Juglans regia, walnoot

0
486

De bakermat van de walnoot (Juglans), ook wel okkernoot of gewoon noot genoemd,

ligt in het zuidoosten van Europa en de gematigde streken van Azië. Vandaaruit is de boom over grote delen van Europa verspreid. Een walnoot wordt 15 meter of meer hoog en zeker 10 meter breed.

Walnotenboom

Het is bepaald geen boom voor een kleine tuin. Je moet er de ruimte voor (over) hebben. Voor de siertuin is de productie van noten minder belangrijk, de fraaie kroon is daar belangrijker. Door het vroege bloeitijdstip en de kwetsbaarheid daarvan voor nachtvorst, wagen zich maar weinig mensen aan het planten van een noot in de tuin. Inmiddels zijn er goede selecties van walnoot, die – geënt op onderstam – een goede notenproductie hebben. En elke noot die eraan komt, is dan mooi meegenomen.

Nutswaarde

In tuinen bij kastelen en buitenplaatsen kreeg de walnoot een voorname rol toebedeeld: pronken met een majestueuze exoot. Bij boerderijen had de walnoot meer een functie om muggen bij de koeienstal weg te houden. De bladeren bevatten juglandine, een stof die muggen op afstand houdt. In de meubelindustrie diende wortelnotenhout voor het fineren van meubelen en werden kleine voorwerpen, zoals dienbladen, ervan gemaakt. Voor de bereiding van notenlikeur worden noten gebruikt.

Onvoorspelbaar

Wie een walnoot eenmaal heeft geplant, moet engelengeduld hebben om de boom te zien bloeien en vruchten te oogsten. In de periode april tot en met mei bloeit de boom. Aan een en dezelfde boom verschijnen zowel manlijke en vrouwelijke katjes. De boom is eenhuizig. Manlijke katjes bloeien soms ver, voordat de vrouwelijke katjes rijpen (protogynisch); vandaar dat de bevruchting soms moeilijk is. In andere gevallen rijpen vrouwelijke vruchtbeginselen eerder dan dat er manlijk stuifmeel vrijkomt (protogynisch). Schommelingen in de temperatuur in het voorjaar zijn verantwoordelijk voor een onvoorspelbaar bloeigedrag en ook vruchtzetting. De vruchtzetting kan ook plaatshebben zonder bestuiving (apomixie).

Bodemkieskeurig

In de eerste plaats moet het walnotenras geschikt zijn voor het heersende klimaat. Geringe verschillen kunnen tot mislukking van de vruchtzetting leiden. Naast een fraai ogende boom is een nootje op z’n tijd toch wel welkom. Een walnoot houdt van een goed ontwaterde, water doorlatende en vruchtbare bodem. De grond mag absoluut niet zuur zijn en moet veel kalk, magnesium, sporenelementen en fosfaat bevatten.
Licht en ruimte zijn de tweede belangrijke eis, waaraan voldaan moet worden, wil je op den duur een goed gevormde boom krijgen. Houd rekening met een kroondoorsnede van tussen de acht tot vijftien meter. Voorafgaande aan het planten moet de grond diep worden losgemaakt, het liefste tot aan het grondwater; een walnoot groeit zowel in de diepte als in de breedte.

Snoeien

Een walnoot moet zo min mogelijk worden gesnoeid. Als snoeien nodig is, beperk de snoeibeurt dan tot het verwijderen van dood hout en het bijstellen van de kroonvorm of -opbouw. Noten worden het beste in volle bladstand gesnoeid: van begin juni tot uiterlijk begin winter of direct na de bloei. Snoeien op een later tijdstip maakt de boom buitengewoon kwetsbaar voor vorstschade. De sapstroom komt al vroeg weer op gang en de boom zal overmatig bloeden met een grote kans op het afsterven van delen van de boom.

Vruchten beschermd met een dikke bolster

Bij het snoeien is het belangrijk geen stompen te laten zitten, die zullen afsterven. Bepaalde soorten verdragen zelfs geen snoei. Snoei nooit terug in overjarig hout. Knoppen op overjarig hout lopen heel moeilijk of niet uit.

Oogsten

Rijpe noten moeten vanzelf uit de boom vallen; plukken is absoluut onnodig. Andere manieren van plukken maken de kans op beschadiging van takken groot met als resultaat het bloeden van de boom. Noten zijn omgeven met een groene bolster, die de eigenlijke vrucht beschermt. De bolster bevat een okergele kleurstof, die moeilijk uit kleding is te verwijderen. Geraapte noten moeten enkele weken worden gedroogd in een goed geventileerde ruimte. Hierna is de eigenlijke vrucht ten minste twee jaar te bewaren.

De vorm van de vrucht hangt samen met de walnootsoort. Zo heeft elke Juglans-soort zowel een eigen verschijningsvorm als tekening op de noot.

     
Vrucht van okkernoot (Juglans regia) is de bekendste noot Vrucht van
Juglans cordiformis
Vrucht van de grijze walnoot
(Juglans cinerea)
Vrucht van de zwarte walnoot
(Juglans nigra)

Ziekten

De walnoot kan worden aangetast door bladluis: de bonte okkernootbladluis (Chromaphis juglandis) en de gele okkernootbladluis (Chromaphis juglandicola). Door het zuigen van bladluizen kan een walnoot gevoelig worden voor de bacterieziekte (Xanthomonas juglandis). De ziekte veroorzaakt bruine vlekken op blad en bolster. De vruchten binnen de bolster kunnen zwart worden en verslijmen. Een late infectie veroorzaakt nauwelijks schade. Een walnoot wordt gevoelig voor bacterieziekte als te veel wordt bemest. Op een schrale grond komt de ziekte veel minder voor en is sterk afhankelijk van het ras. De aantasting is te bestrijden met een koperoxychloride houdend middel of Asepta Nexion, Kerex-insecticide en Thiodan emulgeerbaar.

Rassen

De onderstam waarop een noot is geoculeerd, bepaalt de vruchtbaarheid, de vorstgevoeligheid en de resistentie tegen ziekten. Vraag bij aanschaf van een walnoot naar:
a. de eigenschappen van de onderstam
b. de herkomst van de boom – in hetzelfde (woon)gebied geteelde bomen zijn beter geschikt voor aanplant

‘Amphyon’ – Ras is geschikt voor Noord-Nederland. De boom loopt laat uit, zodat er minder kans is op vorstschade. Boom met tot tien meter brede kroon, breed uitgroeiend. Op jonge leeftijd draagt de boom al redelijk goed. De vrouwelijke vruchtbeginsels zijn zelf bevruchtend. Vruchten rijpen vanaf half oktober. Noot is langer dan breed en heeft diepe groeven. De vruchten vallen van de boom zonder bolster. Smaak van de vrucht is uitstekend. Weinig gevoelig voor ziekten.
‘Broadview’ – Boom afkomstig uit de Karpaten. Zeer winterhard, maar weinig geschikt voor noordelijke streken. Uitstekend geschikt in gebieden beneden de grote rivieren. Zeer productief ras, zelfs op jonge leeftijd. Boom met matige groei. Op latere leeftijd neemt de groei sterk af en wordt veel kortlot gevormd. De bloemen zijn niet zelf bevruchtend; nabijheid van een ander ras is nodig om vruchtzetting te garanderen (protandrisch). Vruchten langwerpig met weinig groeven. De vruchten vallen uit de boom zonder bolster. De noot is iets bitter van smaak. Plant de boom met de plaats van veredeling net onder de grond. Dit voorkomt een scheve groei.
‘Buccaneer’ – Boom sterk opgaand, met smalle, hoge kroon. Er worden geen kortloten gevormd. Minder geschikt voor noordelijke gebieden. De productiviteit is matig, maar treedt vroeg in. De boom is zelfbestuivend (protogynisch). Met een andere noot in de buurt is de vruchtzetting beter. Door het late uitlopen van de knoppen is de boom weinig vorstgevoelig. De noten zijn groot, maar kort en breed en hebben weinig groeven. Vanaf eind september tot half oktober vallen de noten uit de boom. De smaak is iets bitter. Weinig ziektegevoelige boom. Ooit was deze noot een van de beste (Nederlandse) selecties.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in