De naam Tibouchina heeft wel wat; het wekt associaties op met een Marokkaanse buikdanseres. Tibouchina mag worden gezien.
Tibouchina urvilleana komt uit Brazilië. Het is een serreplant, maar kan in de zomer buiten worden gehouden. Meestal wordt de plant als kamer- of serreplant aangeboden. Vergis u niet: in de volle grond kan het een flinke struik worden van wel 3 meter hoog en 1 meter breed. In pot of kuip blijft de plant een stuk kleiner; een halve meter hoog en breed.
Tibouchina heeft sierlijke meeldraden |
---|
Tibouchina bloeit met prachtige, diepblauwpaarse bloemen, die vanaf ‘het begin van de zomer’ aan de plant komen. Bloemen in knop hebben een zuivere bolvorm en zijn groen van kleur. Voor een goede bloei is veel licht vereist. Giet regelmatig water over de plant. Het hoofdmoment van de rijke bloei valt in het najaar. De bloemen staan alleen of in tros.
Ondanks dat de plant van nature in vochtig warme streken groeit, doet hij het heel goed in ons klimaat. Probeer een zo hoog mogelijke luchtvochtigheid te bereiken. In kas of serre is die gemakkelijker te forceren dan in een doorsneehuiskamer.
Rust forceren
Het blad lijkt, naar vorm gezien, op dat van een vanilleplant, maar is minder dik. Tibouchina behoort tot de familie van de Melastomataceae (mela = zwart, stomata = huidmondjes) en is groenblijvend. Blad en stengels zijn licht behaard. Daarmee wordt in het oerwoud de transpiratie van de plant geregeld.
De vorm van het blad lijkt op het blad van de vanilleplant | In de nazomer verkleurt een deel van bladeren naar prachtig rood… en valt af |
---|
In de winter heeft de plant weinig warmte nodig. Zelfs is de neiging aanwezig om ook in de winter door te bloeien. Om langer plezier van de plant te hebben, is het noodzakelijk een rustperiode te forceren. Geef aan het begin van de winter minder water en breng de plant naar een koele, vorstvrije ruimte over. Een temperatuur tussen de 10 en 18 °Celcius is voldoende om de winter glansrijk te doorstaan.
De winter is het tijdstip waarop de plant wat in model kan worden gebracht door een lichte snoei. Pas in het vroege voorjaar de plant in een ruimere pot zetten met nieuwe potgrond. Regelmatig water geven en eens per week vloeibare (kamer)plantenmest zorgt voor een nieuw en rijk bloei- en groeiseizoen. In het vroege voorjaar en de zomer kan worden gestekt. Maak een stek met hieltje en gebruik Rhizopon-stekpoeder. Plaats de stek(ken) onder plastic of glas om een hoge luchtvochtigheid te garanderen.
Ziekten
Bladluis en rode spint kunnen op de plant soms voorkomen. Beide aantastingen zijn goed te behandelen met Spruzit.