De prachtkaars (Gaura lindheimeri) wordt weinig gebruikt. Het is een vaste plant uit het grensgebied tussen Californië en Mexico. Gaura betekent zoiets als beeldschoon.
 |
| De prachtkaars (Gaura lindheimeri) heeft een stervormige bloem |
|---|
Er zijn meer dan twintig soorten Gaura bekend. Daaronder zijn overblijvende planten, eenjarigen en halfstruiken. Gaura lindheimeri wordt bij ons gekweekt en doet het goed in de border.
De prachtkaars bloeit in juni tot en met september. De felwitte bloemen staan in lange aren. Nog niet uitgekomen bloemen zitten in een oranjeroze kelkbuis.
 |
| De prachtkaars groeit opgaand |
|---|
Deze combinatie is fraai te noemen. De uitgekomen bloem is stervormig van opbouw, hoewel de kroonbladen ongelijk van lengte zijn.
De prachtkaars behoort tot de familie van de teunisbloemachtigen (Onagraceae). De plant groeit met opgaande stengels vanuit een pol. De bladen zijn wat grijsgroen van kleur, lancet-spatelvormig en soms aan het uiteinde omgekruld. De bladen staan verspreid langs de stengels. Stengels zijn losjes vertakt en licht behaard. In volwassen toestand wordt een prachtkaars één meter twintig hoog en één meter breed. De plant heeft de neiging te woekeren.
Plant Gaura in een goed doorlatende, matig humusrijke grond in de volle zon. Geef de plant de ruimte om uit te groeien. Na de bloei worden de stengels bij de grond af afgeknipt. In de zomer kan Gaura door stek worden vermeerderd. Zaaien kan in het voorjaar of in de herfst. Bij zaaien in de herfst moet dit onder glas gebeuren. De prachtkaars kan in een gemengde border worden toegepast.
