Toen de reisgidsen voor een nieuw jaar weer her en der verspreid over de tafel lagen, dacht ik opeens terug aan een wonderlijke vraag, die ik een jaar geleden van een familielid kreeg: "Wil je eens een daktuintje voor me maken?" Aangezien ik het genoegen had om met hem enkele malen mee met vakantie te gaan, kon ik geen smoes van ‘geen tijd’ bedenken.
Die vakanties zijn altijd weer een belevenis en spelen zich af in de bergen van Oostenrijk. Nee, geen terrasjesvakantie, maar er stevig tegenaan. De hoogste toppen moeten bedwongen worden! Met een atlasje van de beste vindplekken voor mineralen wordt vooraf zorgvuldig de vakantiebestemming uitgezocht. Stel je voor dat je eens een buitengewoon mineraal zult vinden. Zwoegend wordt elke dag een beklimming ingezet om de bewuste vindplaats te bereiken. Ik weet niet of u wel eens een berg beklimt, maar ik verzeker u dat heel veel tijd, geduld en krachtsinspanning vereist is om een
flinke hoogte te bereiken.
De vreemde opdracht
De constructie op het dak
Over alpineplanten
Probeer ook zelf eens uw platte dak te begroenen
Nu ben ik niet zo’n freak die voortdurend met z’n neus over de grond zwalkt. Het kost genoeg inspanning om je met bergschoenen uitgeruste voetjes zorgvuldig op het smalle bergpaadje te planten, zodat je stabiel je weg kunt vervolgen. Met dat familielid is het anders. Z’n ogen bepriemen elk steentje en rotspartij op zoek naar net dat ene gelukje. Zelf ben ik beroepshalve meer geïnteresseerd in dat bijzondere plantje dat je niet zo een, twee, drie kunt thuisbrengen.
Het fantastische van een looptocht door het berglandschap is dat je van hoog naar laag gaat. In feite passeer je verschillende klimaatgordels en daarmee verandert de biotoop voor plantjes en dieren. Zijn de planten en struiken eerst nog hoog, naarmate je de sneeuwgrens nadert, worden ze alras lager en gaan over in uitsluitend bodembedekkende planten en een keur aan mossen. Nog hoger, tot in de sneeuw, worden de planten zeldzamer en is de bedekkingsgraad heel klein. De ‘struggle for life’, het vechten om een gunstig plekje in een bizar klimaat is dan aan de orde. De zomers in de bergen duren kort. Planten moeten dus in heel korte tijd groeien, bloeien en tot zaadvorming zien te komen.
Terwijl ik al mijn aandacht schenk aan al die fraaie plantjes en erachter probeer te komen waarom zij nu net op die ene plek groeien, haalt mijn familielid halsbrekende toeren uit om een bijzonder glinsterend mineraaltje uit een spleet van een vervaarlijk overhangende rotsrichel te peuteren.
En… zowaar de zoveelste vondst kan worden toegevoegd aan de inmiddels snel groeiende verzameling. Aandachtig wordt het mineraal met een kwastje ontdaan van wat aardkorreltjes, wat opgepoetst en nauwkeurig met een loupe onderzocht. Toch trekt dit ook mijn aandacht, want naast de interessante geologische ontstaansgeschiedenis van het gesteente is de mineralisatie een proces van eeuwen. In water opgeloste moleculen kristalliseren tot bijzondere vormen en hebben ook dikwijls heel mooie kleuren. Het is het verzamelen waard.
Aan het einde van zo’n vakantieperiode worden de stukjes gesteenten zorgvuldig in vloeipapier gewikkeld en verpakt in dozen en doosjes. Nu zijn dat niet zomaar wat souveniertjes, nee het gaat in dit geval om de halve bagageruimte van een flinke stationcar! U begrijpt wel dat na enkele jaren er een collectie ontstaat, waarbij niet elke vondst meer die aandacht krijgt die deze hoog in de bergen nog wel kreeg. Alleen de waardevolste en schoonste mineralen weten een plaatsje te veroveren in de fraai verlichte vitrinekast, die inmiddels de volledige wandlengte van de huiskamer in beslag neemt. Overigens zijn de mineralen keurig van naam, chemische samenstelling en vindplaats voorzien. Een uitzoekwerkje dat uren en dagen in beslag neemt. Het overige verdwijnt eerst nog in grote dozen en krijgt een plekje op de inmiddels te klein geworden zolder. Netjes geregistreerd wat waarin zit, dat wel…
De vreemde opdracht
Misschien begint u al iets te dagen. Mij toen in ieder geval wel! Doe eens iets met al dat moois en nog wel ergens in de tuin ook. Een soort bijzetting op het veld van eer? Afscheid nemen van wat eerst waardevol leek en na veel moeite liefdevol is verkregen, valt ook voor een mineralenverzamelaar niet mee. Dus wil je maar een plekje in de tuin ermee opvullen? Op zich leek dit mij wel een aardig idee. Toch maar eerst eens de hele zaak in ogenschouw nemen.
Ik had wel enig idee van de grootte van de tuin. Daarvoor zijn we ‘close’
Kwartsiet, geen bijzondere vondst. |
---|
genoeg. Maar al snel wist ik zeker dat het niet raadzaam was een gedeelte van de tuin te beleggen met al die losse stenen. Daarvoor was de verzameling nou net niet omvangrijk genoeg. Zo’n apart accentje in de tuin in een alpine-achtige setting leek mij te minimaal om een goed effect te geven. Het zou een tuintje in een tuin worden.
De familie heeft een aardig huis, ruim en losstaand geplaatst. Aan het achterhuis zit een flinke uitbouw, waardoor een soort breed dakterras is ontstaan. Dit dakterras grenst aan een grote garage eveneens met een plat dak. Het enige waarvoor het dak gebruikt werd, was om de was te drogen aan een weinig sierlijke stellage. Het leek mij bij uitstek een plek om een mini-alpenlandschap op dit dak te realiseren.
De constructie op het dak
Het dak bestaat uit prefab-betonplaten, waaroverheen mastiek is aangebracht om het waterdicht te maken. Her en der lagen al wat tegels om de waslijn met droge voeten te bereiken. Op snikhete zomeravonden werd er wel eens op het dak in een luie stoel gezeten en doemden vergezichten op verwant aan die in de Alpen. Ja, dat beeld wilde ik nu tot quasi werkelijkheid laten worden. Ik pakte potlood en papier en begon te schetsen: een tapijt van losse stenen met her en der rotsformaties trokken in mijn gedachten voorbij. Schitterende alpine-plantjes zouden moeten zorgen voor kleurrijke accenten. Maar… hoe maak je zoiets nou tot werkelijkheid? Ik begon na te denken over de constructie van het dak zelf. Zou die de zware last aan stenen en rotsblokken wel kunnen dragen? Hoe moet de wateraf- en aanvoer geregeld worden? Of kan het zomaar aan z’n lot overgelaten worden? We besloten maar eens te experimenteren.
Nadat in hoofdlijnen het idee op papier gezet was, bedacht ik een eenvoudige opbouw voor op het dak. Eerst maar eens een kunststof mat over het bitumen aanbrengen. De mat bestaat uit kunstig vervlochten draden: een soort brillo-spons. De mat is per meter te koop en is ook erg geschikt als onderlegger voor een vijver die van rubber of plastic folie gemaakt wordt. De mat zorgt in ons geval voor een onbelemmerde afvoer van regenwater dat ongetwijfeld over dit ‘stukje Oostenrijk’ zal neerdalen. Over de mat hebben we ‘drainata-tegels’ aangebracht. Deze tegels zijn poreus en dus water doorlatend. De tegels zijn betrekkelijk licht van gewicht, wat gunstig is om het totaal aan belasting op het dak laag te houden. De tegels zijn 30 x 30 cm groot.
Na flink sjouwen is vervolgens met zorg ‘de verzameling’ over de tegels aangebracht. Soort bij soort en zo mogelijk op kleur van het gesteente. Ik weet niet alles meer, maar namen als gneis, kwartsiet, calciet en pyriet zijn me nog steeds bijgebleven. In ieder geval waren dit namen van de minst belangrijke steen-samenstellingen.
Op sommige plaatsen werd reliëf aangebracht met behulp van brokken op elkaar gestapelde tuinturf, waaroverheen weer losse stenen en brokken rots werden gedecoreerd. Op andere plekken werd een flinke hoeveelheid kalk onder en tussen de stenen aangebracht. Alles bij elkaar werd een verscheidenheid aan bodemondergrond in elkaar gezet, zodat een gevarieerde toepassing in soorten planten mogelijk werd. Niet elke alpineplant houdt van een kalkrijke of zurige ondergrond. Kennis van zaken over welke plant waar is wel zo belangrijk. En zie eens… een golvend landschap dat zowaar vanuit een lage kijkpositie werkelijk iets weg had van het imponerende Alpenlandschap is zo geformeerd.
Over alpineplanten
Er bestaat een grote verscheidenheid aan planten die al bodembedekkend de illusie van een alpinevegetatie kunnen waarmaken. Zelf kan ik het niet nalaten om al flanerend door dorpjes en steden de plaatselijke bloemist ongemoeid te laten. Ik speur nauwkeurig de winkel en uitstalling af om te zien of er nog typische plantjes te koop zijn die de moeite waard zijn om geëxporteerd te worden. Deels puur uit nieuwsgierigheid om te zien of plantjes ‘uit den vreemde’ het in ons wisselvallige Nederlandse klimaat wel zullen redden en deels omdat er soorten bij zijn die bij ons bepaald niet alledaags zijn. In de loop van al die jaren is er een aardige verzameling door ontstaan. Een gedeelte hiervan wilde ik wel kwijt en dat kwam nu goed van pas:
Een toefje gentianen | Stijfharige leeuwentan |
---|
Zelfs edelweiss doet het prima |
Schildersverdriet |
---|
Hauswurtz of steenbreek (Sempervivum) |
Een rose steenbreek |
---|
Om de liefhebberij in gesteenten niet al te zeer te schaden werden er niet al te veel planten tussen de stenen en keien geplant. De uitgestorte verzameling moest immers het beeld blijvend bepalen. Het afgelopen jaar kon ik genoegzaam terugkijken naar deze merkwaardige opdracht. Wat een wonderschone pracht is er ontstaan. Ik verzeker u dat er nooit enig onderhoud aan de alpinetuin wordt gedaan. Het bedruipt zich volledig zelf. Zelfs geen druppel kraanwater komt eraan te pas. Wel hebben er wat plantjes het loodje gelegd, omdat zij niet bestand bleken te zijn tegen de extreme situatie: vaak langdurige droogte of toch te veel wind. ‘Het milieu selecteert’ en dat blijkt maar al te waar te zijn.
In de tuincentra is tegenwoordig een keur aan alpine-achtige plantjes te koop. Probeer ook eens gentianen, primula’s (Primula auricula) en (Primula farinosa), kerstroos (Helleborus niger), berg-anemoon (Pulsatilla montana), voorjaarsanemoon (Pulsatilla vernalis), sneeuwheide (Erica carnea), cyclaam (Cyclamen europaeum), dryas (Dryas octopetala), edelruit (Artemisia laxa), allerlei huislook-soorten (Sempervivum), herfststijlloos Colchicum autumnale), crocus in soorten, klokjesbloemen (Campanula cochlearifolia), alpine-aster (Aster alpinus), rapunzel (Phyteuma comosum), steenbreek (Saxifraga soorten), edelruit (Artemisia laxa), lijmkruid (Silene acaulis), anjers (Dianthus soorten).
Probeer ook eens uw platte dak te begroenen
Misschien verkeert u zelf in de nog niet uitgebuite mogelijkheid om eens een plat dak te begroenen. U hebt hier kunnen lezen dat vaak met eenvoudige middelen een verassend effect te behalen valt. Bovendien draagt beplanting bij aan isolatie: het reguleert extreme temperatuurwisselingen. Zomers koel en in de winter daalt de temperatuur tot minder lagere waarden in de ruimte onder het dak. Niet in het minst veraangenaamt een beplanting van het dak het zicht erop!
Als u naast wat kleine en lage plantjes ook eens wilt gaan experimenteren met struiken, dan is het raadzaam te zorgen voor een voldoende voedingsbodem. Breng in zo’n geval wel anti-wortelvlies over het dak aan. Dit voorkomt schade aan het dak door beworteling. Heel handig en effectvol kan beplanting op een plat dak ook aangebracht worden in houten of kunsstof bakken. Daarbij is het wel verstandig om van meet af aan na te denken over water geven. Heel handig is het in dit geval om de watervoorziening computer gestuurd te laten verlopen. In een tuincentrum kan men u hierover inlichtingen verstrekken.
Begroen uw platte dak! Nederland wordt er zoveel aardiger van. |