’t Geheim van de goede tuin: verharding niet alleen voor droge voeten

0
917

Eenvoud is nog steeds kenmerk van het ware. Was jaren geleden de grindtegel al een hele vooruitgang in het assortiment verhardingsmaterialen; vandaag de dag is er zoveel meer keuze uit nog betere en mooiere tegels en stenen. Aan die ontwikkeling schijnt geen einde te komen. Import uit andere Europese landen van natuurstenen tegels maakt toepassing ervan, ook in de gewone tuin, tegen een aanvaardbaar kostenplaatje steeds meer mogelijk. Steeds nadrukkelijker komen huis en tuin wat verharding betreft meer in elkaars verlengde te liggen. Kleurnuances van de huiskamervloer lopen even gemakkelijk over in de kleur van het buitenterras als van de overgordijnen.

De veelheid van combinatiemogelijkheden van tegels en stenen verleidt gemakkelijk tot een ongebreidelde experimenteerlust. Toch is een waarschuwing op z’n plaats: in de tuin moet juist de nadruk liggen op het spel van bloemen en planten en hun kleuren en texturen. Net zo goed als het gazon een ‘rustgevend’ component in de tuin vormt, zo moet ook de verharding van paden en terras een rustgevende sfeer ademen. Beperken van de veelheid van verhardingsmaterialen is op z’n plaats.

Wat te kiezen: tegels of stenen

Als simpele stelregel geldt dat een groot formaat minder ongelijk verzakt dan een klein formaat. Met andere woorden: ongelijkmatige verzakking is eerder te zien aan een verharding met stenen dan met tegels. Daartegenover staat dat tegels zwaarder zijn om te tillen, waardoor een oneffenheidje niet even één twee drie weg te werken is. Een klinkerverharding kan makkelijker plaatselijk worden losgehaald om een verzakking te herstellen.

Aanleg van een tegelpad gaat wat sneller. Als je snel resultaat wilt hebben, moet je dat vooral doen. Doorslaggevend in de keuze van een tegel of een verharding van losse stenen is vooral waar de verharding voor dient. Op een terras verhard door tegels verschuif je gemakkelijker een tafel of stoel dan op een klinkerverharding. Een vooral praktisch argument dus. Zoals gezegd zijn er tegels te kust en keur. Allerlei kleuren, kleur- en lijnpatronen en texturen zijn mogelijk. Let niet alleen op de in uw ogen fraaie kleur. Veel belangrijker is de zogenaamde stroefheid van de tegel. Een gepolijste tegel kan in het interieur heel fraai zijn; in de buitenkamer kan die veel narigheid veroorzaken. Glad worden van zo’n tegel door regen leidt gemakkelijk tot uitglijden. Wanneer u een tegel uitzoekt, waarvan u vermoedt dat die wel eens glad zou kunnen worden, test dat dan door er een emmer water overheen te (laten) gooien. Voor de rest van de test hebt u schoenen met leren zolen aangetrokken…

Veel tegels hebben een vellingkant. Het staande en horizontale vlak is daarbij aan de hoek afgeschuind of afgerond. Het effect hiervan op een tegelverharding is dat zowel de lengte als de breedte van de verharding prominent in lijnen zichtbaar is. Andere tegels daarentegen hebben geen vellingkanten. Een vlak met tegels zonder vellingkant werkt ruimtelijk echt als een egale vloer. Voor het terras zijn tegels zonder vellingkant aan te raden. De begaanbaarheid van zo’n verharding is gemakkelijker.

Grote vlakken verharding zoals een terras of een lang en breed (voet)pad, worden zoals dat heet onder afschot gelegd. Simpel gezegd komt het erop neer dat een geleidelijk hoogteverschil van hoog naar laag wordt aangelegd. Dit wordt gedaan om de afwatering van een verhard vlak sneller te laten verlopen of om het regenwater door zo’n hoogteverschil naar een afvoerput te leiden. Als stelregel wordt gehanteerd: 1 centimeter afschot (hoogteverschil) op 3 meter lengte van de verharding. Bij gebruik van kleinschalig materiaal, zoals een verharding met klinkers, moet u zich maar niet al te druk maken over de afwatering. Het regenwater sijpelt heus wel weg tussen alle naden langs de stenen.

Mooie steenverbanden strelen het oog

Stenen zijn er in soorten en maten. Zo is er de gebakken en betonnen steen. De gebakken steen is poreuzer van samenstelling naarmate deze minder hard gebakken is. De licht gebakken steen is geschikt als gevelsteen, maar niet voor in de tuin. Voor de tuin zijn de Waal- en smalformaten eleganter dan de kei- en dikformaten. Een en ander is wel afhankelijk van de grootte van de tuin.
Een ruime tuin kan een forser formaat steen beter verdragen dan de gemiddelde stadstuin. Allereerste punt van aandacht bij gebruik van een verharding bestaande uit stenen is zonder meer: ‘waar dient deze verharding voor?’ Met een auto (of vrachtwagen) over een verharding rijden stelt zo z’n eisen. In zo’n geval wordt de steen nooit op de dunne kant gelegd en is het zaak de langste ‘voegen’ altijd loodrecht op de rijrichting te plaatsen. Wordt er frequent heen en weer gereden, dan is het elleboog- of keperverband dè verharding die het beste op z’n plaats blijft liggen.

Het steenverband voor een tuinpaadje is vooral een kwestie van eigen smaak. Ook hier geldt: hoe eenvoudiger het verband des te prettiger het oogt. Wanneer de verharding het centrum van de tuin bepaalt (zoals de piste in een circus), dan verdienen het verband en de kleurstelling bijzondere aandacht. Een bijzonder verband en gebruik van kleur kan bijdragen aan de verlevendiging van de plek. Overschat die werking niet te veel; naderhand krijgt bestrating veelal een zelfde ‘grauw-toon’ en het is en blijft een spel in het platte vlak.
Een met zorg gelegde bestrating oogst meer lof dan een ingewikkelde verzameling steenverbanden en kleurpatronen.

Een goed voorbereide ondergrond is het halve werk

Opbouw eenvoudige fundering: 15 cm zand, 5 cm grind
Elke verharding moet gelegd worden op een goede fundering. Voor simpele tuinpaadjes is een ondergrond van 10 – 20 cm zand voldoende. Eventueel kan onder het zandbed een puin- of grindlaag van 8 – 15 cm worden aangebracht om te voorzien in een betere ontwatering van de verharding en het zandbed. Verdicht de zandlaag door goed in te wateren met de sproeier van de tuinslang. Na inwateren moet het bed waterpas worden gesteld. De eenvoudigste manier om dit te bereiken is door twee latten of balken parallel aan elkaar op de goede hoogte – en onderling waterpas (!) – te stellen. Plaatselijke oneffenheden worden op ’t oog uitgevlakt door wat zand toe te voegen. Gebruik vervolgens een plank of brede lat die over de twee parallel gestelde balken wordt heen getrokken. De vakterm hiervoor is afrijen.
Het bed ligt nu klaar om daaroverheen de stenen of tegels te vleien. Het recht timmeren van stenen of tegels met een rubberen hamer om een juiste ligging ten opzichte van elkaar te krijgen moet in feite zo min mogelijk gebeuren. Naderhand zijn ongelijke zettingen en verzakkingen hiervan het gevolg. Voor een extra mooie en stevige ligging is aantrillen van de verharding (als vlak) met een trilplaat aan te raden. Een stabiele ligging is ook te krijgen door aan de bovenlaag van het zandbed een flinke hoeveelheid poedercement toe te voegen. Het cement wordt door de bovenlaag van het zandbed geharkt. Daarna wordt het bed waterpas gesteld door middel van afrijen.

De fundatie van paden waar zwaar verkeer overheen zal rijden, moet ook zwaarder worden uitgevoerd. De opbouw van de fundatie is als volgt: breng een puinlaag aan van 15 – 25 cm. Stamp die goed aan zodat er voldoende verdichting ontstaat. Breng hierover een zandlaag van 15 – 20 cm aan. De verdere bewerking is zoals al is beschreven.

De meest gebruikte steenverbanden

Halfsteensverband. Het meest simpele steenverband. Het enige dat in de gaten gehouden moet worden, is dat tegenover elke voeg van twee stenen die in elkaars verlengde liggen de stenen van de volgende rij precies met hun midden daarvoor liggen. Het is een duurzaam verband mits dit in de breedte van een pad wordt toegepast. Maar… ook in de lengterichting is het voor smalle tuinpaadjes goed bruikbaar, waardoor een vloeiende belijning van het pad mogelijk wordt.

Blokverband. Zoals afgebeeld liggen de stenen platvol. Dit verband is alleen mogelijk wanneer tweemaal de breedte van een steen gelijk is aan de langste zijde van een zelfde steen. Dit verband of patroon is bruikbaar voor licht belopen paden en terrassen. Het blokmotief is dominant waarneembaar.

Elleboogverband. Een stevig verband voor een breed pad en paden die bereden zullen worden. Afwerking van de beëindiging van het verband is wat je noemt vakwerk. Het patroon doet zich voor als een zich steeds herhalende hoekverspringing. Accentuering daarvan wordt versterkt door eens een of meer klinkerbanen van een andere kleur daartussen te werken.

Keperverband. Vooral toe te passen op brede oprijlanen. Het snijpunt van twee bij de kop rakende stenen wordt in de rijrichting gelegd. Het is een heel stevig verband en is vaak te zien op een rijweg die in klinkerbestrating is uitgevoerd. Ook hier is de beëindiging met passtukken weer vakwerk. Als padopsluiting wordt altijd een een enkele of dubbele (in halfsteensverband) strekselaag toegepast. Deze rij klinkers in langsrichting staat dus onder een hoek van 45° ten opzichte van de stenen in keperverband.

Vlecht- of weefverband. Wat je noemt een open bestrating. Het is alleen goed te gebruiken op een ondergrond die voldoende stevig is. Op minder stevige en een niet gefundeerde ondergrond raakt het patroon makkelijk uit z’n verband. De holtes tussen elke vier stenen kunnen gevuld zijn met leem/grind, gras of een stenen passtukje. Het is een fraaie verharding die door een gazon kan lopen en niet al te veel als route wordt gebruikt.

Voorbeelden van steenverbanden.

Kantopsluiting

Enkele rollaag. Een voorbeeld dat op veel manieren met klinkers kan worden uitgevoerd. Zowel ligging van de steen in de platte, de kopse en de strekse laag kan hiervoor worden gebruikt. De kopse rollaag geeft verreweg de meeste steun aan de ernaast liggende verharding en kan goed zijdelingse druk opvangen. Wanneer er zijdelingse druk op een strekse laag wordt uitgeoefend, heeft de rollaag de neiging om te vervormen. Dit treedt ook op bij een ligging als platte laag. Vastzetten van de steen op een cementspecie-onderlaag en cementspecie tussen de stenen voorkomt vervorming in lengte- en zijdelingse richting.

Dubbele rollaag. Een mooie beëindiging van een flink terras of de rand van een vijver wordt gemaakt met een dubbele rollaag. Langs de kopse kanten van de rollaag wordt voor de stevigheid (maar ook het mooi) een enkele of zelfs dubbele strekse klinkerlaag in halfsteensverband aangebracht. Voor de stevigheid geldt ook hier dat er gemetseld moet worden.

Simpele tegelverbanden

Strepenverband. Een pad van gewone grijze betontegels met een kopse rollaag van stenen ertussen wordt al een stuk spannender. Natuurlijk kan dit ook worden gebruikt bij andere tegelsoorten. De rollaag kan na één of meer rijen tegels worden aangebracht. In de optische beleving wordt de lengte van een pad korter. De kopse rollaag kan in de breedte- of in de lengterichting worden aangebracht.

Ruitenverband. Tegels in blokverband
kunnen rondom worden afgezoomd met een rollaag klinkers. Een ruitvormig patroon is hiervan het resultaat. De tegels liggen goed opgesloten tussen de rollagen. Goed bruikbaar om een saai terras een meerwaarde te geven.

Tegels in halfsteensverband. Het meest voorkomende en beste verband voor tegels. Zeker wanneer er veel over gelopen of gereden wordt. Nadeel van het halfsteensverband is het drukke lijnenspel dat ontstaat door de vellingkanten van de tegels. Een toepassing met tegels zonder vellingkanten levert al een rustiger patroon op. In dit verband gelegd blijven de tegels goed op hun plaats. Overigens: wanneer er echt met een auto over tegels gereden moet worden, is het nodig dat de dikte hiermee overeenstemt. Een normale tegel is 4 centimeter dik; voor zwaarder verkeer zijn dikten van 5 – 8 cm te koop. Dit geldt echter niet voor het hele tegelassortiment.

Tegels in blokverband. Een mooi verband voor terras en pad. Niet geschikt om te gebruiken wanneer er met een auto over gereden gaat worden. Tegels in dit verband gelegd geven een regelmatig en rustig lijnenpatroon te zien. Zelfs al hebben de tegels vellingkanten, dan nog is het patroon rustig. Het patroon kan gevarieërd worden door een andere kleur tegels als blok of baan in het patroon op te nemen.

Voorbeelden van tegelverbanden.

Paden in andere materialen zijn natuurlijk ook mogelijk

In sommige situaties zijn niet met stenen of tegels belegde paden meer te verkiezen. In een landschappelijk aangelegde tuin, een weidetuin, een moestuin, een kruidentuintje etc. past soms beter een uitgeschoren graspad of een pad gemaakt van schelpen of grind. Soms ook wordt de voorkeur gegeven aan houten tegels, houten planken of bielzen.
De eigenschappen van het materiaal bepalen in belangrijke mate hoe het kan worden toegepast. Losse materialen lenen zich nu eenmaal beter om er een vrije (pad)vorm mee te maken. De kantopsluiting van paden gemaakt van grind, leemgrind of schelpen kan eenvoudigweg bestaan uit een kopse rollaag van klinkers. Nog mooier is het vloeiende verloop vorm te geven met 4 mm dikke, harde kunststof-folie of – zoals het in de baroktuin gebeurde – met metalen singels. Budgettaire overwegingen kunnen er ook toe leiden om voor goedkoop en los materiaal te kiezen. Houtsnippers bijvoorbeeld zijn goed toe te passen in een bostuin. In een stadstuin is dit materiaal minder geschikt: veel te stoffig.

Voorbeelden van andere ‘gebaande’ paden.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in