Snoekkruid is een plant die de overgang tussen land en water markeert. Op ‘droog’ land en in het water voelt het zich niet thuis. Juist daar tussenin, in een moerasachtige situatie: des te beter. De bakermat van deze schitterend bloeiende moerasbewoner ligt in Centraal-, Midden- en Noord-Amerika.
Pontederia cordata groeit op de overgang van droog naar nat en bloeit met diepblauwe bloemen |
---|
Pontederia is het enige geslacht van de familie van de Pontederiaceae. Er bestaan twee soorten van dit geslacht.
Vooral wie een grote vijver heeft met een brede moerasrand daarlangs, zou snoekkruid kunnen planten. Langs kleine vijvers wordt de plant al gauw te groot in verhouding tot het wateroppervlak. Is snoekkruid eenmaal geplant, dan groeien de wortels ook in de richting van het water en zelfs duiken de wortels de vijverbodem in. Daaraan kan niet zonder meer de conclusie worden verbonden dat snoekkruid het ook wel goed in de vijver doet. Snoekkruid in een flinke mand in de vijver kan, maar de plant gaat dan korter mee. Beneden een waterdiepte van 40 cm groeit de plant niet meer.
Op de overgang water – land is sprake van relatief veel verandering: wisselende hoogte in waterpeil, lichte golfslag, perioden van extreem nat afgewisseld met die van maar net vochtig. In zo’n situatie voelt snoekkruid zich op z’n plaats; een situatie met lichte dynamiek in het eulitorale systeem.
Groei en bloei
Snoekkruid (synoniem: moerashyacint) kan wel 50 – 80 cm hoog worden als de bodem uit een luchtig, lemig mengsel met zand en veen bestaat. De bladeren worden op zich al 20 – 25 cm groot en staan op stengels. Het blad is spits hartvormig en glimmend groen.
In augustus is het hoogtepunt van de bloei; in juli verschijnen de eerste bloemen, eind september is het met de bloei gedaan. De bloemen staan op lange, bladloze stelen, in aren. De bovenste kelkslippen zijn naar boven gericht en de onderste naar beneden. De bloemen hebben wat weg van een orchidee en lijken zeker op de minder fijne bloemen van een hyacint.
Snoekkruid breidt zich uit door middel van worteluitlopers. Na ongeveer twee jaar zijn de planten volwassen en bloeien op hun best. Daarna wordt de bloei minder en blijft ook het blad kleiner in omvang. Daaraan is wel wat te doen: de planten moeten worden uitgegraven en gescheurd en opnieuw worden uitgeplant. Dit omdat er na verloop van tijd veel wortels zijn gevormd, die dicht bij elkaar zitten.
Pontederia cordata ‘Alba’ is nog weinig in cultuur |
---|
De toevoer van voedingsstoffen wordt hierdoor belemmerd met als gevolg een minder goede groei en bloei.
Soorten
Behalve dat de oorspronkelijke, blauw bloeiende soort van Pontederia cordata zijn er nu ook witte cultuurvariëteiten (schaars) verkrijgbaar: Pontederia cordata ‘Alba’ en Pontederia cordata ‘White Pike’. Deze soorten worden ongeveer 50 cm hoog. Het zijn goede aanvullingen op de bestaande soort. Plant ze in de vijver niet dieper dan 10 – 20 cm onder water.
Een bijzondere soort is Pontederia lanceolata. Helaas (nog) nauwelijks verkrijgbaar. De plant groeit en bloeit forser dan P. cordata, terwijl het blad meer lancetvormig is toegespitst.