Van Indocalamus zijn twintig soorten bekend. Slechts één soort hiervan is in onze streken geschikt voor de tuin. Het geslacht komt voor in Maleisië, Japan en China.
 |
| Indocalamus tesselatus heeft grote bladen |
|---|
Hoe vruchtbaarder de grond, des te sneller deze bamboe zich uitbreidt. De plant is het geschiktst voor een plaats in de halfschaduw.
Indocalamus tesselatus groeit op een tegen felle wind beschutte plaats. De verschijningsvorm van deze bamboe met hoge en lage stengels door elkaar geeft een wat rommelig uiterlijk. Desondanks maakt het diepgroene blad veel goed. De bladen zijn lang en tamelijk breed. Ze kunnen vijftig centimeter of meer lang worden, waardoor de stengels soms onder het gewicht ervan kunnen ombuigen. Het laatste is vooral het geval in winters met sneeuw. Het is een groenblijvende bamboe. Indocalmus is vooral geschikt om een horst of grote groep mee te vormen. De bamboe is ook goed te gebruiken als achtergronddecor. Onder goede omstandigheden bereikt deze bamboe een hoogte van twee meter vijftig. Aan het begin van het voorjaar kan de pol in stukken worden gedeeld om meer pollen te verkrijgen. Op lichte grond (zand, humus/zand) groeit deze bamboe redelijk compact, maar er moet wel over vocht kunnen worden beschikt. Om de bamboe binnen de perken te houden kan in de grond ingegraven wortelgeleiding worden toegepast.
Al onze bamboes:
| – Algemene informatie en enkele links – Semiarundinaria – Sasa – Pleioblastus – – Phyllostachys – Indocalamus – Fargesia – |
