Morisia is geschikt voor in een rotstuin. De plant is zeker niet alledaags en dat zelfs op plaatsen waar de plant inheems is. Morisia verlangt een permanent vochtige grond.
Morisia monantha is de volledige naam voor de plant die in 1830 uit Corsica en Sardinië is ingevoerd.
Morisia bloeit met heldergele bloemen |
---|
De plant werd voor het eerst beschreven door de Fransman J.E. Gay (1786 – 1864). Morisia behoort tot de familie van de kruisbloemigen (Cruciferae).
De bladen van Morisia staan in een rozetvorm.
De bladen van Morisia staan in een duidelijke rozetvorm |
---|
De bladen zijn veerdelig en hebben lange slippen, maar hebben geen stengel. Deze iets ruw behaarde, stengelloze bladen zijn 10 tot 20 centimeter lang. De plant wordt niet hoger dan 5 tot 7 centimeter. De bloemen verschijnen van begin april tot in juni. De bloemen zijn alleenstaand en ongeveer twee centimeter in doorsnede. Ze zijn heldergeel en hebben een korte bloemsteel. Aan het einde van de bloei buigt de bloemsteel naar de grond als de bloem bevrucht is. De vrucht bestaat uit een tweelobbige vrucht, die in de grond rijp wordt. Zet een aantal planten bij elkaar voor het effect. De plantafstand is circa vijftien centimeter. Morisia verlangt een licht humeuze en permanent vochtige grond op een plaats in de volle zon.