Als ’t tijd wordt om op te schonen: sierbomen verzorgen en snoeien

0
440
sierboom snoeien

Kijkt u wel eens aandachtig omhoog? Naar de bomen in uw tuin? Of geven uw ogen de voorkeur aan het kleurenpalet dat wordt getoverd door bloeiende vaste planten? Schenk dan ook aandacht aan de vorm (habitus) en de kwaliteit van misschien die ene boom of zelfs bomenlaan die u rijk bent. Voor de verzorging van een boom is een visuele beoordeling op conditie en kroonopbouw onontbeerlijk om de juiste maatregelen te treffen.
Bij de kroonopbouw moet gelet worden op dood hout, dubbele top, vertakking, kleeftakken, zwamaantastingen, inrotting en torsiescheuren. De stam kan veel informatie opleveren over de algemene gezondheidstoestand van de boom. Zo verraden ingezonken plekken, holten, zwammen en plaatselijk loslatende schors dat de conditie van de boom niet echt goed is.
Herfst- en winterseizoen zijn een goed moment om gewapend met snoeischaar, takkenschaar, zaag of snoeimes de boom eens onder handen te nemen, opdat deze een langer leven is beschoren.

~ Jeugdsnoei ~ Begeleidingssnoei ~ ~ Uitdunningssnoei ~

* Meerkronig * Kleeftakken * Schuurtak * Codominantie * Plak-oksel *

[ grondboring ]

 

Wanneer snoeien

Snoeien is vaker nodig dan wordt gedacht. Aan een pas geplante boom moet jeugdsnoei plaatsvinden; tijdens de verdere ontwikkeling moet geregeld begeleidingssnoei worden toegepast en op oudere leeftijd van de boom kan uitdunningssnoei nodig zijn.

* Jeugdsnoei

Het belangrijkste doel bij jeugdsnoei is erop gericht om een boom te krijgen met een enkele top en die tot een rechtstammige en evenwichtig opgebouwde boom te laten uitgroeien. In deze levensfase wordt de boom op de kwekerij meestal met de stam aan een rechte paal vastgebonden. De vorming van zware gesteltakken wordt tegengegaan door middel van het wegsnoeien van zulke takken. De kruin is in feite steeds tijdelijk. Als gevolg van deze maatregelen reageert de boom in de vorm van diktegroei. Kleine loten op de stam worden steeds weggesnoeid.

* Begeleidingssnoei

De snoei omvat alle ingrepen die vanaf de jeugdfase tot het bereiken van het volwassen boom stadium regelmatig noodzakelijk zijn. Zo wordt tegengegaan dat er zich te veel en te zware gesteltakken ontwikkelen aan de stam, die overlast zullen veroorzaken. Takken die tegen een raam of het dak dreigen te groeien; een tak die tot een dubbele top zal kunnen leiden of een onevenwichtige kroonopbouw zal veroorzaken. Daarbij moet voorkomen worden dat de kruin te dicht gaat worden met als gevolg dat de bladmassa binnen in de kruin zal afsterven. Uiteraard wordt steeds al het dode hout verwijderd.

* Uitdunningssnoei

De werkzaamheden vinden plaats wanneer de boom zijn maximale grootte heeft bereikt. Deze levensfase van de boom is te herkennen aan uitgezakte gesteltakken, een strakke contour van de kruin met weinig blad en veel jonge twijgen aan de buitenrand van de kruin.
Snoeien in deze fase is erop gericht om de ‘natuurlijke balans’ en de vorm van de boom niet te verstoren. Uitdunnen door snoeien gebeurt aan de uiteinden van alle takken, zodanig dat een bladreductie van 30% ontstaat. Afhankelijk van de boomgrootte wordt gesnoeid in de buitenste 2 tot 5 meter van de kruinomvang. Door deze wijze van onderhouden kan worden bereikt dat de boom een zeer hoge leeftijd haalt zonder een risico voor z’n omgeving te vormen.

Bladreductie leidt ertoe dat ook oude bomen telkenjare voldoende nieuwe wortels aanmaken. De verankering in de bodem blijft zodoende goed gewaarborgd. Naast snoei van takuiteinden die wortelgroei stimuleert, kan bodemverbetering rondom de boom ook wortelgroei bevorderen.
Wanneer een al oude en hoge boom in uw tuin staat, kan het uitdunnen beter overgelaten worden aan een vakkundige boomverzorger. Veilige klimtechnieken stellen een boomverzorger in staat om vanuit een boom te bepalen hoe en waar uigedund mag worden. U kunt dus maar beter niet uit een boom vallen nadat u die boom hebt misvormd…
Als reactie op het wegnemen van kroontakken vormt de boom vaak jonge loten of scheuten op de stam ter compensatie van het energieverlies door een verminderde bladmassa. Soms ook komen er spontaan grondscheuten te voorschijn vanuit de wortelvoet. In principe worden al deze scheuten verwijderd.

Kijkinspectie

Aan de hand van de hierna volgende – veelvuldig voorkomende – voorbeelden kunt u zelf globaal nagaan of onderhoud in de vorm van snoei noodzakelijk is. Soms kan en moet met behulp van een snoeischaar, takken-, boom- of zelfs met een kettingzaag te werk worden gegaan om een afwijking te corrigeren.
Zichtbare holten, zwammen en diepe scheuren worden bewerkt met een scherp snoeimes. Holten en scheuren moeten worden uitgekrabd tot op het levende hout (pericambium). Hierna de wonden afsmeren met een wondbalsem. Na verloop van enige tijd zal de wond overgroeien met nieuw weefsel (callus). Ook de grote zaag- en snoeiwonden moeten worden behandeld met wondbalsem.

Een “meerkronige boom” brengt de boom in onbalans. Verwijderen van de in alle richtingen groeiende takken is noodzakelijk om het evenwicht te herstellen. De meest rechtopgaande tak moet worden aangehouden. Hieraan groeien uiteindelijk weer nieuwe zijtakken, zodat een goede kroonopbouw tot stand kan komen.
“Kleeftakken” als gevolg van niet op tijd ingrijpen in de vorming van een stam of door verkeerd snoeien. De boomvorm (habitus) is misvormd. Door het teveel aan ‘armen’ te verwijderen èn met veel geduld kan er nog veel gered worden en zal de boom nog een redelijke vorm kunnen krijgen.
“Schuurtak”. De zichtbaar scheef groeiende tak had in het jonge stadium al moeten worden verwijderd.
Deze tak groeit niet zoals normaal uit de boom, maar als het ware door het midden van de boom heen naar buiten toe. Bij storm kan de tak letterlijk langs de goede gesteltak schuren en wonden veroorzaken. Wegzagen is de enige remedie.
“Codominantie”, een term die staat voor twee- of meerstammigheid. In sommige gevallen is meerstammigheid acceptabel. Te denken valt bijvoorbeeld aan een meerstammige berk.
In andere gevallen is het pure concurrentie. Meerstammigheid leidt in zulke gevallen tot misvormde bomen. Verkleving van beide stammen nabij de basis kan bij zware storm leiden tot uiteenscheuren van de stammen. Als voorzorgsmaatregel is wegzagen van een stam gewenst.
“Plakoksel”, een zijtak die vrijwel parallel gegroeid is met de (hoofd)stam. Door het gewicht van de zijtak en zwiepen oefent de tak een voortdurende torsiekracht uit op de ‘aanhechtingsplaats’ met de stam. Het gevolg hiervan is zichtbaar: een callusweefsel dat de scheurende kracht min of meer niet kan bijhouden. Uiteindelijk gaat dit rotten en verziekt de boom. Uitzagen en afsmeren met wondbalsem.

Een grondboring kan gegevens opleveren over de

opbouw van de bodem nabij de boom. Nadere analyse in het laboratorium verschaft gegevens over de voedselvoorraad in de grond. Een juist bemestingsadvies zal bijdragen aan een aanvullende bemesting, waardoor de boom beter zal groeien. Eventuele storende lagen in de bodem en bodemverdichting kunnen hiermee worden opgespoord.

De andere afleveringen:

Scheuren en delen vaste planten ~ Snoeien van struiken en heesters
Snoeien en vormen van klein fruit ~ Boomfruit snoeien
Verzorging van druiven

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in