Wanneer de herfst langzaamaan naar de winter kruipt, gaan we alweer aan kou, sneeuw en ijs denken. Langdurig strenge vorst komt in onze streken niet zo vaak voor, maar de temperatuur van het vijverwater gaat in elk geval fors omlaag en de thermometer zal vaak fors schommelen.
Veel vijveraars zullen zich dan (weer?) de vraag stellen: de vijver verwarmen?
Sterk wisselende watertemperaturen kunnen bij vissen zowel stress als afbraak van het afweersysteem veroorzaken. In noodgevallen kunnen vissen op één dag een temperatuurdaling of -stijging van vijf graden verdragen. Ze moeten dan wel heel secuur worden overgewend en nog weken lang goed worden geobserveerd om eventuele problemen snel te ontdekken.
Zo’n temperatuursprong is dus geen plezierige gebeurtenis. In de praktijk blijkt dat veel vijveraars in het najaar de vissen toch aan zulke ‘schokken’ blootstellen. Het najaar is de opmaat naar de lente. Gezond de winter in betekent meestal een goede start in het voorjaar.
In de vrije natuur is de kans op grote temperatuurwisselingen niet zo groot. Openbare wateren staan in verbinding met andere watermassa’s. Met grondwater of een sloot, kanaal of meer. Het duurt heel lang, voordat grote watervolumes bevriezen en heel grote zullen altijd open blijven. In de tuin bootsen we de natuur wel na, maar verder dan dat komen we over het algemeen niet. Tuinvijvers zijn minder diep, staan niet in contact met openbare wateren en zijn daardoor gevoelig voor grote temperatuurschommelingen. Er ligt op de bodem geen modderlaag, waarin de vissen kunnen wegduiken, en ook is er geen natuurlijke voedselbron. In de vijver moeten we het voederregime zelf regelen en ook de kwaliteit van het water. Als we nu ook de watertemperatuur in de hand kunnen houden, zodat sterke ‘schokken’ uitblijven, zullen we (en de vissen) daar veel voordeel van hebben.
Vijververwarming is in veel gevallen dan ook minstens het overwegen waard.
Niet afwachten
Zo lang het nog niet echt wintert, is er nog tijd om een keuze te maken. Ga ik
verwarmen of doe ik niks? Enkele graadjes winnen is eenvoudiger dan een paar graadjes opwarmen. Een deugdelijke isolatieconstructie kan nog voordat de winter invalt, tot stand worden gebracht. Die dient aan de volgende eisen te voldoen:
– Voldoende stevigheid.
– Lichtdoorlatend, zodat de vissen niet uit hun dag- en nachtritme worden gehaald. Bovendien kan het zonlicht er doorheen.
– Moet opengezet kunnen worden, zodat bij geschikt weer de ‘binnenlucht’ eens flink kan worden ververst.
– Taps toelopend. Water en sneeuw moeten niet op de constructie blijven liggen. Het gewicht kan de constructie immers in elkaar laten zakken. Bovendien verduistert sneeuw de vijver.
Tunnel bouwen
Voor de constructie kunnen verschillende materialen worden gebruikt. Een dubbelbeglaasde kas over de vijver bouwen kost nogal wat geld en de zomeropslag vergt veel bergruimte. Een alternatief is: oprolbaar plastic. Het is ook mogelijk een ’tunnel’ te bouwen. Maak van gebogen elektriciteitsbuizen een geraamte, dat stevig in de grond wordt verankerd of – als dat mogelijk is – aan de randafwerking van de vijver wordt bevestigd. Maak de tunnel niet hoger dan circa 1 meter, zodat de wind er zo weinig mogelijk vat op krijgt. Over het buizenskelet wordt dan zo strak mogelijk noppenfolie gespannen. Zorg ervoor dat daarin gemakkelijk een opening kan worden gemaakt, zodat doorluchten mogelijk blijft.
Het isoleren van het filter en de aan- en afvoerbuizen voorkomt, dat ze kapotvriezen. Spoel het filter vooraf nog enkele malen flink door, zodat het redelijk schoon is. Eventueel kunnen nog bacteriën worden toegevoegd.
Temperaturen om te onthouden
Het tijdstip waarop we moeten gaan isoleren is: als de omgevingstemperatuur (vooral ’s nachts) lager wordt dan die van het water en als we mogen aannemen dat daarin vooralsnog geen verandering zal komen. Op die manier vertragen we het kouder worden van het water een heel stuk.
‘Graadjes pikken’ noem ik dat.
De temperaturen die in de gaten moeten worden gehouden, zijn:
– Twaalf graden. Daarbij kunnen de vissen veilig overwinteren. Geef ze licht verteerbaar voer. Het afweersysteem functioneert nog goed en de filterbacteriën blijven aan het werk.
– Tien graden. Dit is een omslagpunt. De vissen kunnen nog wel gevoerd worden. Ze zijn immers nog actief, hoewel hun afweersysteem aan kracht gaat inboeten. De vissen verbruiken dus (te) veel energie, waardoor ze in het voorjaar vatbaar worden voor ziekten. (Ziekteverwerkende bacteriën worden minder actief bij lagere temperaturen. Ze functioneren trager, maar hun stofwisseling blijft wel in werking en ze groeien ook nog steeds in aantal. Dit kan voor zwakke vissen tijdens de winter een bedreiging vormen).
– Zes graden. De vissen trekken zich terug op de bodem en stoppen met zoveel mogelijk activiteiten: sterk vertraagde ademhaling, uitgeschakelde reuk- en tastzin. Ze zullen wel reageren op waterbeweging en ook de ogen blijven functioneren.
– Nul graden. Bij deze temperatuur wordt het voor de vissen heel moeilijk te overleven. Op de kieuwmembranen ontstaan ijskristallen die de fijne cellen daarin vernietigen. Einde van de vis…
Elektrische verwarming
Isoleren kost geen energie. We kunnen het reguleren van de temperatuur ook technisch aanpakken met een dompelaar of een warmtewisselaar. Dat vergt wèl energie: elektriciteit.
Een warmtewisselaar functioneert zoals de centrale verwarming in huis en de vijververwarming wordt daar dan ook meestal op aangesloten. Daar zit één nadeel aan vast: ’s nachts slaat de huisverwarming meestal niet aan, omdat de thermostaat dan op een laag pitje staat. Met een apart systeem met eigen ketel voor de vijververwarming is dit op te lossen. Maar de aanschaf en het installeren daarvan vergt wel een aanzienlijk grotere investering. De energiekosten kunnen echter beperkt worden als de stroomvoorziening via een aparte meter voor laag (nacht)tarief loopt. Warmtewisselaars, verkrijgbaar in capaciteiten van 3 tot 18 kW, functioneren heel goed in kleinere, goed geïsoleerde vijvers.
Dompelaars bestaan uit een verwarmingselement, dat het beste in het filter kan
worden gehangen, en een thermostaat, die in het water hangt. De beste plaats voor het bedieningskastje is binnenshuis. Dan kan het niet nat worden en is het risico van doorbranden dus uitgesloten. Het installeren van een verwarmingssysteem kunt u het beste aan de vakman overlaten.
Vijververwarming: wel of niet doen? Het is een kwestie van strikt persoonlijke overwegingen. Vaststaat dat de vissen er baat bij zullen hebben. Dat ze er kwalijke gevolgen van zouden ondervinden, is nog nooit aangetoond, integendeel. Ook het filter vaart er wel bij, omdat er niet opnieuw gestart hoeft te worden. En het vijveren is geen mooi-weer-hobby meer, maar geeft het jaar rond genoegen.