Semiarundinaria is een statig groeiende bamboesoort. De plant is uitermate geschikt om als accent te worden gebruikt. Het is een langzaam groeiende bamboe.
 |
| Semiarundinaria fastuosa groeit rechtop |
|---|
De gladde stengels hebben aanvankelijk een paarse gloed, later worden ze overwegend groen met een bruine of paarse gloed.
Semiarundinaria wordt in het algemeen een hoge bamboe. De compacte verschijningsvorm maakt deze bamboe heel geschikt om als solitair te gebruiken. Het geslacht omvat zo’n twintig soorten, waarvan een aantal geschikt is in ons klimaat. Alle soorten hebben een holle en gladde stengel. De bladen zijn twintig centimeter of langer en staan voornamelijk aan de uiteinden van de stengels. Onder de knopen op de stengel is een witachtig poeder te zien. Soorten komen uit China en Japan. Ze zijn daar inheems. In warme streken groeien de pollen meer uit dan in streken met een koel klimaat. Hier blijft de pol redelijk compact in omvang. Uitbreiden gebeurt door middel van worteluitlopers, die dicht bij de pol blijven. Semiarundinaria kan in het voorjaar door delen van de pol worden vermenigvuldigd. Van Semiarundinaria fastuosa zijn de jonge, gekookte scheuten eetbaar. Plant deze bamboe in de volle zon of halfschaduw in een goed humusrijke grond.
| Soort/variëteit | Hoogte (cm) | Haag | Kuip | Solitair | Groep | Winterhard |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Semiarundinaria fastuosa | < 500 | + | – | + | + | ++ |
| Semiarundinaria kagaminiana | < 350 | + | – | – | + | ++ |
| Semiarundinaria villosa | < 250 | + | – | + | – | ++ |
| Semiarundinaria viridis | < 250 | + | – | + | + | +++ |
| Semiarundinaria yamadorii | < 250 | + | – | – | + | ++ |
| Semiarundinaria yashadake ‘Kimmei’ | < 250 | + | + | + | + | ++ |
| + geschikt – niet geschikt Winterhard: + matig, ++ goed, +++ zeer winterhard |
Al onze bamboes:
| – Algemene informatie en enkele links – Semiarundinaria – Sasa – Pleioblastus – – Phyllostachys – Indocalamus – Fargesia – |
