Kogelbloem, geler dan botergeel

0
854

Weinig gebruikt en ‘onbekend maakt onbemind’ is beslist van toepassing op deze vaste plant. Ten onrechte, want de felgeel gekleurde en bolvormige bloemen van de kogelbloem (Trollius) passen uitstekend aan de rand van het moerasgedeelte bij de vijver. In combinatie met bijvoorbeeld rietgras (Phalaris arundinaceae ‘Picta’) of slijkgras (Spartina pectinata ‘Aureomarginata’) harmonieert de kogelbloem erg mooi.

IJle en smal opgaande bladeren van grassen contrasteren prachtig met de diep ingesneden handvormige bladeren van de kogelbloem.

Niet voor niets dankt de kogelbloem zijn naam aan de vorm ervan. De bijna ronde vorm van de bloem in gesloten toestand heeft veel weg van een kogel. De felgele kleur van de kogel kan niemand ontgaan. Deze gele kogel is alleen maar het omhulsel van de echte bloem. Het omhulsel bestaat uit gekleurde kelkbladen. De mat glanzende waas over de kelkbladen heeft iets weg van de glans van boter. De echte bloemkroonbladen bevinden zich binnen de omsluitende kelkbladen.
Bloeiende kogelbloemen hebben lange stevige stengels en staan fier verheven boven de bladeren. De bloemstengels worden wel 30 – 50 cm lang. De kogelbloem is een goede snijbloem en lang houdbaar op vaas.

Sierlijk en decoratief blad

Het blad van Trollius lijkt sprekend op dat van z’n familielid, de boterbloem. Beide behoren tot de Ranunculaceae. Het blad is wat breder en langer dan van de boterbloem. De scherpe insnijdingen en de spitsvormige einden van het handvormige blad zijn heel fraai. Het blad is fris zachtgroen van kleur. De plant is goed te combineren met lancetvormige texturen van andere planten.

Voornamelijk Trollius-hybriden

De kogelbloem komt in het wild in Europa voor in berggebieden (500 – 2500 meter). In de bergen bloeit de Trollius europaeus in juni – juli. De tuinvormen bloeien in mei tot aan juli. De tuinvormen van de plant zijn bijna allemaal hybriden van Trollius europaeus, Trollius sinensis of Trollius asiaticus. Kenmerkend voor hybriden is dat de kelkbladen aan de uiteinden naar buiten toe licht omgebogen zijn.

Goede hybriden zijn:

Trollius ‘Goliath’ met heel grote bloemen, maar niet groot in aantal.
Trollius ‘Etna’ heeft diepgele bloemen met een oranjekleurige waas.
Trollius ‘Golden Queen’ met oranjegele bloemen.
Trollius ‘Lemon Queen’ met licht citroengele bloemen.

Trollius verlangt een humusrijke en blijvend vochtige grond. In halfschaduw groeien de planten het beste. Veel zon op de wortels is slecht en schadelijk. Bescherm daarom de wortels met wat grof, humusrijk materiaal bijvoorbeeld bladgrond, compost, boomschors of tuinturf. Trollius kan worden vermeerderd door in het najaar de plant te scheuren of te delen. Ook kan, zodra het zaad rijp is, worden gezaaid in potten in de koude bak. Het kan wel twee jaar duren voor de zaden ontkiemen.

Blad en stengels kunnen worden aangetast door de gevreesde brandziekte, er ontstaan dan blaasvormige zwellingen, die bij het openbarsten een zwarte sporenmassa uitstoten. Bladeren en stengels die door deze zwam zijn aangetast, moeten meteen worden weggenomen en worden verbrandt of in de kliko worden gedaan. Trollius heeft zo nu en dan ook wel eens last van een virus, bladeren worden vlekkerig en de planten groeien slecht. Aangetaste planten kunnen maar het beste worden verwijderd en door gezonde planten worden vervangen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in