Een zeldzame plant. Alleen in Zuid-limburg komt de plant in het wild voor. Gele anemoon komt als stinsplant ook maar sporadisch voor. In botanische tuinen en heemparken is deze anemoon nog wel in groten getale te zien. Toch verdient de plant aandacht naast al die gekweekte anemonen.
Onmiskenbaar lijkt gele anemoon (Anemone ranunculoides) op blauwe anemoon (Anemone appennina) en met wat fantasie ook op bosanemoon, althans als je naar de vorm van het blad kijkt. Bladeren van gele anemoon zijn, onder een vergrootglas gezien, licht behaard. De bloemsteel is aanmerkelijk korter dan die van een blauwe anemoon.
Aan het begin van de dag begint de bloem zich te openen | Gele anemoon vormt een vrijwel gesloten bedekking van de grond |
---|
Bodembedekkend
Gele anemoon breidt zich uit door uitlopers van de wortelstokken. Flinke oppervlakten kunnen ermee worden bedekt. De plant groeit op zeer humusrijke en leemachtige grond. Op bosgronden en onder kreupelhout is de plant in zijn natuurlijke omgeving op een beperkt aantal plaatsen in de halfschaduw te vinden. Van begin maart tot mei is de bloei onafgebroken. Gele anemoon behoort tot de familie van de ranonkelachtigen (Ranunculaceae).