Bij de schuimbloem hoef je niet meteen te denken aan een plant, die overdekt is met het omhulsel van schuimbeestjes (cicaden). Als de plant in het voorjaar in bloei staat, is met veel fantasie misschien daarin het schuim van de branding van de Noordzee te ontdekken.
T. cordifolia bloeit met pluimen vol witte bloempjes |
---|
Welke fata’s morgana bij u ook opdoemen, het is in ieder geval een rijk bloeiende plant, buitengewoon goed te gebruiken in schaduwrijke situaties als de grond maar vochtig genoeg is. Van de schuimbloem zijn drie soorten van belang: Tiarella cordifolia, Tiarella wherryi en Tiarella polyphylla.
De schuimbloem lijkt wat bloeiwijze betreft op het familielid purperklokje. Bloemen staan in fragiele pluimen langs een opgerichte stengel. Afhankelijk van de soort zijn bloemstengels twintig tot dertig centimeter lang. Evenals het purperklokje is de schuimbloem een overblijvende bosplant, geschikt voor schemerige omstandigheden. Twee soorten Tiarella komen van nature voor in vochtige bossen van Noord-Amerika. Tiarella polyphylla komt uit bosgebieden van Oost-China en de Himalaya. Het geslacht behoort tot de steenbreekfamilie (Saxifragaceae).
Tiarella cordifolia is een krachtig groeiende en overblijvende plant. Het is een bodembedekker gedurende de zomer.
T. cordifolia is een goede, bodembedekkende plant |
---|
Al voor het begin van het najaar verkleurt het blad naar purperrood. In de winter is het blad verdwenen of blijft in een oranjerode kleur achter. In de zomer is het blad lichtgroen. De bladen zijn gelobd, getand en licht behaard. In mei verschijnen de bloeistengels met witte tot roomwitte bloemen in eindstandige, pluimvormige aren. Het is vooral een rijk bloeiende plant. De plant wordt tien centimeter hoog, met bloeiaren ongeveer dertig centimeter. Plant deze soort op een onderlinge afstand van dertig centimeter. In een grote groep of als een tapijt uitgeplant onder heesters doet de schuimbloem het prima. De plant breidt zich door middel van worteluitlopers zelf uit.
Tiarella wherryi is een polvormende plant. Deze soort breidt zich niet met worteluitlopers uit. De bladen staan ook hier in een rozet. De plant is bijna groenblijvend. In de herfst verkleurt het blad langzaam naar karmozijnrood. Het blad is hartvormig en behaard. Deze soort wordt tot twintig centimeter hoog, met bloemen ongeveer veertig centimeter. Plant deze soort op een onderlinge afstand van vijfentwintig centimeter in een grote groep. De bloeiperiode begint in mei en loopt door tot augustus. De bloemen staan op lange stelen, zijn roze getint en verbloeien naar wit tot roomwit. De plant wordt door scheuren van de pollen in het najaar vermeerderd.
Tiarella polyphylla is niet zo gemakkelijk verkrijgbaar. De bladen zijn hartvormig samengesteld, elke bladlob is vijf centimeter of meer lang. Alleen al het blad van deze plant is decoratief om te zien. Met bloemen mee wordt deze schuimbloem tot vijfenveertig centimeter hoog. Bloeiperiode van mei tot en met juli. Bloemen zijn goed op vaas houdbaar. In najaar of voorjaar kan de plant door scheuren worden vermeerderd. Plantafstand op 30 centimeter.