Een zeker gemakkelijk te houden plant voor iedere tuin is de brunel of prunel. Deze bodembedekkende vaste plant stelt weinig eisen aan de grond. In de zomer bloeit de brunel vanaf juni tot aan de eerste nachtvorst. Bijen vliegen af en aan op de bloeiende brunel.
 |
 |
|
| P. grandiflora, met een zee van lilapaarse bloemen. |
P. x webbiana ‘Loveliness’ |
|---|
Wanneer de brunel of Prunella het naar z’n zin heeft, verovert hij elk jaar wel wat meer van de ruimte om zich heen. Uitlopers van 10 – 20 cm zijn heel gewoon. Het is een uitstekende plant om een tapijt te vormen. In bloei is het een zee van golvende aren, die lilapaars of diep lilaroze van kleur zijn.
Belangrijke soorten in cultuur
Prunella grandiflora, vooral de bloemaren vallen op door hun grootte. De bladeren zijn gaafrandig en ei-lancetvormig. Het blad is frisgroen van kleur. De stengels stijgen op tot een hoogte van 15 – 20 cm. De bloemen zijn lilapaars van kleur. De beste soort om een tapijt te vormen.
Prunella x webbiana, bloemen groot en karmijnkleurig. Bladeren wat kleiner dan van de voorgaande soort. Hoogte 10 – 15 cm.
Prunella x webbiana ‘Rosea’, heeft korte afgeronde bladeren. Bloemen zijn karmijnkleurig en groot van omvang. Goede tapijtvormer. Hoogte 15 – 30 cm.
Prunella x webbiana ‘Loveliness’, heeft mooie, rechtopstaande korte lilaroze bloemaren. Wordt niet hoger dan 15 cm. Bloeit wat korter dan de andere brunellen namelijk tot einde juli.
Prunella laciniata, een wit bloeiende soort die maar weinig te koop wordt aangeboden. De bladeren zijn diep ingesneden. De bloemen blijven klein en de bloei duurt helaas maar kort. Groeit langzamer dan de andere soorten.
Prunella behoort tot de familie van de lipbloemigen (Labiatae). Door zijn patte groeiwijze is de brunel heel goed te gebruiken als bodembedekkende plant aan de rand van de bloemenborder of in de rotstuin. Een goed doorlatende vochtige bodem is een minimale eis om succes te hebben. Kies een plek in de volle zon. Een half schaduwrijke plaats kan ook wel, maar dan wordt er meer blad dan bloem gevormd. Van nature komt de brunel in Nederland ook in het wild voor. Op vochtig zandige plaatsen en heidevelden is de inheemse soort te vinden.
Alle soorten kunnen in het najaar door deling worden vermeerderd. Ook vermeerderen de planten zich, doordat de liggende stengels snel wortelen. Ze kunnen ook uit zaad worden opgekweekt.
