exemplaar. Een mispel is echt zo’n struik die in een edible garden past.

Mispels moeten tot na een nachtvorst aan de boom blijven hangen

Mispel bevrucht zichzelf, dus zijn twee exemplaren voor de bestuiving en vruchtzetting niet nodig. De sierwaarde bestaat in hoofdzaak uit grote witte bloemen die aantrekkelijk geuren.

Eeuwenoude cultuur

De vruchten van de mispel zijn door de Romeinen uit Klein-Azië naar Europa gebracht. Aan de Kaspische Zee was de vrucht al een paar duizend jaar in cultuur. Linnaeus gaf aan de mispel z’n Latijnse naam Mespilus germanica, omdat hij dacht dat die in Duitsland van nature groeide. Op landgoederen en in kasteeltuinen werden mispels gehouden om de laxerende werking van de vrucht. De herkomst en oorsprong van vele cultuurvariëteiten is onduidelijk. Zowel Hollandse als Engelse variëteiten zijn nu in cultuur. Met name in Engeland komt de mispel (aangeplant) in houtwallen, struwelen en als haag voor.

Enten of oculeren

Een uit zaad voortgekomen mispel groeit langzaam en wordt dan meer een heester. Het zaad kiemt moeilijk en moet eerst behandeld worden om de kiemrust op te heffen (stratificeren). Hetzelfde euvel doet zich voor

De mispel ontwikkelt zich met een grillige structuur van de kroon (foto:Mispel in het Openlucht Museum in Arnhem)

bij o.a. bottelrozen. Overigens is de mispel een lid uit de familie van de rozen (Rosaceae). Het dichtste staat de mispel bij de meidoorn en kan daarmee door middel van enten of oculeren worden verenigd. Als onderstam wordt ook de wilde peer (Pyrus communis) en kwee (Cydonia oblonga) gebruikt. De onderstam zorgt ervoor dat de mispel op stam groeit, een forse struik wordt en bovendien meer vruchten in een betere regelmaat geeft.
Mispels hebben een niet te natte, kalkrijke grond nodig en zijn absoluut zonaanbidders. In mei – juni komen er grote witte bloemen aan de struik. De zoetige geur is onmiskenbaar. Pas na 3 of 4 jaar geeft de struik vruchten. Mispel is zelfbestuivend.

Snoeien en oogsten

Een mispel moet je zo min mogelijk snoeien. Hoe meer je snoeit, des te meer verticaal groeiende scheuten. Een jonge struik moet door middel van snoeien worden opgeleid: drie of vier hoofdtakken worden in de beginjaren aangehouden. In de winter worden deze hoofdtakken met eenderde van de lengte ingesnoeid. Er zullen in het daaropvolgende seizoen veel zijtakken aan deze hoofdtakken worden gevormd. Mispel bloeit op tweejarig hout. In navolgende jaren worden alleen oude vruchttakken weggeknipt als de kroon te dicht dreigt te worden. Snoeien op bevordering van sporen is niet nodig.

Mispelvruchten zijn in het begin hard

Deskundigheid op het gebied van snoeien is ook niet nodig om toch vruchten te krijgen. Een mispel heb je op stam of je maakt er een waaiervorm van.

De vruchten moeten lang aan de struik blijven hangen; dit komt uiteindelijk de smaak ten goede. Omstreeks oktober hangen de vruchten in de struik. Heb geduld; laat er eerst een paar lichte nachtvorsten overheen gaan, voordat u oogst. De vorst zorgt ervoor dat het vruchtvlees zacht wordt. Na die nachtvorsten kan er worden geoogst. Dan nog is het raadzaam de vruchten (met de stelen rechtop) een tijdje op een koele plaats te bewaren. Ze lijken dan wel rot te worden, maar zijn dit beslist niet.
Een mispel is sappig met een zoetzure smaak. Er kan heerlijke jam of gelei van worden gemaakt. De gelei is een tractatie bij (water)wild en lamsvlees. De gelei wordt gemaakt door de vruchten in een pan onder water te zetten, ze op een laag vuur te stoven, totdat ze gaar zijn. Giet de vruchten uit door een zeef en voeg 500 gram suiker toe per 750 cc. Kook de vloeistof in tot de gewenste dikte en laat deze afkoelen.

’t Is maar dat u het weet…
Mispels werken sterk laxerend. Eet er niet te veel (van), want u kunt er duizelig van worden. Mispels verlichten menstruatiepijn.

Enkele cultuurvariëteiten:

‘Bredase Reus’, geeft grote ruwe, dofbruine vruchten.
‘Hollandse Mispel’, heeft grote bloemen en geeft bruine vruchten.
‘Nottingham’, klein blijvende struik, geeft kleine bruine vruchten.
‘Westerveld’, rijkdragend, middelgrote bruine vruchten.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in