Camassia

Camassia cusickii komt in het oosten van de staat Oregon (USA) in het wild voor. Het geslacht behoort tot de lelieachtigen (Liliaceae). Camassia is een bolgewas. De naam is afgeleid van het Indiaanse woord Kamas en is dus verlatiniseerd.

Camassia cusickii bloeit met staalblauwe bloemen

Het is een prima bolgewas om het seizoen van tulpen en narcissen te verlengen. Camassia bloeit vanaf het einde van de lente tot aan het begin van de zomer.

Kamas, camas, camash of quamash is er één uit het geslacht van wel vijf soorten. Camassia cusickii heeft op andere soorten voor, dat de grond niet heel vochtig hoeft te zijn, zoals voor andere soorten. Anderse soorten Camassia groeien in een brede zone, die vanaf British Columbia, Californië en Utah loopt. Alle soorten zijn uitstekend winterhard en groeien in de meest uiteenlopende klimaatzones. Er worden in hoofdzaak drie soorten bollen gekweekt, namelijk Camassia cusickii, Camassia quamash en Camassia leichtlinii.

Wat hebben Indianen te maken met dit bolgewas?
Indianen aten de gekookte bollen, die weliswaar een beetje naar een aardappel smaken, maar gegaard veel weg hebben van een rubberbal.

Bol van Camassia

Het was indertijd een belangrijke voedselbron en ook onderzoekers als Lewis en Clark aten ervan op een van hun expedities.

Kweekwijze

Camassia kan in de herfst door scheuren worden gedeeld. Plant bollen op een onderlinge afstand van 20 centimeter uit elkaar en 8-10 centimeter diep. Camassia kan zich razendsnel vermenigvuldigen en kan zelfs bestempeld worden als woekerende plant. Omdat de plant volkomen opgewassen is tegen ons klimaat, hoeven er in de winter geen bijzondere maatregelen te worden genomen om de plant te beschermen. De bollen zijn ongeveer zo groot als een flinke aardappel en kunnen tot 500 gram wegen.