Ranunculus glacialis, gletsjerhanevoet

0
412

Gletsjerhanevoet of gletsjerranonkel behoort tot die plantengroep, die tot zeer hoog in de bergen voorkomt. Het is een pionierplant, die flinke kou en sneeuw, die lang blijft liggen, kan verdragen.

Gletsjerhanevoet groeit en bloeit heel hoog in de bergen

Meestal komt er in de natuurlijke situatie maar een enkele pol van voor. Het is een kalkmijdende plant, die graag voortdurend smeltwater langs z’n voeten wil hebben stromen. Gletsjerhanevoet groeit van nature tussen de 2.000 tot circa 4.300 meter hoogte in het gebergte. Daarmee is het een van de weinige zo hoog bloeiende planten op aarde.

Ranunculus glacialis (Ranunculaceae) wordt 4 tot 15 centimeter hoog. De plant groeit met verdikte wortels met daaraan talrijke haarwortels in een minimale hoeveelheid geërodeerd puin. Deze ranonkel is geen liefhebber van kalk in de grond. Bovendien moet het weinige substraat liefst zo kort mogelijk geleden zijn gevormd (voedselarm silicaat of Alpenoergesteente) of door de wind zijn afgezet. Buiten de kalkarme Alpengebieden (o.a op de Finsteraarhorn) komt de plant ook voor in de Sierra Nevada en het Spaanse deel van de Pyreneeën en in een iets afwijkende vorm ook in IJsland en het oosten van Groenland. Het is een Atlantisch-arctische alpineplant.

Ranunculus glacialis heeft in drieën gedeeld blad, dat vlak boven de grond ontspruit. De bladdelen zelf zijn drie- of meerdelig ingesneden. De bladen zijn opvallend dik en donkergroen van kleur. Op een bloemstengel kunnen één of meer bloemen staan. Soms is er boven aan de bloemstengel een zittend blad te zien. De buitenste bloembladen zijn steevast voorzien van donker roestbruine haren. De kelkbladen zijn in verhouding tot de plant buitengewoon groot, bekervormig, van buiten wit of rozerood. De bloembladen blijven aan de plant, ook al is het platte vruchtje al gevormd. Gletsjerhanevoet bloeit in juli en augustus, bijna gelijktijdig met edelweiss.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in