Pinguicula vulgaris, gewoon vetkruid

0
645

Gewoon vetkruid of vetblad is de Nederlandse naam voor Pinguicula. De naam is afgeleid van het Latijnse woord pinguis, dat ‘vet’ betekent. Pinguicula is het verkleinwoord.

Gewoon vetkruid (Pinguicula vulgaris)
heeft prachtige bloemen

Pinguicula is een in het wild voorkomende plant. Het vetblad komt in Nederland wel voor in moerasgebieden en vochtige heidevelden en soms bij bronbeken, maar is toch heel zeldzaam. De plant groeit op fosfaat- en stikstofarme leem- en zandgrond of ook lichtzure veengrond. Het is een vleesetende plant (insectivoor). Het verspreidingsgebied is uitgebreid: vanaf de poolcirkel, Noord-, West- en Midden-Europa tot de westelijke zones van de Oekraïne.

Van het geslacht Pinguicula komen in West-Europa twee soorten voor: Pinguicula vulgaris en Pinguicula grandiflora. Beide soorten lijken wat de bloem betreft op elkaar. Het verschil zit in de omvang van de bloem. Van Pinguicula grandiflora is de bloem iets groter dan van gewoon vetblad. Het geslacht behoort tot de familie van de blaasjeskruidachtigen (Lentibulariaceae).

Omdat Pinguicula een vleesetende plant is, wordt hij wel in een terrarium gehouden. Het is geen gemakkelijk te houden plant, omdat de juiste vochtigheidsgraad van de grond moeilijk is na te bootsen. Van nature groeit de plant het beste op bemoste, dichtgeslagen grond. De bladen van het vetblad staan in een rozet. Als u eenmaal vetblad hebt gezien, zult u hem niet snel vergeten… De lichtgeelgroene kleur van het tegen de grond liggende blad en het vettige uiterlijk zijn kenmerkend. De bladen zijn verkeerd eivormig tot elliptisch van vorm en aan de randen naar boven omgekruld. Op het blad zitten klieren, die een kleverige stof afscheiden. Insecten die op het blad komen, kleven daaraan vast. Het blad krult over het insect en de klieren beginnen met het afscheiden van een verterend sap. De eiwitten van het insect komen op deze manier – via absorbtieklieren – ter beschikking van de plant. De eiwitten worden omgezet in stikstof – een aanvulling op de voor de groei van de plant noodzakelijke voeding. Van nature groeit het vetblad namelijk op stikstofarme grond.
Vanaf mei tot in augustus bloeit het vetblad op alleenstaande stengels met paarse, violetblauwe of lila bloemen. Die hebben een witte keel en aan de achterzijde van de bloem een priemvormig spoor. De bloemstengels zijn tot 20 centimeter lang. De bloem is 2½ centimeter in doorsnede. Na de bloei ontstaat er na bevruchting een doosvrucht.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in