Wie in de avonduren door het bos loopt, kan genieten van de kruidachtige geur van bloeiende kamperfoelie. Deze slingerplant komt algemeen voor in Nederlandse bossen. Heel specifiek voor boskamperfoelie is, dat hij vrijwel alleen in de avond geurt. De geur heeft wat weg van foelie. Nachtvlinders en andere insecten die in de schemer actief zijn, bezoeken de bloemen en zorgen voor de bestuiving. Als de bloem in knop staat, dan zijn de buisbloemen crème van kleur. De bouw van de bloem lijkt op Gloriosa. De bloem in geopende toestand laat duidelijk de geel gekleurde meeldraden en stamper zien.
 |
| Bloei met eindstandige trossen |
|---|
Boskamperfoelie bloeit van half mei tot eind september. Aan het einde van het seizoen komen bloemen en (rode) bessen aan de struik. Vogels zorgen voor verspreiding van de plant.
Op humusrijke, vochtige gronden groeit de plant uitstekend. Het liefst een schemerachtige plaats en een boom om zich erin te slingeren maken de biotoop compleet. De plaats waar boskamperfoelie groeit, hoeft niet alleen beperkt te zijn tot het bos; ook in de
 |
| Sierlijke bloemen |
|---|
tuin doet de plant het goed. Wie zou niet de aangename kruidige geur willen opsnuiven?
Van boskamperfoelie (Lonicera periclymenum) zijn variëteiten te koop. Ze worden in pot gekweekt en kunnen daardoor het hele jaar worden geplant.
* Lonicera periclymenum ‘Belgica’. De bladeren van deze variëteit zijn iets dikker dan van de gewone soort. Als de bloem in knop staat, zijn de kroonbladen violet-purper getint.
* Lonicera periclymenum ‘Serotina’. De bladeren hiervan zijn juist dunner dan van de soort. De bloemen in knop zijn donkerviolet van kleur.
Alle boskamperfoelies houden er niet van te worden gesnoeid. Ze groeien naar het licht, de oude stengels worden kaal. Vervangen van het oude exemplaar door een jonge plant is beter dan te snoeien; ze raken er (te) verminkt door.
