Hoe later in het seizoen, des te sterker is het aroma van aardbeien. Geïmporteerde aardbeien zijn vrijwel het hele jaar verkrijgbaar. Geïmporteerde aardbeien geuren nauwelijks en ook de smaak hiervan is meestal aan de waterige kant.
Dit heeft niets te maken met het land van herkomst, maar is uitsluitend een gevolg van het ras. Aardbeien die in december tot en met maart in de winkel worden aangeboden, komen uit zonnige streken zoals Spanje, Israël en Californië. Aardbeien van Nederlandse bodem worden geteeld: of onder glas (koude bak) of in de volle grond. Aardbeien eten uit eigen tuin of van eigen balkon is een heel andere ervaring. Het eten van aan de plant gerijpte aardbeien brengt pas het grote verschil aan het licht ten opzichte van de commercie-aardbei. De ‘van eigen huis’-aardbeien zijn sappiger, fruitiger en zoeter van smaak. Als u inmiddels het water in de mond loopt, is het nu tijd eens wat aardbeienplantjes in uw tuin of in een bak op het balkon te planten.
De aardbei (Fragaria vesca) behoort tot de familie van de rozen (Rosaceae). De bloem van de aardbei lijkt nog het meest op die van de meidoorn. Na bestuiving verdikt de bloembodem zich tot vrucht. Onder de vuurrode glans van de vrucht gaat voor het grootste deel water met suikers schuil. De zaadjes bevinden zich als gelige pitjes op de buitenkant van het vruchtvlees.
Er zijn heel veel aardbeirassen. Het begrip ‘ras’ is vergelijkbaar met variëteit. Een ras (en ook een variëteit) ontstaat uit zaad na kruisbestuiving. Door kruisen hoopt de kweker een soort te vinden die voldoet aan een of meer specifieke eisen, zoals bijvoorbeeld ziektevrij zijn, grootte, smaak of kleur van de vrucht. Ook kan er geselecteerd worden op tijdstip van verschijnen van de vrucht en het rijp worden. Er zijn aardbeien om in de tuin te planten en er zijn enkele klimmende en hangende soorten. Door deze selecties zijn rassen in te delen in vroege, middelvroege en late aardbeien.
Een specifiek ras met zijn eigenschappen kan daardoor in dat land geteeld worden, waar op zeker moment de klimatologische omstandigheden ervoor het gunstigst zijn. Vandaar dat het mogelijk is om het hele jaar door aardbeien te kopen. Voor de tuin en het balkon kan dus ook het aardbeienseizoen langer zijn dan alleen maar de oogstperiode juni – juli. Het is een kwestie van meer rassen aanplanten.
Aardbeirassen ingedeeld naar tijdstip van oogstrijpheid |
|
Tuin: | |
vroege rassen mei – juni: | |
* | ‘Gorella’ (grote vrucht en sappig) |
* | ‘Glasa’ (grote vrucht, smaak matig) |
* | ‘Regina’ (vrucht middelgroot, goede smaak, sappig) |
middelvroege rassen juni – juli: | |
* | ‘Senga Sengana’ (vrucht zeer groot, smaak goed) |
* | ‘Vola’ (vrucht tamelijk groot, fris van smaak) |
* | ‘Senga Gigana’ (vruchten zeer groot, smaak goed) |
* | ‘Gigantella Maxim’ (vrucht heel groot, sappig, smaak redelijk) |
late rassen juli – oktober: | |
* | ‘Redgantlet’ (vrucht tamelijk groot, smaak tamelijk goed) |
* | ‘Talisman’ (vrucht groot, sappig en goede smaak) |
* | ‘Elista’ (vrucht groot, sappig en friszuur) |
doordragende rassen juli – november: | |
* | ‘Ostara’ (vrucht tamelijk groot, sappig, goede smaak) |
* | ‘Revada’ (vrucht middelgroot, friszuur, matige smaak) |
* | ‘Rabunda’ (vrucht groot, fris, matige smaak) |
Balkon of terras: | |
hangaardbei juni – oktober: | |
* | ‘Roter Regen’ (vrucht middelgroot, sappig, goede smaak) |
klimaardbei juni – oktober: | |
* | ‘Bakker’s Kingsize’ (vrucht middelgroot, sappig, goede smaak) |
Planten van aardbeien
De gebruikelijke planttijd valt vanaf eind augustus tot en met september. Vochtig en koel weer en nachten met dauwvorming zijn het beste tijdstip om de jonge planten uit te planten. Aardbeien zaaien kan vanaf juni.
Voor vollegrondcultuur moet voorafgaande aan het planten de grond goed bewerkt worden. Zorg voor een fijn-kruimelige grond die bemest is met oude verteerde stalmest en waar doorheen wat turfmolm is gemengd. Een goede grondbewerking en bemesting is echt noodzakelijk, omdat de aardbeien minstens twee jaar op dezelfde plaats blijven staan. Kies in de tuin een zonnige plek om het aardbeienbed te maken. Handig is om de aardbeiplantjes op ‘ruggen’ te planten. Dit zijn langgerekte, trapeziumvormige grondlichamen, die naast elkaar worden aangelegd. Voor de breedte van zo’n rug kan ongeveer 35-40 centimeter worden aangehouden. Daartussen komen dus ‘dalen’, die als functie hebben dat hierin later een ruime hoeveelheid water kan worden gegoten. Aardbeien zijn liefhebbers van een zeer vochtige ondergrond. Dek de ‘ruggen’ en ‘dalen’ af met zwarte, plastic folie om de vochtigheid van de grond blijvend goed te houden. Langs de randen moet het folie worden vastgezet. De jonge plantjes worden op de ruggen geplant. Snij hiervoor met een scherp mes een opening in de folie. Een kruisvormige insnede volstaat. Plant op een onderlinge afstand van 25-30 centimeter. Nogmaals, zorg voorafgaande aan het planten voor een vochtige bodem! Het voordeel van een met folie afgedekte bodem is zonder meer dat deze ook onkruidvrij blijft en dus veel wieden bespaart. Prik wel een aantal gaten in de folie bij de dalen; het regenwater moet immers ten goede komen aan de planten.
Voor de eerste keer kunnen planten worden gekocht. Misschien ook kunt u planten krijgen van iemand die al aardbeien heeft. Probeer dan jonge plantjes te krijgen van rijk dragende ‘moederplanten’. Wanneer u eenmaal zelf planten hebt, kunt u al in het eerste en zeker in het tweede jaar zelf van moerplanten jonge plantjes winnen. Wees kritisch en neem dus alleen plantjes van de beste, rijk dragende moerplanten. Merk die planten die een rijke oogst te zien geven. Neem daarvan de jonge plantjes om verder mee te gaan.
Op onderstaand plaatje is te zien waar de jonge plantjes naast de moerplant moeten worden losgeknipt. Neem ten hoogste de eerste twee plantjes vanaf de moerplant om uit te planten. De andere plantjes zijn ‘achterblijvers’.
Als aardbeien in pot worden geplant, dan is een goed grondmengsel onontbeerlijk om een goed resultaat te bereiken. Neem een humeuze potgrond en verrijk die met een GFT-compost. De verdere behandeling is gelijk aan die van vollegrondaardbeien. Ook hiervoor geldt een zonnige plaats en op tijd water geven.
Verzorging en oogsten
Wanneer het bed met aardbeien niet is afgedekt is met folie, moet de grond regelmatig worden losgehouden en onkruidvrij gemaakt. Zolang de planten niet bloeien, kan dit met een schoffel of handschoffeltje gebeuren. Zodra de bloemen verschijnen, mag er niet meer geschoffeld worden. Het onkruid moet dan met de hand worden geraapt.
Als de eerste vruchten verschijnen, is het raadzaam om een aardbeienrooster
te plaatsen. Vroeger werd hiervoor stro gebruikt. Het voordeel van een rooster is dat na een regenbui het vocht snel kan verdwijnen en het niet lang vochtig blijft rond de plant. Schimmels veroorzaakt door vocht zijn funest voor de vrucht. Ook hier bewijst zich weer het vooraf aanbrengen van folie over het bed; het overtollige vocht stroomt direct weg naar de ‘dalen’. Aardbeien zijn rijp als ze helemaal rood zijn. Tussentijds knijpen in de vrucht is uit den boze. Door knijpen ontstaan beurse plekken die uiteindelijk tot verrotting van de vrucht leiden. Pluk aardbeien met een schaar! Knip het stengeltje boven de (groene) kelkblaadjes door. Leg de vruchten zorgvuldig naast elkaar. Door stapelen ontstaan beurse plekken, waardoor de aardbeien niet zo lang goed blijven. Bij goed weer moet zeker elke twee à drie dagen worden geoogst. Al tijdens de oogstperiode vormt de plant ranken, waaraan jonge plantjes verschijnen. Neem deze in de periode van oogsten weg door ze af te knippen. Aan het eind van de oogsttijd kunnen de ranken worden aangehouden en de nieuwe plantjes geselecteerd. Vanaf het moment van aanhouden van de ranken is het noodzakelijk de planten op het bed bij te mesten. Neem hiervoor speciale aardbeienmest of maak een mengsel van turfmolm en compost. Werk dit zo dicht mogelijk bij de planten in de grond.
Dek voor de winter invalt de aardbeien planten af door opnieuw turfmolm en compost aan te brengen. Voorkom dat bladeren onder de turfmolm terechtkomen. In het voorjaar is een gift van superfosfaat en patentkali in gelijke delen gewenst. 50-60 gram per vierkante meter is voldoende. Doordragende aardbeirassen in juni – juli nogmaals een zelfde mestgift geven. In water oplossen van de meststof is handig, wanneer planten in pot of bak staan. Gebruik absoluut geen stikstof houdende meststoffen. De vruchten worden er waterig van en rotten sneller.
Ziekten en plagen
Lijsters, merels, spreeuwen en mussen lusten ook graag aardbeien. Helaas bepikken deze vogels verscheidene vruchten wanneer ze rijp zijn. Om schade te voorkomen kan een transparante, plastic folie over het bed heen worden gezet. Zonder openingen bij de bodem, want die plekjes hebben vogels snel gevonden. Als u een vogelnet wilt gebruiken, moet u zich erop voorbereiden dat u wel eens met hun pootjes verstrikt geraakte vogels uit het net moet halen. In het ergste geval zijn ze dood. Door dorst, maar vooral door uitputting.
Op oudere en meestal de buitenste bladeren kan de paarse bladvlekkenziekte (Alternaria alternata) optreden. De aantasting gaat gepaard met de vorming van ronde of ovale donkerbruine plekken, die zich concentrisch uitbreiden. Bestrijding met behulp van een zwavelhoudend middel, zoals Sulphon, kan een goed resultaat opleveren.
De rode bladvlekkenziekte (Diplocarpon earlinaum) tast blad en stengels aan. De aantasting uit zich in paarsrode vlekken en het centrum wordt bruin en sterft vervolgens af. Regelmatig bespuiten met Vital kan de aantasting onderdrukken.
Verschijnen er witte vlekken op het blad, dan is er sprake van de witte vlekkenziekte (Mycosphaerella fragariae). Verwijderen van het blad is ook dan voldoende of gebruik een koperhoudend bestrijdingsmiddel.
Een veel voorkomende aantasting is aardbeienmeeldauw (Sphaerotheca macularis). Zoals de naam al aangeeft, komt er een witte waas over stengels, bladeren en vruchten te liggen. Behandeling met een zwavel bevattend middel, bij voorbeeld Eupareen-M of Sulphon, is dan noodzakelijk om de plant te redden.
Een veel optredende aantasting onder aardbeien is de grauwe schimmel (Botrytis cinerea). Meestal worden de bladeren aangetast als gevolg van langdurig vocht op of onder de bladeren. Verwijder zo snel mogelijk het aangetaste blad.
Aantasting door de aardbeibloesemkever (Anthonomus rubi) is goed waar te nemen als de bloemknoppen verwelken. Het zwarte snuitkevertje vreet aan de bloemstelen, waardoor verwelking, omknikken van de bloemsteel en afsterven het gevolg is. Het kevertje is te bestrijden met Spruzit.
Ernstig is het gesteld wanneer leerrot toeslaat. Deze aantasting beperkt zich niet alleen tot de bladeren, maar strekt zich ook uit over de vruchten en stengels. Kenmerk zijn de rubberachtige plekken op blad en stengel. Verwijder de plant helemaal als deze ziekte optreedt. Bij aantasting van meer planten moet het hele bed worden opgeruimd. En plant daarna niet binnen vijf jaar weer aardbeien op dezelfde plek.