Wanneer het weer tijd is om de bollen te planten

0
745
bloembollen planten

1. Wanneer bloembollen planten?

‘Bloembollen’ is de verzamelnaam voor planten die onder de grond een bol, stengelknol, wortelknol of een wortelstok hebben. Bloembollen die in het voorjaar zullen bloeien, worden in het najaar geplant.

Bij voorkeur in een periode die ligt tussen einde september en op z’n laatst in december. Hoe vroeger de bolgewassen geplant worden, des te eerder zullen ze wortelen en spruiten ontwikkelen. De grond is aan het begin van de herfst nog een beetje warm. Ze zijn daardoor ook beter bestand tegen vorst in de grond. Bij zeer strenge vorst kan de grond tot wel dertig centimeter diepte bevriezen. Plant geen bollen wanneer de vorst al in de grond zit of wanneer deze kletsnat is.

2. Bodem en grondmengsels

Het belangrijkste voor een goede beworteling en bloei van bolgewassen is ongetwijfeld een luchtige en niet lang nat blijvende grond. Door natte grond verstikken de bollen en rotten ze volledig weg. Bloembollen gedijen het beste in een licht humeuze grond. Zware klei-achtige gronden kunnen verschraald worden met een flinke hoeveelheid zand. Meng deze in een verhouding van drie delen zand op een deel klei. Spit het mengsel goed door met behulp van een vork met platte tanden of gebruik een tuinklauw of cultivator. Maak de grond goed rul; dat wil zeggen: vermorzel alle grote brokken tot een kruimelige grond ontstaat. Toevoeging van een kant en klaar verkrijgbare bladgrond is ook uitstekend. Vooral voor die bolgewassen die blijvend vast blijven staan – dus die na de bloei niet uit de grond worden verwijderd – vereisen bovenstaande grondbewerking.
Bolgewassen houden bijzonder veel van een kalkrijke (calcium en/of Kali) grond. Toevoeging van een kunstmeststof, N.P.K. in de verhouding 5.10.5, kan worden toegevoegd. Of meng een flinke hoeveelheid compost of beendermeel door de grond. Een hoeveelheid kunstmest van ca. 5-6 kg/10 m2 is toereikend.

3. Plantplaats van bloembollen

Alle bolgewassen houden van een zonnige tot half beschaduwde plaats. Krokussen en de vele botanische

tulpen moeten bij voorkeur op een juist zonnige plek geplant worden.
Overigens zijn er heel veel bolgewassen die op een schaduwrijke plek geplant kunnen worden. Dit zijn onder andere blauw druifje (Muscari), anemoon (Anemone nemorosa), daslook (Allium ursinum), holwortel (Corydalis cava), helmbloem (Corydalis solida), gele helmbloem (Corydalis lutea), knikkende vogelmelk (Ornithogalum nutans), lenteklokje (Leucojum vernum), wilde of boshyacinth (Scilla nonscripta), zomerklokje (Leucojum aestivum), sneeuwklokje (Galanthus nivalis), Salomonszegel (Polygonatum multiflorum), kievitseitje (Fritillaria meleagris).
Duidelijk – met stokjes of iets dergelijks – markeren voorkomt schade wanneer in de nabijheid geharkt of gespit moet worden. Voor overblijvende bolbeplantingen is het beter een schets te maken van waar deze bollen geplant zijn, zodat in de zomer, wanneer het loof afgestorven en verdwenen is, er niet door bijplanten van andere gewassen schade zal ontstaan.

 

4. Plantafstand en bloeitijd

Aangezien de meeste bloembollen in tuincentra en warenhuizen verpakt worden verkocht, is op de beschrijving meestal ook aangegeven op welke afstand de bollen onderling geplant kunnen worden. Voor een tijdens de bloei goed opvallend effect van de beplanting moeten de bollen zo dicht mogelijk geplant worden. Houdt ook de bloeihoogte goed in de gaten: de hogere soorten moeten niet de heel lage soorten aan het oog onttrekken.
Belangrijk is eveneens wanneer een soort bloeit. Bij een juiste keuze van verschillende bloeitijden kunt u vanaf eind januari tot ver in maart een aaneenschakeling van bloeiende bolgewassen en kleurenpracht verkrijgen.
Tulpen bijvoorbeeld zijn naar type in te delen wat hun bloeitijden betreft: vroege tulpen zijn onder meer de enkele- en dubbele vroege tulpen, de Greigii- en de Kaufmanniana-hybriden. De laag blijvende soorten uit deze reeks zijn eveneens geschikt voor bakken en potten. Middentijds bloeiende tulpen zij onder meer de Triumph- en Mendeltulpen en de zogenaamde Darwinhybriden. Late tulpen zijn onder meer de parkiettulpen en de lelieachtige- of papegaaitulpen, de Rembrandttulpen en de dubbele late tulpen. Daarnaast is nog een hele verzameling zogenaamde botanische tulpen verkrijgbaar. Deze tulpen kunnen vast blijven staan en kunnen in flinke groepen geplant worden in bijvoorbeeld het gazon of als (brede) rand ter afzoming van een heesterrand of langs de voet van een haag. Geschikte soorten zijn onder meer Tulipa turkestanica waarvan de bloei in begin maart valt (20 cm hoog). Deze soort is meerbloemig en bloeit opvallend crème-kleurig. De Tulipa kolpakowskiana bloeit geel-rood in april (15 cm hoog), terwijl Tulipa marjolettii in mei rood-wit bloeit en vijftig cm hoog wordt.

5. Hoe te planten? Op welke diepte?

Vooraf moet de grond goed voorbewerkt zijn aleer de bollen werkelijk geplant kunnen worden. Na de grondbewerking is de grond los van structuur. Daarom is het prikken van gaten met een te puntig voorwerp absoluut ongeschikt; de luchtzak onder in het plantgat voorkomt in zo’n geval dat de bol-bodem onvoldoende in aanraking kan komen met de grond. Gebruik het liefst een echte bollenplanter. De bollenplanters zijn in twee typen verkrijgbaar: een bollenplanter waarbij de grond eruit getikt moet worden en de bollenplanter met een veermechanisme, waarbij de grond automatisch geleegd wordt. Vooral bij aanplant van veel bollen loont het de moeite dit laatste type aan te schaffen. Uiteraard kan ook gewoon een (hand-)plantschopje gebruikt worden. Het nadeel hiervan is dat maar zelden alle bollen op een zelfde hoogte geplant zullen worden, zodat verschillen in hoogte van het gewas zullen ontstaan of zelfs dat de bol nooit opkomt! Bij aanplant van grote plantvakken is het gebruik van de panschop of een bats heel handig en voor grote plantplekken in gazons een must. Deze Hollandse manier van aanplanten is ook heel bruikbaar wanneer de bollen niet keurig in gelid geplant behoeven te worden, maar uitgestrooid worden over een grote oppervlakte. Door uitstrooiing ontstaat een meer ‘natuurlijk’ beeld van aanplant. Vooral voor botanische bolgewassen geeft dit een fraai oogend effect.

5a. Plantdiepte

Als stelregel geldt een plantgatdiepte die gelijk is aan driemaal de maximumdiameter van de bol. Er zijn echter zoveel uitzonderingen op de regel, dat daarom beter voorafgaand aan het planten bekeken moet worden welke plantdiepte geldt voor het bolgewas dat is aangeschaft. De plantdiepte heeft altijd betrekking op de afstand tussen bolneus en bovenkant van de grond na afdekken van de bol.

6. Bollen planten in bakken en potten voor op het balkon

Om van bloembollenpracht te kunnen genieten is het hebben van een tuin niet echt nodig. Een aantal flinke

potten in een maat van 25-30 cm met daarin een aantal tulpen, narcissen, sneeuwklokjes of krokussen geeft later toch dat ‘lente-gevoel’. Kies vooral lage soorten, deze zijn minder windgevoelig. Uiteraard kunnen ook grotere bakken voor dit doel gebruikt worden. Zorg vooral dat de pot of bak goed kan draineren. Leg in voldoende mate potscherven of stukjes hardschuim op de bodem. Bedek deze vervolgens met een laag scherp zand en daar bovenop een goede potgrond. Het planten van de bollen kan in verscheidene lagen! Als u soorten met een verschillende hoogte en bloeitijd kiest, hebt u heel lang plezier van deze mini-tuin. Combinaties van narcis en blauwe druifjes zijn daardoor bijvoorbeeld goed mogelijk. Bij strenge, aanhoudende vorst moeten de potten en bakken wel beschermd kunnen worden. Afdekken met stro of jute zakken is effectief.
Geschikte soorten voor potten en bakken zijn:
Crocussen: Crocus laevigatus, Crocus ancyrensis, Crocus chrysanthus, Crocus tommassianus en al hun cultuurvariëteiten, Crocus flavus.
Narcissen: ‘Baby Moon’, ‘Tête-à-Tê’, Narcissus campernelli, Narcissus nanus, Narcissus pumila, Narcissus canaliculatus, Narcissus asturiensis.
Tulpen: ‘Apricot Beauty’,’Generaal De Wet’, ‘Beauty of Volendam’, ‘Van der Neer’, ‘Diana’, ‘Stockholm’, ‘Carlton’, ‘Estella Rijnveld’, ‘Bonanza’, T. praestans ‘Fuselier’, T. praestans ‘Brilliant Star’, ‘Joffre’, ‘Christmas Marvel’, ‘Unicum’, ‘Fringed Beauty’, ‘Heart’s Delight’, ‘The First’, ‘Early Harvest’, ‘Goudstuk’, ‘Johan Straus’, ‘Gluck’, ‘Jeantine’, ‘Berlioz’, ‘Treasure’, ‘Mary Ann’, T. bakeri ‘Lilac Wonder’, T. batalinii etc.
Bij aandachtig zoeken zult u zeker veel meer soorten kunnen vinden, die niet te hoog worden en daardoor geschikt zijn om in potten en bakken te planten. Voor bijzondere bolgewassen, die eveneens geschikt zijn om op het balkon te planten, verwijs ik naar het volgende punt in dit artikel.

7. Bolgewassen vervroegen voor kamercultuur

Waarschijnlijk kent u ook wel die heerlijke geur van bloeiende hyacinthen wanneer u een kamer binnenkomt.

Het ’trekken’ van hyacinthen op water is een heel bekende cultuur. Maar er zijn veel meer bolgewassen die zich uitstekend lenen voor vervroeging. De hoeveelheid bollen die u nodig hebt, is afhankelijk van de potmaat.
In principe zijn er drie methoden om bollen op te kweken voor huiskamercultuur.
Achtereenvolgens zijn deze:

a. op water, b. op grint, c. in potgrond.

a. Op water:

Gebruik speciale glazen vazen voor hyacinthen, tulpen of narcissen of speciale plastic potjes met een deksel erop, waar de bol ingeklemd kan worden. Voor het beste resultaat moet u wel speciaal voorbewerkte bollen kopen. Deze bollen zijn ‘geprepareerd’; dat wil zeggen: hebben gedurende een bepaalde periode aan koude (in koelhuis) blootgestaan. Tijdens deze koelperiode wordt de zogenaamde bloembodem (primordium) aangelegd. De methode noemt men ‘vernalisatie’. Desgewenst kunt u dit ook zelf uitvoeren. Doe de gekochte (onbehandelde) bollen in een plastic zak met daarin gaatjes, zodat de bollen kunnen ‘ademen’. Bewaar de bollen 4-6 weken in de koelkast in de groentenlade bij een temperatuur die tussen de 5-6 graden Celcius ligt. Laat ze niet bevriezen!
Voor Amaryllis en Narcis ‘Tazetta’ is bovenstaande behandeling absoluut uit den boze. Zet de bol (gekocht en behandeld of zelf bewerkt) op het glas dat gevuld is met water. Zorg dat de bol stevig klem zit op het glas of de pot om later omkiepen te voorkomen. Plaats het glas/de pot met de bol daarna op een donkere, frisse plaats. De maximale temperatuur mag niet boven de 12 graden Celcius uitkomen. Een donkere kast op een onverwarmde slaapkamer of een donkere plaats in kelder, schuur of garage is goed. Wanneer na ongeveer 3-4 weken zich een spruit van zo’n 5-6 centimeter heeft gevormd, kan het bolgewas in een verwarmde kamer geplaatst worden. Let erop dat gedurende de gehele procedure zich voldoende water in het glas of de pot bevindt. Het water moet ca een halve centimeter onder de bolbodem blijven. Goede soorten voor glas-/potcultures zijn:
Hyacinthus ‘PinkPearl’, ‘Carnegie’, ‘Delft Blue’ en ‘Ostara’, Narcissus ‘Tazetta’, ‘Cragford’, ‘Grand Soleil d’Or’, Crocus ‘Remembrance’, ‘Zwanenburg Bronze’, ‘Skyline’, ‘Jeanne d’Arc’, ‘Vanguard’, ‘Grote Gele’. Tulpen: ‘Brilliant Star’, ‘Joffre’, ‘Christmas Marvel’, ‘Prominence’, ‘Flair’, ‘Electra’, ‘Peach Blossom’, ‘Mr. van der Hoef’ etc.

b. Op grint:

De cultuur, plantwijze, de noodzakelijke behandeling van de bollen etc. is gelijk aan die voor watercultuur. Het grint vervangt in feite de potgrond. Gebruik een waterdichte pot. Uit wat voor een materiaal de pot gemaakt is, doet er niet toe. Breng ten minste 5-10 cm grint in de pot aan. Vul de pot met water en zorg ervoor dat als de bollen geplant zijn, de bolbodem niet in het water staat. Vul geregeld met water aan gedurende de tijd dat de bollen ’trekken’. Behandeling is verder gelijk aan die van bollen op water. Goede soorten voor grintcultures zijn:
Narcissus ‘Totus albus’, ‘Paperwhite’, Narcissus ‘Grand Soleil d’Or’, N. ‘Tazetta’. Tulpen en krokussen: zie hiervoor onder glascultures. Muscari (blauw druifje): armeniacum ‘Cantab’, ‘Blue Spike’, ‘Heavenly Blue’, Muscari botryoides ‘Album’, Muscari tubergenianum, Muscari comosum plumosum.

c. In potgrond:

kies een luchtig, licht mengsel aan grond. De grond moet water doorlatend zijn, dus vermenging van potgrond met 1/3 zand is heel goed. Gebruik beslist geen turfmolm of vette tuinaarde. Alle potten met een flinke omvang zijn goed te gebruiken. Fraai zijn de plantschaalachtige bloempotten; die zijn wat minder hoog dan de gewone bloempot en uitstekend bruikbaar voor ons doel. Doe wat grint of potscherven onder op de bodem van de pot voor drainage.

Daarna kan het grondmengsel daar direct overheen worden aangebracht. Vul de pot tot op 1 centimeter onder de rand in verband met het begieten. Plaats de potten op een koele plaats; de temperatuur mag niet hoger zijn dan 10-12 graden Celcius. Controleer de potten regelmatig op muizenvraat! Het is beslist niet noodzakelijk om de potten op een donkere plaats te zetten.
Een andere manier is om de potten/schalen in de tuin in te graven. Graaf een kuiltje, waarbij de bovenkant van de pot/schaal maximaal 15 centimeter onder de oppervlakte komt te staan. Markeer de plaats waar u wat ingegraven hebt en dek de plek af met een laag stro, zaagsel of schoon zand. Dit vergemakkelijkt het uitgraven, wanneer het gevroren heeft. Na ongeveer acht weken kan alles weer uitgegraven worden. Hebt u geen tuin, dan kunnen de potten ook met zwart plastic folie afgedekt worden. Door de potten op verschillende tijden binnen te halen wordt in huis de tijd met bloeiende bollen verlengd.

8. Plant eens wat anders dan tulpen, narcissen of krokussen!

Er is in uw tuin veel meer te bereiken dan met alleen de bekende bolgewassen. Het bloeiseizoen, dan alleen februari en maart, kan met behulp van de bol- en knolgewassen veel langer doorlopen: tot wel einde juni!

9. Tabel met enkele bijzondere bol-/knolgewassen

Om u wat op weg te helpen hierachter wat soorten:

Nederland kent een beperkt aantal bollentelers, dat biologisch geteelde bloembollen op de markt brengt. Het sortiment en de leverbare aantallen zijn nog gering. Van de ca achteneenhalf miljard bloembollen, die jaarlijks worden geproduceerd, zijn er zo’n vier miljoen die van biologisch geteelde oorsprong zijn.
Bij de gebruikelijke teelt van bloembollen wordt veel gif gebruikt, voornamelijk bij het ontsmetten (toclofosmethyl) van de grond. De bloembollenteelt staat op de tweede plaats in de toptien qua gifgebruik.
Bollentelers die zijn overgegaan zijn op een biologisch verantwoorde teelt van bloembollen, gebruiken geen chemische bestrijdingsmiddelen, geen kunstmest en doen niet aan genetische manipulatie. Deze bloembollen voldoen aan het EKO-keur. Wie wil meedoen aan een schoon en veilig milieu, ook op lange termijn, koopt bloembollen met het EKO-keur. Voor inlichtingen en bestellingen:
H o e v e   V e r t r o u w e n
Oostermiddenmeerweg 14,
1771 RR Wieringerwerf
tel. 0227 501637 – fax 0227 502410
(terug)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in