Anaphalis triplinervis: Siberische edelweiss

0
506

Anaphalis triplinervis is een duurzame vaste plant met opvallend veel grijstint aan boven- en onderzijde van het blad. De bladeren zijn wollig behaard. Het is een lang bloeiende plant en goed te gebruiken in een droogboeket.

De stroachtige bloemen van
Anaphalis triplinervis

Van nature groeit de plant in grote delen van Azië, Noord-Amerika en Europa. De gekweekte vorm groeit meer gedrongen dan al die wilde soorten. Het is een plant voor in de volle zon of lichte schaduw en uitstekend geschikt voor op een droge plek. Siberische edelweiss groeit uit tot flinke pollen en vraagt weinig onderhoud. Wordt de plant te groot, dan is scheuren of delen in het voorjaar het beste tijdstip om kleinere pollen te maken. Andere manieren om de plant te vermeerderen zijn: zaaien in een pot in een koude bak in het voorjaar. Of door middel van kopstekken aan het begin van de zomer.
De plant wordt niet hoger dan 30 tot 40 centimeter en is goed te combineren met onder andere Ajuga reptans, blauwe siergrassen en Anemone-soorten.

Bloem en blad

Anaphalis triplinervis heeft stroachtige bloemen met witte, afstaande omwindselbladen, die de schijn geven van een straalbloem te zijn. In het midden staan de gele schijfbloemen dicht opeen en steken parmantig boven de omwindselbladen uit. De bladeren zijn langwerpig eirond en aan de onderkant wollig behaard. De bovenkant van het blad is donkergroen, maar ook hier ligt er een grijzige, bedauwde gloed over. De soort Anaphalis margaritacea heeft meer lancetvormig blad en woekert nogal.
Om bloemen te drogen moeten ze snel na het opengaan worden geplukt en op een luchtige, lichte plek ondersteboven worden gehangen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in