Gunnera, mammoetblad

0
505

We leven in een tijd waarin graag verhaald wordt over de mammoet, dinosaurus en nog vele andere mysteries van verdwenen leven op de aardkorst. Fantastische films zijn er gemaakt over deze dieren uit de prehistorie. Mammoetblad heeft daar niets mee van doen. Het enige, waaraan deze plant het predicaat mammoet ontleent, zijn de gigabladen. De bladen hebben de omvang van een flink groot oor van een mammoet. Voor deze fantastische plant is een vochtige grond nodig.

 
Het blad ontvouwt zich
vanuit de wortel
De plant vormt majestueus
grote bloeikolven

Gunnera manicata is de botanische naam voor mammoetblad. De plant behoort tot het geslacht van de Gunneraceae. Het is daarin het enige geslacht. Er zijn zo’n vijfenveertig soorten Gunnera bekend. De meeste soorten groeien in Australië, Afrika en Zuid-Amerika. Van mammoetblad zijn twee soorten geschikt voor de tuin. Gunnera manicata heeft de grootste bladen en omvang, terwijl Gunnera tinctoria iets bescheidener van omvang is. Beide zijn polvormende, overblijvende planten. De eerste soort komt uit Brazilië, de tweede uit Chili.

Mammoetblad wordt vooral gehouden om het markante, grote blad. De plant kan als solitair worden geplant, in het gazon of op een markante plaats in de border. Een combinatie met hoge siergrassen is zeer fraai. De bloeikolven zijn ook buitengewoon imposant om te zien. Het zijn samengestelde bloeiaren, die een hoogte van veertig tot vijftig centimeter kunnen bereiken. Ze staan fier rechtop en komen gelijktijdig omhoog met het blad. In een later stadium staan ze ver onder de majestueuze bladen. Deze bloeiaren zijn bruinrood en staan langs een dik vlezige stengel. De vruchten van mammoetblad zijn minder spectaculair en bestaan uit dik vlezige kolven.

 
De bladstengel van is bezet met ongevaarlijke stekels Het blad begint zich te ontvouwen

De bladen van Gunnera manicata ontvouwen zich aan het einde van het voorjaar. De bladen kunnen een doorsnede van tweeëneenhalve meter bereiken. Ze staan op stelen van wel twee meter hoog. Kinderen kunnen er makkelijk onder schuilen of zich erin verstoppen. De bladen van Gunnera tinctoria worden tot anderhalve meter breed en staan op een stengel tot zo’n anderhalve meter hoog. Mammoetblad groeit op permanent vochthoudende, liefst zeer humusrijke grond. Meestal wordt de plant in de halfschaduw geplant, maar kan – als de omstandigheden van de grond goed zijn – ook in de volle zon groeien. Van nature groeit mammoetblad in vochtige bossen en in rotsachtige gebieden nabij de zee.

Beschermen

In het najaar verkleuren de bladen. Ze krijgen een tabakskleur.

Gunnera heeft in de winter
afdekking nodig

Aan het einde van het najaar mogen de resterende bladen worden afgesneden. Voordat de vorst invalt, moet de plaats waar de plant staat, worden gedekt met een dikke laag grof blad of gehakseld stro. Om bladen of stro op z’n plaats te houden is een omheining met dubbeltjesgaas erg handig. Het blad of korte stro dient tevens als bemesting. Verdere bemesting is absoluut niet nodig. Als de bladen en bloeikolven zich beginnen te roeren is dat te zien; de afdekking komt omhoog. Ontdoe mammoetblad dan langzaam van blad en stro. Mammoetblad is gevoelig voor felle zon als de plant niet op een voldoend vochtige plaats staat. De bladen kunnen in dat geval verbranden en vertonen dan grote bruine vlekken. Wind kan de bladen aan flarden scheuren. Planteen mammoetplant dus op een luwe plaats. Pas ook op voor slakken. Zij houden buitengewoon veel van het sappige blad en vertoeven graag aan de onderkant van de bladen. Met wat voorzorgsmaatregelen hebt u een indrukwekkende plant aan de mammoetplant.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in