Sommige mensen zien er niks in, anderen zijn beretrots op deze plant. Selinum wallichianum is een schermbloemige, die het liefst in de halfschaduw groeit, maar ook in de zon gezien mag worden.
Selinum wallichianum bloeit vanaf juli tot ver in oktober |
---|
De forse, maar o, zo fijne bloempjes in de schermen zijn te vergelijken met het mooiste Brusselse kant, dat er maar te koop is. Waag u eens aan selie als u zich voelt ‘aangesproken’ door planten, die zo gewoon lijken, maar dat vooral niet zijn.
Van selie bestaat nog een plant, die vooral in België nog van nature voorkomt. Dit is de karwijselie (Selinum carviflora). Ook in het zuidoosten van Nederland is deze zeldzame plant nog op enkele plaatsen in het grensgebied met België te vinden. De stengel van selie is niet hol en er komt geen wit melksap uit als je de stengel doorbreekt. Dat is wel het geval met een plant die er erg op lijkt, namelijk melkeppe (Peucedanum palustre). Selie behoort tot de familie van de schermbloemigen (Umbelliferae). Selie bloeit vanaf juli tot aan de eerste nachtvorsten, die de plant vellen. Het is een vaste plant.
Selie groeit het liefst op vrij voedselarme, lemige grond. De grond moet in de winter veel vocht bevatten en in de zomer juist weinig. De plant wordt tot ruim een meter hoog en ongeveer zestig tot zeventig centimeter breed. De verschijning in de border is chic door de fijne textuur van het varenachtige blad – fijn verdeeld langs de stengels en klein in omvang. De plant laat zich goed invoegen tussen andere planten met wat grover blad.
Selie is niet gemakkelijk te bemachtigen. En het is ook geen gemakkelijk te houden plant. De grondeisen zijn nu eenmaal niet de eenvoudigste.
Na afsterven wordt de plant tot op enkele centimeters boven de grond afgeknipt.