Salix sepulcralis, treurwilg

0
994

In het voorjaar vallen ze het meeste op: de gele tinten in de vorm van bloemen of twijgen. Wie door stad en landschap trekt, wordt regelmatig geconfronteerd met treurwilgen. Treurwilgen zijn er niet alleen als trieste uitdrukking voor een begraafplaats, nee,

Een treurwilg wordt vooral gebruikt om een punt te markeren

ze staan als accenten her en der bij boerderijen, villa’s en buitenhuizen of in parken en plantsoenen. Hun schilderachtige, nimfachtige, zwiepende slierten deinen op de klanken van de brullende wind mee, heen en weer, of hangen statig en roerloos, beschenen door het voorjaarszonnetje.

Er komt geen treurig gevoel over mij heen bij het zien van een treurwilg. Op een

Twijgen van een treurwilg hangen in lange slierten van de takken

begraafplaats krijg je dat gevoel wel. Het is maar net in welke situatie treurwilg is te zien. In parken valt mij op, dat een treurwilg vaak een specifiek punt markeert: een verdraaiing in loop- of zichtlijnen of als accent van een specifieke plaats aan het water. Dikwijls staat zo’n boom ook bij een boerderij, maar ook dan vrijwel altijd in de nabijheid van een sloot of vijver. Een treurwilg en water lijken dan ook altijd aan elkaar gekoppeld te zijn. Behalve door z’n brede specifieke vorm zijn de geelgroen gekleurde twijgen een blikvanger van jewelste.

Een treurwilg plant je natuurlijk in vochtige grond, maar vooral op een plaats waar je iets wil zeggen. Je wilt, dat mensen daar iets zien of kunnen zien. Als jij dat niet doet, maken de kleur en de verschijningsvorm van de boom wel, dat mensen hun blik erop richten of ernaartoe lopen. Een treurwilg is bij uitstek een accentboom met een bijna dichterlijke betekenis.

 
Vroeg in het voorjaar verschijnen katjes en blad van de treurwilg Verminking door snoeien
van een treurwilg

De treurwilg is de meest gekweekte wilg van alle wilgen. Het is wat je noemt een karakterboom. Een volledig uitgegroeide treurwilg wordt tot twintig meter hoog. Vanaf half februari begint de boom uit te lopen. De aanvankelijk geelgroene, lancetvormige bladen worden in de loop van het seizoen diepgroen en hebben een opvallend gele nerf aan de bovenkant van het blad. Met het uitlopen verschijnen de katjes, weinig opvallend vanwege hun identieke kleur met het jonge blad.

Treurwilg snoeien

Om u maar meteen voor fouten te behoeden: snoei een treurwilg niet. Op de foto linksboven is het resultaat te zien van het verkeerd hanteren van de snoeizaag. Kort geen takken in, omdat de boom naar uw smaak te breed uitgegroeid is. Bij inkorten lijkt het resultaat voor eeuwig op een slechte amputatie. Op de plaats van afzagen groeit een pruik. Een ordeloze, maar meer nog hopeloze wirwar van takken. De karakteristieke afhangende lange slierten verdwijnen vrijwel voorgoed.

Beter is het om een tak volledig bij de stam weg te zagen, maar… ‘bezint eer

Laantje met treurwilgen

ge begint’. Kijk goed of de verschijningsvorm (habitus) van de boom niet al te zeer wordt aangetast door het rigoureus verwijderen van één of meer takken. Behandel de zaagwond met boombalsem om inwateren te voorkomen. Wie het balsemen nalaat, kan er zeker van zijn dat de boom zal wegrotten.

De treurwilg behoort tot de familie van de wilgachtigen (Salicaceae). De treurwilg neemt een even belangrijke plaats in als de knotwilg (Salix alba), die een al even architecturale verschijningsvorm heeft.
De (gele) treurwilg luistert naar de prachtige naam Salix sepulcralis ‘Chrysocoma’. De oude naam luidde Salix alba ‘Tristis’, die misschien wat meer tot de verbeelding spreekt. Met de nieuwe naamgeving is de treurwilg ontdaan van een wat al te triest stempel en dat is wat mij betreft prima.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in