Van ver weg: de kangoeroepoot, Anigozanthos

0
606

De kangoeroepoot groeit aan de andere kant van de wereldbol; in Australië wel te verstaan. Specifiek in het zuidwesten. Vooral in de omgeving van Shark Bay en Mount Baker komt deze overblijvende plant veelvuldig voor.

Anigozanthos flavidus is de hoogste en gemakkelijkst te telen kagoeroepoot

In Australië kent men de plant onder de naam kangaroo paw. De rode en groene kangoeroepoot vormen het embleem van West-Australië.

De bloemen van de kangoeroepoot worden in Nederland vooral gebruikt in boeketten. Zelden is de plant te koop als kuipplant. De kangoeroepoot groeit in Australë op de meest uiteenlopende grondsoorten, maar prefereert droge, zandige tot kiezelachtige grond. De grond moet perfect water kunnen doorlaten; in een te natte grond kwijnt de plant snel weg. Een warme plaats in de volle zon is nodig voor een goede groei en bloei. De naam Anigozanthos is afgeleid van de Griekse woorden anises = ongelijk en anthos = bloem. De kangoeroepoot behoort tot de familie van de Haemodoraceae. Van de kangoeroepoot zijn ongeveer twaalf soorten en vijftig cultuurvariëteiten bekend. Alle soorten zijn inheems in het westen van Australië. De cultuurvariëteiten zijn voornamelijk hybriden van Anigozanthos flavidus. Hybriden groeien in het algemeen beter in de tuin dan de echte soort(en).

 
A. manglesii bloeit met roodachtige bloemen aan de basis, de bloembuis is groen A. flavescens heeft gele haren op bloemstengel en vruchtbeginsel. Op het uiteinde van de bloem een meer groengele beharing

Wortels

De kangoeroepoot groeit ondergronds met korte, horizontale rhizomen (wortels). De lengte van de rhizomen kunnen per soort aanmerkelijk verschillen en ook het karakter van de wortels. Sommige hebben vlezige wortels, die vooral in het voorjaar flink uitgroeien. Andere hebben juist broze wortels. Het is onbekend of de kangoeroepoot in symbiose leeft met mycorrhiza (schimmel). In nieuwe potten groeit een kangoeroepoot uitstekend en daar(in) zijn geen schimmels aanwezig. In droge tijden neemt de kangoeroepoot vocht op uit het wortelgestel en is zo in staat een extreem droge periode te overbruggen.

Bloem

De vorm van de bloem van een kangoeroepoot lijkt op de poot van een kangoeroe.

Species van Anigozanthos

De kleur van de bloem varieert van bijna zwart, chartreuse tot geel en rood. Elke bloem zit geborgen in een buis. Aan het uiteinde waaiert de bloem in een zestal kroonslippen (petalen) uiteen. De bloemkleur van de kangoeroepoot wordt gedetermineerd aan de hand van de gekleurde haren op de bloem. Vooral de kleur(en) aan het uiteinde zijn daarvoor bepalend. Volgroeide planten kunnen meer dan tien bloemen per stengel voortbrengen. De soort kan door een deskundige hoofdzakelijk vastgesteld worden aan de hand van de zaden. De bloemen staan als een hanenkam op een lange stengel. De stengel kan vertakt zijn, maar is dit meestal niet. De kangoeroepoot kan alleen worden bevrucht door vogels.

Opbouw van de bloem van Anigozanthos in onderdelen

Slechts een enkele soort (Anigozanthos pulcherrimus) wordt door honingbijen bestoven en een enkele andere soort door marmotten.

De bloem van de kangoeroepoot bestaat uit een vruchtbeginsel (ovarium) aan de basis met daarop een bloembuis. Bij het vruchtbeginsel bevindt zich ook de honingklier, waar de vogels op afkomen. Aan het einde van de bloembuis staan de meeldraden omgekruld naar achteren. Uit de buis steekt een betrekkelijk lange stijl met stamper. In het thuisland bloeien soorten kangoeroepoot voornamelijk in de maanden oktober tot en met december. Sommige soorten bloeien tot wel zeven maanden lang. Afgesneden stengels met bloemen kunnen een aantal weken op water worden gehouden.

Blad

De bladen zijn over het algemeen langwerpig, soms wat afgerond. Het blad is behaard of onbehaard. Als ze behaard zijn, staan de haren in een waaiervorm op de scheut. Met uitzondering van Anigozanthos flavidus zijn alle soorten in de zomer bladloos. In koelere streken behouden soorten kangoeroepoot wel hun blad in de zomer. De bladen zijn groen tot grijsgroen, tien tot veertig centimeter lang en vijf tot twaalf millimeter breed.

Trots op een bloem. Postzegel met daarop een afbeelding van Anigozanthos manglesii

De stengels kunnen ook behaard zijn.

Verzorging

Zoals zoveel planten uit Australië prefereert de kangoeroepoot zandige of poreuze grond en absoluut een plaats in de volle zon. De grond moet (giet)water zo snel mogelijk kunnen afvoeren. Droog houden van de plant is het beste recept voor het goed (over)houden. Immers, de plant groeit in één van de droogste staten van Australië. Hoewel een kangoeroepoot zich redelijk goed kan aanpassen aan een klimaat, groeit de plant niet goed in vochtige en koude gebieden. Voorkom een teveel aan water, vocht en plantenvoeding gedurende de zomermaanden, want anders groeit de plant uit z’n krachten. Een kangoeroeplant moet in ons klimaat absoluut binnen overwinteren bij een minimumtemperatuur van 20° Celcius.

Zaaien of scheuren

Meestal wordt een kangoeroepoot in het voorjaar gezaaid of aan het begin van de zomer. Voor het ontkiemen van het zaad moet de grond vochtig worden gehouden, maar beslist niet nat. Het zaad kiemt snel. Verplant de zaailingen als ze tien centimeter hoog zijn. Zet de zaailingen op een onderlinge afstand van dertig tot veertig centimeter uit elkaar of plant ze direct in een pot rond twintig centimeter. De planten kunnen dan naar behoefte op afstand worden gezet.

Het delen van de wortelkluit wordt vooral gedaan om de soortechtheid te garanderen. Steek met een scherpe spade de kluit in stukken. Zorg ervoor dat wortels in de kluit aanwezig zijn en één of meer stengels met blad. De wortelkluiten kunnen worden opgepot. Het delen van planten kan om de twee of drie jaar in het najaar of in koele klimaten aan het begin van het voorjaar. Jonge of gedeelde planten groeien beter en blijven gezonder dan planten die te lang vaststaan.

Ziekten en plagen

De plant kan door de inktvlekkenziekte worden aangetast. De aantasting wordt door een schimmel veroorzaakt en uit zich aanvankelijk met zwarte vlekken op het blad overgaand in snel zwart worden en afsterven van de bladen. Als niet bijtijds met een koperhoudend middel (koperoxychloride) wordt gespoten, is de kans groot dat ook het wortelgestel wordt aangetast. Verwijder aangetaste bladen zo snel mogelijk. Een plaats in de volle zon op een beschutte en droge plek is het beste om de aantasting te voorkomen. Veel van de nieuwe cultuurvariëteiten zijn goed bestand tegen de inktvlekkenziekte.
Slakken zijn grote liefhebbers van het blad van een kangoeroepoot. Verwijder de slakken zo snel mogelijk en strooi een middel tegen slakkenvraat.

Soorten

Anigozanthos bicolor – Een klein en laagblijvende soort met felrode en heldergroene haren. Blad smal en grijsgroen.
Anigozanthos flavidus – De sterkste en gemakkelijkst te houden plant. Heeft donkergroene bladen. Bloemen met groene, gele en roodachtige beharing. Is vorstgevoelig. De plant kan tot twee meter hoog worden.
Anigozanthos ‘Pink Joey’ – Een sport van de soort flavidus. Bloemen zalmroze op stengels tot vijftig centimeter hoog. Een sterke plant.
Anigozanthos ‘Bush Ranger’ – Een hybride van Anigozanthos flavidus x Anigozanthos humilis. De plant wordt tot vijftig centimeter hoog en bloeit met oranjekleurige bloem. Is redelijk bestand tegen de inktvlekkenziekte. Kan korte tijd vorst verdragen.
Anigozanthos ‘Dwarf Light’ – Een hybride van Anigozanthos flavidus x Anigozanthos onycis. Wordt tot tachtig centimeter hoog. Bloemen abrikooskleurig. Een lang levende plant.
Anigozanthos ‘Harmoney’ – Eveneens een hybride. Bloeit met heldergele bloemen.
Anigozanthos ‘Regal Claw’ – Groeit robuust. Draagt bloemen op meervoudig vertakte stengels. Bloemkleur oranjerood.
Anigozanthos ‘Red Cross’ – Bloemen glimmend rood. Heeft prachtig grote bloemen.
Anigozanthos manglesii – Heeft het omvangrijkste verspreidingsgebied van alle soorten. Is het symbool van West-Australië. De plant wordt dertig centimeter tot één meter hoog. De bloem is meestal tweekleurig, groen met geel of rood.
Anigozanthos manglesii subsp. manglesii – Wordt tot tachtig centimeter hoog. Bloemstengels zijn zelden vertakt. Bloemkleur hoofdzakelijk rood.
Anigozanthos manglesii subsp. quadrans – Bloeit met oranjerode bloemen. Stengels zijn enkel of tot twee keer vertakt. Soort is weinig in cultuur.
Anigozanthos rufus – Blijft lager dan A. flavidus, maar is veel sterker. Heeft groengrijze bladen. Stengels twee tot drie keer vertakt. Bloemen intens rood en sterk bezet met haren.
Anigozanthos viridis – Een laagblijvende soort tot vijfentwintig centimeter hoog. Heeft smalle, dunne stengels bezet met bleekgroene bladen. Stengels zijn ook bleekgroen. Bloemen geelgroen met een turkooizen blos.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in