Scutellaria, glidkruid

0
831

Soorten glidkruid zie je wel in vensterbanken, maar zelden in de tuin. Jammer, want het is een gezond ogende plant met mooie, grijsblauwe bloemen. Op een humushoudende en vochthoudende grond is deze vaste plant zeker op z’n plaats.

S. incana bloeit met schijnaren

Van de ongeveer tweehonderd soorten heeft er tot nu maar één een plaatsje veroverd op de sortimentslijst van enkele kwekerijen.

Van het glidkruid is de soort Scutellaria incana als enige in trek voor gebruik in de vasteplantenborder. Van nature komt de plant voor in het midden en zuidoosten van Noord-Amerika. Het glidkruid ontleent zijn naam aan het Latijnse woord scuta en het verkleinwoord daarvan scutella of scutellatus, dat schildvormig betekent. De tweede naam incana betekent geheel grijs. Het geheel slaat op het grijzige, bovenste deel van de kelk. De bloemknoppen zijn aanvankelijk grijsviltig behaard. De plant is beschreven door de Duitser C. Sprenger, die halverwege de achttiende eeuw leefde.

Bloei

Het glidkruid bloeit in de periode augustus – september met zachtblauwe bloemen. Bloemen staan in vertakte schijnaren. Zoals bij veel geslachten van de lipbloemigen (Labiatae), heeft de plant buisvormige bloemen met een duidelijke boven- en onderlip. De witte meeldraden steken scherp af tegen de bloem. Knip uitgebloeide bloemstengels af. Dan is er kans is op een tweede bloeiperiode. De plant wordt zestig centimeter tot één meter twintig hoog en ongeveer vijftig centimeter breed.

Vermeerderen

Het glidkruid groeit met ondergrondse wortelstokken. Daarop groeien de stengels met grijsgroene, gezaagde ovale bladen, die ongeveer zes tot acht centimeter lang zijn. Het glidkruid kan in het najaar door scheuren worden vermeerderd. In de zomer kan stek genomen worden van jonge scheuten. Plant de stekken in een goed doorlatend zandhumusmengsel. Plaats de stekken onder plastic voor een snelle beworteling.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in