Forsythia: stekken, snoeien, forceren, in bloei trekken

Vanaf half februari is het weer zover. Nederland pakt grootschalig uit in geel. In tuinen en plantsoenen knalt het geel je tegemoet. Het voorjaar wordt pregnant aangekondigd met Chinees klokje. In maar weinig tuinen staat Forsythia niet en ook in bloemenstalletjes is menige emmer gevuld met een stevige bos overdadig geel. Forsythia in tuin en op tafel, eraan ontkomen doe je bijna niet.

Forsythia is genoemd naar een directeur van de Royal Kensington Gardens, W. Forsyth. Tussen 1833 en 1920 zijn soorten in Engeland ingevoerd uit China, Korea

De bloem van Forsythia van dichtbij gezien: mooi van vorm

(Forsythia viridissima, Forsythia suspensa en Forsythia ovata) en Albanië (Forsythia europaea). Uit Amerika zijn veel hybriden van Forsythia x intermedia afkomstig. Forsythia  x intermedia is het resultaat van kruising van Forsythia suspensa en Forsythia viridissima. Chinees klokje behoort tot de familie van de olijfachtigen (Oleaceae). Gemiddeld wordt Forsythia tussen anderhalf tot drie meter hoog. Op de juiste wijze snoeien verlengt de levensduur van deze sierheester.

Stekken

Forsythia wordt door middel van zomerstek vermenigvuldigd. De stekken worden genomen van niet al te oud hout. Of het goed stekhout is, is te controleren door de scheut te buigen. Die mag dan niet breken. Maak stek met een lengte van tien centimeter in juni. Steek de stek in een mengsel van twee delen turfrijke grond en een deel scherp zand. Begiet de stek na het steken. De stekken kunnen het beste onder glas/plastic worden gehouden. Dit bevordert de beworteling. Na circa drie weken is de stek beworteld. Hierna de bewortelde stek op afstand verder opkweken. In het jaar nadat de stek is gemaakt, kan de struik al een hoogte van 1 meter bereiken. Om de scheut te laten vertakken wordt de scheut in het najaar teruggesnoeid tot ongeveer tien tot vijftien centimeter boven de grond.

Snoeien

Wie niet naar Forsythia omkijkt, behalve als deze bloeit, zal in de loop der jaren merken, dat de struik steeds minder bloeit. Het percentage oud hout neemt toe, de struik wordt hoger en bloeit voornamelijk nog in de buurt van de toppen. Forsythia

Om Forsythia goed te laten bloeien moet na de bloei worden gesnoeid

bloeit aan rijp, maar niet al te oud hout en daarom is snoeien – direct nadat hij is uitgebloeid – nodig om van een rijke bloei in het volgende jaar verzekerd te zijn. Wie eens nauwgezet het verloop van bloei en afsterven van de bloem volgt, zal zien dat aan het einde van de bloei de bloemen bruin worden en verdorren. Dan is het moment aangebroken om de snoeischaar te hanteren. Snoei de uitgebloeide tak tot op enkele centimeters boven de grond af. Wie oplettend kijkt, zal zien dat al jonge scheuten vanuit de basis omhoog zijn geschoten. Op deze scheuten zal Forsythia het volgende jaar bloeien.

Forsythia verjongen

Wie z’n Forsythia wil verjongen, moet de struik in de winter of het vroege voorjaar snoeien. Verwijder als eerste de dikke takken met een takkenschaar. Oude takken zijn behalve aan de dikte te herkennen aan de grijsgrauwe kleur en de holle stengel. Snoei ze rigoureus bij de grond af en niet halverwege; het wordt toch niets meer. Verwijder vervolgens scheuten – al of niet dik – uit het hart van de struik, zodat deze open wordt. Snoei uitgebloeide jonge scheuten terug op verticaal omhoog gegroeide scheuten, zo laag mogelijk in de struik. Behoud jonge, fris groengele scheuten.

Tetraploïde

Van oorsprong zijn de bloemen van Forsythia klein in omvang. Ook verliep een kruising niet altijd zonder problemen. Door behandeling met colchicine is men erin geslaagd bloemen groter te maken en kruisingen succesvol te laten verlopen. Het verwekken van polyploïde (merendeels tetraploïde) is van belang bij kruising tussen verschillende geslachten of soorten binnen een geslacht. Een kruising zonder behandeling met colchicine kan ertoe leiden, dat er geen bevruchting en dus geen nakomelingsschap tot stand wordt gebracht. Lukt het wel, dat er zaad is gevormd, dan nog is het mogelijk, dat dit zaad niet vruchtbaar (infertiel) blijkt te zijn. De oorzaak ligt in het feit, dat chromosomen van de ene soort uit andere erffactoren bestaan dan die van de ander. Er treden dan moeilijkheden op bij de reductiedeling. Bij behandeling met colchicine komt iedere erffactor in twee- of meervoud voor en is er sprake van polyploïde. Bastaarden hiervan zijn vruchtbaar en leveren dus kiemkrachtig zaad. Een aantal hybriden van Forsythia is zo ontstaan.

Forsythia forceren

Onder forceren wordt verstaan: het voortijdig in bloei brengen. Met voortijdig wordt bedoeld: ver voor de bloei in normale omstandigheid. Bolgewassen, planten (o.a. nieskruid) en diverse heesters (bv. sering, hortensia, bruidsbloem, pruim e.d.) worden met een speciale behandeling voortijdig in bloei gebracht.

De gehele struik kan in bloei worden getrokken. Daarvoor moet de struik wel worden uitgegraven, in de zomer worden rondgestoken en bovendien in het najaar tijdig vóór het blad is afgevallen, worden opgekuild. In bloei trekken kan niet voor januari, maar beter in februari en maart. De struik wordt in januari in een kas bij een temperatuur van 25 – 26 °C. gehouden. In februari – maart kan de temperatuur lager worden gehouden: 15 – 20 °C. Na tien tot veertien dagen staat de struik dan in bloei.

Wie niet over een kas beschikt, kan Forsythia ook in bloei trekken. Dan moet je wel over een koelcel beschikken, waarin afgesneden takken in een emmer met water kunnen staan. Een klein bosje met korte takken kan ook in de koelkast worden geplaatst. Knip takken, die voor bloei in aanmerking komen, aan het eind van het najaar af. Plaats de Forsythiatakken gedurende vier weken in de koelcel/koelkast bij een temperatuur van -1 ° tot -2 °C. Na het geven van deze kunstmatige koudeprikkel, staan de takken in tien tot twaalf dagen bij een temperatuur van 20 °C. in bloei. In de koelperiode worden aan het water voedingsstoffen voor bloeiende planten toegevoegd.