Tijm is inheems in het Middellandse-Zeegebied, in het zuiden van Italië en in Griekenland, waar het op rotsige hellingen groeit. Grieken en Romeinen gebruikten het kruid al. De Romeinen brachten het waarschijnlijk mee naar West-Europa. Het werd gebruikt bij het balsemen en het uitroken van kamers en kleren. Volgens overlevering is het geliefd bij feeën en elfen. Tijm werd vaak aangehaald door Shakespeare en andere schrijvers. In de Middeleeuwen borduurden edelvrouwen tijmmotieven op de sjerp van hun geliefden.
Bruiden legden op hun trouwdag en takje tijm in hun schoen en fluisterden: ‘Tijm heb ik in m’n schoen gedaan, kijk alsjeblieft geen ander aan’.
Tijm behoort tot de familie der Labiatae. Het geslacht Thymus omvat ongeveer vijftig soorten. Behalve heesters en halfheesters zijn er ook kruipende bodembedekkers. Deze lipbloemige heeft houtachtige stengels met afgeronde, grijsgroene blaadjes die heerlijk geuren. Tijm bloeit vanaf mei tot september met schijnaren die bestaan uit schijnkransen met drie tot zes wit tot lichtpaarse bloemetjes. De bloemstelen bevatten veel etherische oliën. De bloemetjes van tijm trekken veel bijen en hommels aan.
Het kruid verlangt een zonnige, droge plaats en houdt van kalkrijke grond. Zware grond kan luchtiger worden gemaakt door er wat turfmolm door te mengen. Tijm is uitermate geschikt als randgewas langs borders en paden en doet het uitstekend in rotstuinen. Vermeerderen kan door te zaaien, af te leggen, te stekken of te scheuren. Na ongeveer drie jaar gaat het aroma wat achteruit en is het nodig het struikje op een andere plek te zetten.
Soorten
Thymus vulgaris kent twee typen: Franse of zomertijm. Deze groeit snel en is erg aromatisch, maar vorstgevoelig en overleeft meestal de winter niet. Duitse of wintertijm groeit langzamer maar heeft meer weerstand tegen kou. Citroentijm (Thymus citriodorus), van 10 tot 30 cm hoog, heeft goudbonte blaadjes die heerlijk naar citroen ruiken. Wilde tijm of kwendel (Thymus serpyllum) van amper 20 cm hoog komt voor op zonnige zandgronden van Midden- en Zuid-Europa. De kruipende steeltjes hebben paarsgewijs ronde, gladde blaadjes. De bloei is met trosvormige paarsblauwe bloemetjes.
Gebruik
Tijmblaadjes of takjes kunnen worden gebruikt in aardappel-, vlees-, kip- en visgerechten en in soepen (tomaten). Het is een onderdeel van het bouquet garni: tijm, peterselie en een blaadje laurier. Tijm behoudt gedroogd z’n sterke aroma. Blaadjes en takjes kunnen goed worden ingevroren. Het bevordert de spijsvertering en werkt antiseptisch. Thee van tijm met wat honing verzacht hoest en maagkrampen.