‘Swaenengesangh’ voor zwanenbloem?

0
491

Op de grens van water en land groeit de zwanenbloem. De tijd dat oevers van poldersloten er vol mee stonden ligt allang achter ons: de plant is inmiddels beschermd. Een zwanenbloem is mooi als hij in bloei staat. Als plant, die op de grens van water en land groeit, geeft dat nog wel eens problemen. Hij doet het of hij doet het niet goed.

In het eerste stadium van de bloei zijn de afzonderlijke bloemen omgeven door een vlies… …in de volgende fase ontspringen de individuele bloemen

Waterkwaliteit

De zwanenbloem (Butomus umbellatus) verdwijnt door veranderingen in het aquatisch milieu en doordat de bloemen geplukt werden. Waardoor de verspreiding van zaden via het water werd ingeperkt. De plant groeit het beste in een zoetwatermilieu. Maar zodra het zoutchloridegehalte hierin toeneemt, verdwijnt zwanenbloem. Het lukt maar zelden om het goede, ‘kunstmatige’ milieu te creëren. Zijn de omstandigheden niet optimaal, dan kwakkelt de plant, blijft klein van stuk en komt niet tot bloei. Inmiddels staat zwanenbloem op de lijst van beschermde soorten om hopelijk weer in aantal toe te kunnen nemen.

Proterandrie

De tweede naam van de zwanenbloem, umbellatus, betekent letterlijk ‘met een scherm bloeiend’. Op de ronde stengel staat het bloemhoofd: eerst nog stijf ingepakt in een vlies, later ontspringen hieruit de talloze individuele bloemstelen met bloemen. De bloemen zijn in het begin bronsrood, later verkleuren ze via roze naar wit. Merkwaardig genoeg komen de meeldraden tot ontwikkeling voordat er stampers zijn. Dit verschijnsel, dat proterandrie – pro = voor, trandrus = meeldraad, andros = man(nelijk) – wordt genoemd, heeft nauwelijks invloed op de vorming van zaden. Een zwanenbloem bloeit lang: van mei tot en met september. De stampers (zes stuks) scheiden aan de voet honing af. Deze lekkernij trekt met name graafwespen aan, die dan ook een voorname rol spelen bij de bevruchting van de bloem(en).

Open grond

In de natuur is de zwanenbloem duidelijk een helofyt.

Zwanenbloem bloeit op lange stengels en is sierlijk om te zien

De plant groeit met name in de fluviatiele zones en behoort tot de komgemeenschap die verantwoordelijk is voor verlanding van sloten en oevers. Onder andere egelskop hoort hierbij.
Een zwanenbloem wordt in pot gekweekt en aangeboden. De plant heeft wortelstokken die zowel horizontaal als verticaal groeien. Een zwanenbloem in pot houden is dus geen goede zaak. Plant hem in open grond langs de (natte) oever van de vijver (eulitoraal). Ten dele groeit de plant ook onder water, maar om te beginnen is het aan te raden hem in de vochtige zone van de oever te planten. Heeft de plant behoefte aan uitbreiding, dan kan altijd nog worden uitgeweken naar het water. Op zo’n manier voorkom je teleurstelling in een vroeg stadium: de plant is heel gevoelig voor de (chemische) samenstelling van het water.

Een zwanenbloem groeit met slanke, lintvormige bladeren, die aan de basis driehoekig zijn. De plant wordt tussen 60 – 120 centimeter hoog en is niet geschikt als solitairplant, maar wel in grote groepen als oeverplant, samen met pijlkruid (Sagittaria sagittifolia), gele lis (Iris pseudacorus) en rietgras (Phalaris arundinacae). Een plaats in de volle zon is aan te bevelen. De plant is goed winterhard. Vermeerderen kan door het delen van de wortelstok en door middel van zaad.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in