Pioen is een plant voor de eeuwigheid

0
427

Er zijn tientallen soorten van het geslacht Paeonia bekend, vandaar dat aan een indeling ervan niet valt te ontkomen. Zo zijn er enkel- en gevuldbloemige soorten, struikpioenen en kruidachtige pioenen.

Paeonia lactiflora hybr. ‘Edulis Superba’ is een gevuldbloemige soort

Nieuwe cultuurvariëteiten van de pioen zijn ontstaan door hybridisatie (kruising van soorten). De pioen is al lang in cultuur, ook voor de tuin. Het is nog steeds een belangrijke snijbloem. Van oorsprong komt de plant uit China en Japan. Pioen behoort tot de familie van de boterbloemachtigen (Ranunculaceae). De volksnaam pioenroos is een germanisme (Pfingstrose).

Pioenen zijn voornamelijk bewoners van het noordelijk halfrond. Ze komen voor in een brede gordel, die zich vanaf Japan via China en Iran tot in Noord-Afrika uitstrekt met uitlopers tot ver in Siberië. Boompioenen en kruidachtige pioenen komen oorspronkelijk uit China, de boerenpioen uit Frankrijk, Joegoslavië en Albanië.
De aan de bloemtop ingezaagde soorten komen uit de Balkan en de fijnbladige soorten uit de Kaukasus en Klein-Azië. De Franse kweker Lemoine heeft een respectabel aantal kruisingen tussen pioenen uitgevoerd; met name met de soort lactiflora is geëxperimenteerd. Deze pioenen behoren tot de wittmanniana-groep.
Zuivere boompioenen worden hier nauwelijks geteeld en zijn onbelangrijk voor de tuin. De struikachtige pioen die daarvan afgeleid is, wordt op grote schaal uit Frankrijk en Japan in Nederland geïmporteerd.
De Latijnse naam Paeonia is afgeleid van het Griekse Paion, de geneesheer van de Griekse goden, of paionia, een plant uit het oude Griekenland.

Paeonia peregrina ‘Otto Froebel’ heeft gelobde bloembladen

Aan de zaden van de pioen werd een geneeskrachtige werking toegeschreven: tegen vallende ziekte en het tegengaan van nachtmerries.

Voedzame grond

Pioen is een vaste plant met knolvormige en vlezige wortels. Ze moeten lang op hun plaats (blijven) staan, voordat ze veel bloemen geven; vijf tot tien jaar geduld wordt beloond. Een humusrijke, goed doorlatende en vochtige grond is nodig. Niet gedeelde planten bloeien het best. Grond bestaande uit verteerde graszodenaarde verrijkt met verteerde stalmest geeft een heel goed resultaat. De pH moet tussen de 5 – 6 zijn. Puin of muren in de buurt leveren door de kalk hiervan gezonde planten op. Een plaats in de volle zon is nodig voor een rijke en volle bloei. In het voorjaar zal een aanvullende bemesting met compost of een kunstmestgift NPK 12+10+18 voor een gezond gewas zorgen. De beste tijd om pioen te planten is september – oktober. De ogen op de wortelstokken mogen niet dieper dan 5 cm onder de grond worden geplant. Pioenen worden vermenigvuldigd door scheuren of delen en door zaaien.

   
‘Inspecteur Lavergne’ Antwerpen’ ‘Alexander Fleming’
‘Mutabilis Plena’ ‘Avant Garde’ ‘Bowl of Beauty’

Indeling soorten

Pioen is op twee manieren in te delen:
naar kruidachtige en (hout-)struikachtige of in groepen.
Onderstaande opsomming is gebaseerd op de indeling in groepen. Waar mogelijk is de bloemkleur vermeld of het een kruid- of struikachtige pioen is.

Lactiflora-groep: de belangrijkste groep kruidachtige pioenen. De groep is verder in te delen naar de bouw van de bloem.
– Enkelbloemig: pioenbloem met ten hoogste acht bloembladen. Cultuurvariëteiten zijn o.m. ‘Avant Garde’ (zalmgeel), ‘Dürer’ (wit), ‘Jan van Leeuwen’ (wit), ‘La Fiancée’ (wit), ‘La Rosière’ (crèmewit), ‘Nymphe’ (roze), ‘White Wings’ (wit), ‘Yellow Queen’ (geel).
– Japans: half dubbele- en enkelbloemige cultuurvariëteiten van de struikachtige pioenen. Meeldraden iets verbreed. ‘Azuma-kagami’ (donkerrood), ‘Beni-chidori’ (rood), ‘Fujino-mine’ (wit), ‘Tama-midori’ (rood scharlaken).
– Anemoonbloemig: met één of meer rijen bloembladen (kruidachtige pioenen). ‘Antwerpen’ (karmijnroze), ‘Bowl of Beauty’ (roze), ‘Gayborder June’ (dieproze), ‘Laura Dessert’ (roze), ‘Otto Froebel’ (rood – oranjerood).
– Gevuldbloemig: de meeldraden zijn opgegaan in de bloembladen. De meeste (kruidachtige) snijbloempioenen behoren tot deze groep. ‘Couronne d’Or’ (wit), ‘Duchesse de Nemours’ (wit), ‘Edulis Superba’ (roze), ‘Felix Crousse’ (dieprood), ‘Festiva Maxima’ (wit), ‘Inspecteur Lavergne’ (donkerrood), ‘Miss Eckhardt’ (satijnroze), ‘Monsieur Martin Cahuzac’ (karmijnrood), ‘Mutabilis Plena’ (rozerood), ‘Red Charm’ (helderrood), ‘Rubra Plena’ (donkerrood), ‘Dr. Alexander Fleming’ (donkerroze), ‘Sarah Bernhardt’ (donkerroze).

Wittmanniana-groep: hiertoe behoren alle zg. Lemoine-typen. Alle planten bloeien enkelbloemig en de meeldraden hebben een afwijkende kleur ten opzichte van de bloembladen. Als snijbloem is deze groep oninteressant.

Anomala-groep: alle pioenen met fijne, tere bladeren (Latijn: tenuis = teer, fijn, dun). De planten worden 30 – 50 cm hoog. Bloei in mei – juni. P. tenuifolia ‘Plena’ bloeit rood en is dubbelbloemig.

Officinalis-groep: met enkel- en dubbelbloemige rassen. De boerenpioen wordt 40 – 80 cm hoog. Bekende tuinvormen zijn: ‘Rubra Plena’ (karmozijnrood), ‘Alba Plena’ (wit), ‘China Rose’ (zalmkleurig rood), ‘Crimson Globe’ (karmijnrood), ‘Maria Antoinette’ (helrood), ‘Rosea Plena’ (roze), ‘Lobata’ (zalmkleurig).

(Hout-)struikachtige pioenen:
Paeonia delavayi. Bloemen klein en rood. Tot 2 m hoog. Uit China.
Paeonia lutea. Door kruising met P. suffruticosa is Paeonia lemoinei ontstaan. Een goede cultuurvariëteit is ‘Yellow Queen’ met gele bloemen en donkergele meeldraden.
Paeonia suffruticosa. (Latijn: suffrutex = halfheester).

Paeonia peregrina ‘Maria Antoinette’ behoort tot de Officinalis-groep

Boompioen uit Japan. Wordt 60 – 100 cm hoog. Bloeitijd mei – juni. De planten van deze soort hebben grote bladeren met fijn behaarde stengels. Groot-, enkel- en dubbelbloemige soorten maken er deel van uit. Ze zijn alle vorstgevoelig. Amerikaanse cultuurvariëteiten zijn o.m.: ‘Beautiful Lady’ (lichtroze), ‘Fantastica’ (zachtlila), ‘Happy Memory’ (helderroze), ‘Wedding Bells’ (dieproze).
Planten uit Japan en Frankrijk van deze soort staan zelden op naam.

Apart te vermelden nog is Paeonia mlokosewitchii, die met zuiver gele bloemen in mei bloeit. Het is een fraaie soort, die weinig wordt gekweekt.

Ziekten

Paeonia is een sterke plant. De hieronder genoemde ziekten kunnen voorkomen, maar zijn gelukkig zeldzaam.
* Grauwe schimmel (Botrytis paeonia). Stengel is bij het boven de grond komen bruin verkleurd. Later kunnen de bladstengels worden aangetast en ook bloemen. Een grauwkleurige schimmelpluis bedekt de aangetaste delen.
Bestrijden met: Vital (ECOstyle), Daconil 500 vloeibaar, Biobest-insectenspray voor planten, Eurapeen-M.
* Stengelrot (Phytophthora paeonia). Bruine en zwarte vlekken op de stengel(s) met als gevolg afsterven van de plant.
Bestrijden met: Vital (ECOstyle), Daconil 500 vloeibaar, Curater (Bayer).
* Verwelkingsziekte (Verticillium/fusarium). Verwelken van de plant, vooral bij warm weer. Gele verkleuringen in het blad, de stengel inwendig bruin.
Bestrijden met: Rizolex, Daconil 500 vloeibaar, Vital (Ecostyle), Luxan Zineb-spuitpoeder.

Pioen voor op vaas wordt pas gesneden als de knop is opengebarsten.
De houdbaarheid op vaas is lang, zolang de kamertemperatuur niet te hoog is.
Gebruik van Chrysal verlengt de houdbaarheid.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in