Minnaar van zon: Canna

0
429

De boulevard van de mondaine Franse badplaats Cannes is bijna elk jaar wel versierd met Canna. De plant wordt in het warme zuiden veel gebruikt in openbare beplantingen. In ons land waagt zich maar een enkele gemeente aan het gebruik ervan. Op buitenplaatsen en landgoederen maakt Canna steevast onderdeel uit van de beplanting van broderies en perken met eenjarigen.

Canna x generalis
groeit met fors blad

Wie waagt zich er eens aan om in z’n tuin Canna te planten?

Canna is een vaste plant, die zich met rizomen voortplant. Veel planten vormen rizomen. Het zijn stengels, die over de grond kruipen en ondertussen wortels maken. De rizomen hebben als functie reservevoedsel op te slaan. Een bekende eetbare rizoom is gember. In het spraakgebruik wordt een rizoom ook wel wortelstok genoemd. De spruiten, die op de wortelstok groeien, zijn stijf opgerolde kokers van bladbases: ze groeien uit een knobbelige rizoom. Daaruit blijkt de verwantschap met de banaan. Ook de bladen van Canna lijken qua bouw op die van de banaan. Canna behoort tot dezelfde orde als banaan (Zingiberiflorae) en daarvan tot de familie van de Cannaceae.

Met Canna is veel gekruisd, vooral met Canna flaccida. Hieruit zijn tal van hybriden voortgekomen. Kenmerkend voor deze hybriden zijn de grotere bloemen en getekende macules. De meest gangbare kleuren zijn nu (2001): rood, oranje, geel, abrikoos, roze en wit en mengvormen daartussen. De bladen zijn groen, bronskleurig groen, groen met een paarse gloed of geel of wit gestreept.

Canna x generalis vormt dikke bloemknoppen, die wel lijken op die van de gladiool

Canna wordt vijfentwintig centimeter tot tweeëneenhalve meter hoog.

Canna (Grieks kanna = riet) wordt het meest gebruikt voor zomerperken. Ze kunnen ook heel goed worden gebruikt in groepen tussen heesters en voor het versieren van terras en balkon. De plant groeit zowel in de volle grond als in een ruime pot of kuip. Als tuingrond wordt humusrijke grond gebruikt vermengd met wat zand en een ruime hoeveelheid organische stalmest. Canna moet de hele zomer rijkelijk met water worden begoten. Een plaats in de volle zon is een absolute voorwaarde voor een goede bloemzetting en rijke bloei. Aan het einde van het bloeiseizoen zijn er grote ronde, zwarte zaden gevormd, die de grootte hebben van een erwt.

Cultuur

Canna wordt eind mei uitgeplant. Wie meteen al grote planten wil gebruiken, zal moeten beschikken over een kas of (koude) bak. Voor dit doel worden rizomen in januari – maart op de grond gelegd. Er zullen zich spruiten op ontwikkelen. Dit proces wordt schieten genoemd. Na het planten moet regelmatig en veel water worden gegeven. Tegen het einde van de herfst wordt er nauwelijks meer begoten.

Bij Canna x generalis zijn de kenmerken van een hybridevorm goed te zien

Na de eerste vorst worden de planten met een weinig aarde aan de rizomen opgenomen. De stengels worden vijftien centimeter boven de grond afgesneden. Leg de rizomen op een vorstvrije, droge plaats en bedek ze met droge aarde. Alleen op droge plaatsen in de tuin kunnen de planten overwinteren, maar dek ze toch goed af tegen vorst. In het vroege voorjaar kunnen de planten worden gescheurd. Ze worden in zoveel stukken gedeeld als er stukken zijn met scheut en wortels. Pot de stukken op in potten van tien centimeter doorsnede als u niet over een kas of bak beschikt. Wie de planten wel onder glas kan opkweken, legt in januari de scheuten met wortels op de grond en snijd er zoveel jonge planten van als er scheuten zijn.
Canna kan in februari – maart worden gezaaid. Laat het zaad eerst vierentwintig uur in lauwwarm water weken. Zaai de zaden en dek het zaaisel met vijf centimeter humus af. Kieming vindt na zes dagen plaats als de zaden in het substraat (met zand verschraalde humus) bij ten minste 15° C. worden gehouden. Het beste resultaat wordt verkregen als er in potjes wordt gezaaid; de kiemwortels zijn broos. Na uitkomen van het tweede kiemblad kan er worden verpot.

De beste Canna-hybriden

Variëteit Bloemkleur Hoogte (cm)
‘Alberich’ zalmroze 40 – 60
‘America’ donkerrood, bruinbladig 120 – 150
‘Assaut’ oranjerood, bruinbladig 150
‘Brandywine’ oranjerood 100 – 200
‘Endeavour’ lichtrood 120
‘Felix Ragout’ goudgeel 120
‘Gnom’ rozerood 70
‘Roi Humbert’ gevlekt/gestreept geel en rood, bruinbladig 100 – 200
Königin Charlotte’ vlammend rood 100 – 200
‘Lenape’ hardgeel 75
‘Louis Cayeux’ roze 100
‘Lucifer’ geelgerande rode kroonbladen, paars getint blad 100
‘Perkeo’ karmijnrood, bruinbladig 60
‘President’ rood 150
‘President Carnot’ rood 150
‘Puck’ kanariegeel 50 – 60
‘Stadt Fellbach’ oranje 150
‘Wallace’ geel 150
‘Wyoming’ bruingeel, bruinbladig 150 – 175

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in