Quercus, de eik

0
507

Als er één boom is waarvoor het gezegde ‘boompje groot, plantertje dood’ geldt, dan is dat zonder twijfel de zomereik. Mythen en sagen bestaan er van oudsher rond deze boom. De eik kan een respectabele leeftijd bereiken; driehonderd jaar of meer is geen uitzondering. Juist door deze lange levensduur is de eik een stabiele metgezel van vele mensengeneraties en wordt aan de boom een bovenzinnige en verheerlijkende betekenis toegekend.

  eikenblad
Zomereik (Quercus robur) Blad van zomereik

Rechtspraak vond in de Middeleeuwen plaats onder eikenbomen, vooral in esdorpgemeenschappen. Ook werden eiken geplant op de hoekpunten van een akker om het eigendom te markeren. Plantplicht van eikels of eikenbomen was in sommige boerengemeenschappen in zwang bij huwelijken en vormde een bruidsschat die diende voor de bouw van boerderijen voor de generaties erna. Niet voor niets is het gebint (balkwerk) van oude boerderijen van eikenhout gemaakt. Op schrale zandgronden is de eik steevast onderdeel van het eiken-hakhout-bos. De eiken staken werden vroeger gebruikt om een akker te ‘betuinen’, wat zoveel betekent als het afzetten van de akker tegen de omringende wildernis vooral om ongewenst vraat van wild tegen te gaan.

Misschien hebt u als kind wel eens een eikels verzameld en er met lucifers allerlei dierfiguren van gemaakt. Of – in het kader van het goede doel – eikels verzameld om de (laatste) wilde zijnen in Nederland door de winter heen te helpen. En wie heeft niet eikels geplant en met verbazing gezien dat er zowaar een jong boompje uit te voorschijn kwam? Wellicht steeg uw belangstelling bij het zien van vreemde bruine noten op blad en takken. Later heeft de biologieleraar hopelijk uitgelegd dat hiermee geen koffie kon worden gezet. Maar dat ze wel geschikt waren voor de bereiding van inkt (o.a. Gimborn). Die vreemde bruine noten zijn eikengallen, ontstaan door een galwesp, één van het geslacht Cynipidae. De verandering in het blad of de tak ontstaat door enzymen of hormonen als gevolg van de ‘prik’ van de galwesp. In de gal bevindt zich de voedselvoorraad voor de larve.

  Quercus coccinea
Gallen van de galwesp Blad van Quercus coccinea

Volgroeide eiken zijn zeldzaam geworden in het Nederlandse landschap. Oprukkende steden en schaalvergroting in de landbouw eisen nog steeds hun tol. Voor het bekijken van mooie, oude eiken moet je zo langzamerhand buiten onze landsgrenzen gaan; naar Denemarken, Duitsland of Engeland. Toch staat zo hier en daar op overhoeken of op speciaal ervoor gespaarde plekjes nog wel eens zo’n robuuste eik. In Drenthe en Overijssel zijn er gelukkig nog heel veel van.
Het meest komt in Nederland de zomereik, Quercus robur, voor.

Bast van een volgroeide eik

Het is een bladverliezende boom. In de herfst verkleurt het blad roestbruin. De eik groeit heel traag. Naarmate de leeftijd vordert, krijgt de boom pas z’n kenmerkende uiterlijk: een kwarrige takstructuur en bossige bundels met bladeren. Pas dan ook wordt de stam kolossaal van omvang en is de gegroefde structuur van de bast zo’n opvallend kenmerk, voor wie het wil zien. De hoogte, die kan worden bereikt, is wel 35 meter of meer. De kroonvorm is het beste te omschrijven als een brede, ronde koepel. Bij hoge ouderdom zijn de toptakken vaak kaal; een gaffelvorm in de top ontstaat dan. Deze toptakken zijn dood en doen niet meer mee in het ritme van de opeenvolgende seizoenen. Ondanks dit verschijnsel zal de boom dan nog een eeuwigheid kunnen leven.

Een zwam groeit welig op
rottend hout

Zwammen kunnen te voorschijn komen als de groeikracht van oude eiken minder wordt. Verkeerd afgezaagde takken maken dat de wond toegankelijk wordt voor regenwater. Inrotten van de takwond leidt ertoe dat schimmels de verdere afbraak van de boom inluiden. Soms wordt zo’n schimmelaantasting aan de buitenkant zichtbaar. Bundels schimmeldraden, rizomorfen, vormen een paddestoelachtige zwelling.

Een zomereik is niet geschikt voor een stadstuintje. Op een riante buitenplaats misstaan ze zeker niet en langs een lange oprijlaan naar uw buiten of hofstede evenmin. Beter geschikt voor een tuin is de moeilijk te krijgen Quercus turneri-pseudoturneri. Wie deze groen blijvende eik eenmaal heeft gezien, zal er zeker voor bezwijken. Mocht de zoektocht naar deze eik niet slagen, dan is Quercus robur ‘Fastigiata’ nog net aan de maat voor een stadstuin(tje).
Naast de zomereik zijn we zo rijk om er ook een wintereik, Quercus petraea, op na te houden. Deze soort heeft een hogere temperatuur nodig om vooral ‘mooi’ te worden. In ons kille klimaat groeit de boom knoestig en vervormen de takken door in allerlei richtingen te draaien. De boom wordt desondanks zeker 25 meter hoog.

Andere eikensoorten zijn onder meer de moseik, Quercus cerris, de kurkeik, Quercus suber, de steeneik, Quercus ilex, Quercus coccinea en de Amerikaanse eik, Quercus rubra. De takken met bladeren van de laatste worden in het najaar verwerkt in boeketten met vooral Chrysanthen, omdat ze zo’n opvallend groot en roodbruin gekleurd blad hebben.

Eiken verdienen het om aangeplant te worden, omdat ze zo duurzaam zijn. Bestaande eiken mogen best behoed worden om wat voor ‘boodschap’ dan ook door te geven aan hen die na ons komen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in