Een zuchtje wind laat trilgras ratelen

0
431

Trilgras komt vrij algemeen voor in delen van Europa en ver daarbuiten. In Zuid-Limburg, in het Savelsbos, is trilgras op vrij grote schaal aan te treffen. In de tuin is het een minder geziene gast, terwijl het zo’n mooie grassoort is.

Briza media  heeft hartvormige, goudbruine zaadhoofdjes

De bloemen zijn minder opvallend, maar dat wordt goedgemaakt door de ratelende pluimen met zaadhoofdjes.

Van het trilgras zijn twee soorten geschikt voor de tuin: Briza media en Briza minor. In Nederland komt ook Briza maxima in het wild voor. Het geslacht behoort tot de familie van de Poaceae (Graminae) en de orde van Commeliniflorae. Van het geslacht zijn meer dan twintig soorten bekend, maar weinig daarvan is als plant in cultuur.
Trilgras groeit het liefst in de halfschaduw of schaduw. Een blijvend vochtige, goed humusrijke of zavelige grond is bij uitstek geschikt. Trilgras groeit polvormig. Het zijn bladpollen. De bladpollen kunnen in de herfst of aan het begin van het voorjaar worden gedeeld. Midden zomer bloeit het trilgras onopvallend, snel gevolgd door de karakeristieke zaadhoofdjes. De zaadhoofjes zitten aan fragiel dunne steeltjes. Een beetje wind zorgt ervoor, dat er een ratelend of ritselend geluid hoorbaar is. De zaadhoofdjes zijn goudbruin van kleur met een zweem van violet daarover. De grootte van de zaadhoofdjes hangt samen met de soort. Bij minor zijn ze ongeveer tien millimeter en bij media ongeveer twintig millimeter groot.
Trilgras wordt dertig tot veertig centimeter hoog en leent zich als een prima, vrijwel bodembedekkende beplanting onder struiken. Het trilgras is volkomen winterhard, sterft in het najaar af, maar er hoeft niets aan gedaan te worden. Soms kunnen schimmelziekten de plant belagen. Trilgras kan in een droogboeket worden gebruikt.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in