Help! Een mol in de tuin!

0
444
mol in de tuin

‘Die mol moet dood.’ Had het laatste uur van een mol werkelijk geslagen? Een tuin met een geteisterd gazon en een met heuvels gesierde bloemenborder grensde aan een weiland, vanwaar kennelijk al het onheil vandaan kwam. Tenminste, het weiland lag er al even pokdalig en heuvelachtig bij. De vrijwel nieuwe tuin was in de ogen van de trotse tuinbezitter

Is hier nog wat eetbaars?

geruïneerd. Een goed verhaal over het nut van de mol kon hem kennelijk niet deren. Hij werd er niet koud of warm van. ’t Zal je ook maar gebeuren, je wordt er wanhopig van. Of is er wel iets tegen te doen?

Wat wij als mollenschade ervaren, heeft meer van doen met schade die is toegebracht aan ons netheidssyndroom. Ja, het staat natuurlijk niet mooi al die hopen op onderling keurige afstanden van elkaar. Zo’n beest moet ook leven, maar vooral niet in ons knusse territorium. Helaas staat er geen verwijzingsbord waar de mol wel z’n gangen en hopen kan maken. Het beestje is gewoon op zoek naar een geschikt eigen territorium waar voedsel te over is.
Goed, we vinden het niet mooi wat hij in onze tuin doet. Toch doet de mol wel degelijk goed werk. Dat daarbij gangen en hopen grond ontstaan, is het beestje eigen. ‘Hij’ heeft er ook niet om gevraagd dat wij juist ‘daar’ onze tuin wilden hebben. Een beetje bezitterig gedrag vertonen wij wel; van ongevraagde indringers moeten wij niets hebben.

Stel, dat uw planten plotseling omvallen en doodgaan. Wat doet u dan? In paniek raken of NEÊRLANDs Tuin vragen hoe dat kan en of we even een bestrijdingsmiddel aan de hand kunnen doen? Zeker weten, dat u op zoek gaat naar de oorzaak van dat alles met het doel een einde te maken aan die plotselinge verandering in uw territorium. En… misschien komt u er wel achter dat veenmollen de planten mollen of dat engerlingen de boosdoeners zijn van die gele plekken in het gazon. Toch bepaald niet leuk allemaal. In plaats van naar een chemisch of biologisch verantwoord middeltje te verwijzen zou ik u ook het advies kunnen geven om eens een mol aan te schaffen. Jawel, u leest het goed, gewoon een mol. Zo’n lief, zacht, zwart diertje dat onder de grond leeft. Eenmaal losgelaten heb je er geen omkijken meer naar. ‘Het’ redt zichzelf door wormen, engerlingen, veenmollen, ritnaalden, emelten en wat niet allemaal nog meer voor eng spul te verorberen.
Vreselijk nuttig, toch?

Wat ondergronds levend, eng spul

Een veenmol (Gryllotalpa gryllotalpa) knaagt aan wortels en stengels Emelt (Tipula-soort) is de larve van de langpootmug; in de nazomer en het voorjaar vreten de larven wortels aan Ritnaalden (Elate’ridae) (koperwormen) zijn de larven van de kniptor. Ze leven van vlezige plantendelen Engerling (Scarabae’idae) is de larve van de mei- en junikever. Ze vreten aan ondergrondse plantendelen

 

Echte graversuitrusting

Een mol scharrelt per dag een hoeveelheid voedsel bij elkaar, die gelijk is aan wel drie keer z’n eigen lichaamsgewicht. In de kaken van de mol staan scherpe tanden, waarmee met z’n prooi direct korte metten wordt gemaakt. Kikkers, slakken en muizen staan ook op het menu, mochten die onverhoopt in het gangenstelsel ronddolen. Een volwassen mol is ongeveer veertien cm lang en weegt tussen de tachtig en honderdveertig gram. Z’n zachte pels bestaat uit een dichte zwarte vacht, die op z’n buik grijs is. Van vocht of kou heeft de mol geen last, daar zorgt z’n (water- en zand)dichte jas wel voor. Alleen de vier poten zijn aan de onderkant onbehaard. De bleekroze huid ziet eruit als het velletje van een pasgeboren baby. De vijf tenen aan de vier schopvormige voeten zijn uitgerust met elk een scherpe, platte nagel waarmee al het onheil, zoals het graven van tunnels en het opwerpen van molshopen, wordt uitgevoerd. Twee miniscuul kleine

Een spoor van ‘vernieling’: molshopen zijn ervoor de beluchting van het gangenstelsel

ogen, zo groot als een flinke speldenknop, heeft de mol wel, maar geen oren. ‘Horen’ doet-ie met z’n tast- en snorharen, die ingeplant staan boven de spitse snuit.

Grotendeels solitair

In de paartijd en als er jongen zijn, leeft de mol samen met z’n vrouwtje. In mei – juni worden drie tot vier jongen geboren. Zolang de jongen nog niet hun eigen kostje bij elkaar kunnen scharrelen, genieten ze gastvrij onderdak. Daarna is het afgelopen en leeft elke mol strikt solitair. De jongen worden grootgebracht in een kogelronde ruimte, die aan een apart gemaakte zijgang ligt. De gang wordt door vader mol goed bewaakt tegen ongewenste indringers.
Om voedsel te verzamelen is een uitgebreid gangenstelsel nodig. Graven wordt dus gedaan om voedsel te verzamelen. De verblijfsgangen en holtes waar voedselvoorraden worden aangelegd, waar wordt geslapen en waar het nest wordt gemaakt beslaan een lengte van om en nabij honderdvijftig meter. Ondergronds heeft de mol maar één vijand en dat zijn zijn soortgenoten. Het eigen territorium wordt fel verdedigd tegen andere voedselzoekende mollen. Iedere dag worden de gangen geïnspecteerd op aanwezig voedsel en op indringers. Zo nodig wordt een ingestorte gang gerepareerd. Bij het graven van het gangenstelsel wordt regelmatig grond omhoog geduwd. Dat zijn de voor ons mensen nare molshopen, die geheel onverwacht her en der opduiken. Voor de mol betekent zo’n molshoop letterlijk een adempauze: de hoop luchtige aarde dient als luchttoevoer voor de gangen.

De mol leidt een geregeld leven: vier uur werken en eten worden gevolgd door vier uur rusten. Boven de grond waagt de mol zich

Het enige nare van een mol is dat het gazon naar de bliksem gaat door flinke hopen grond

zelden. Alleen wanneer een onoverkomelijke barrière op z’n gangpad ligt, moet hij wel eens boven over. Natuurlijke vijanden (predatoren) heeft hij ook: de vos, buizerd, kiekendief, uil en reiger lusten graag een molletje.

Het leven zuur maken

Behalve dat je gazon moeilijker te maaien valt door de verspreid liggende bulten grond of omdat je meent nu net in die ene mollengang je been te moeten breken, valt de schade die een mol veroorzaakt reuze mee. Overigens: de grond die een mol opwerpt in de vorm van een heuvel is prima potgrond.

Een mol met geavanceerde techniek verjagen

Wie een permanente bewaking wil instellen tegen overlast van de mol/mollen,

Aandrijving via zonnepaneel Schematische weergave

zonder zelf in het geweer te moeten komen, kan een anti-mollenapparaat aanschaffen. De voeding van de mollenverdrijver (“moller”…) gebeurt met behulp van een zonnepaneel (doorsnede 15 cm).

De mollenverdrijver heeft een effectieve werking voor 800 m2 oppervlakte. Elke dertig seconden wordt ondergronds een irritante hoge toon voortgebracht. Het apparaat is te koop voor € 49,95 (incl. btw).

Hieronder nog wat andere manieren (?) om mollen te verjagen, opgetekend uit de monden van door mollen geplaagde tuiniers.

Een mol vriendelijk verjagen:

Graaf een fles in de mollengang. De open fles brengt een fluittoon voort.
Laat de gangen vollopen met water; zet de tuinslang de hele dag erop.
Strooi visafval in de mollengang.
Strooi uiensnippers.
Leg mottenballen in de gangen.
Mollen houden niet van hoge tonen. Koop een mollenverdrijver.
Plant keizerskronen (Fritillaria imperialis).
Graaf ‘dubbeltjesgaas’ in rondom je tuin.
Trap elke dag de gang(en) dicht.
Steek zoveel mogelijk stokken in de gangen.
Drum de hele dag op een ijzeren staaf, die in de mollengang is geslagen.

Helpt dit allemaal niet – meer – en u bent ten einde raad?

Laat de mollenvanger ‘hem’ nu eindelijk eens vangen.
Breng ‘Mollenschrik’-geurstaafjes aan (ECOstyle).
Gebruik Luxan-mollenpatronen.
Gebruik een mollenklem.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here