Augurkenstruik

0
916

Het is een van de mooiste struiken, bloeit prachtig en je krijgt nog augurkjes op de koop toe. De bladen zijn veervormig samengesteld en staan aan lange bladstengels. De kleur van het blad is al even bijzonder: metallic blauwgroen. De augurkenstruik heeft een architectonische waarde. Iets, wat het beste tot z’n recht komt als de struik solitair staat. De struik groeit

De struik heeft een blauwgroene waas over zich

op alle grondsoorten als het maar niet te nat aan z’n voeten is.

Decaisnea fargesii (augurkenstruik) heeft niets van doen met de eetbare augurk (Cucumis sativus). De augurkenstruik is een van de acht geslachten uit de familie van de Akebia-achtigen (Lardizabalaceae). De bekende klimplant Akebia behoort er onder andere toe. De familie staat bekend om het feit, dat bloemen meer dan één stamper hebben. Dat is op zich heel bijzonder.

De augurkenstruik komt van oorsprong uit het westen van China en de Himalaya. De struik is voor het eerst in 1895 door de Fransman Joseph Decaisne ingevoerd. De struik is naar hem vernoemd. Joseph verdiende dat ook wel. Hij was een gedreven botanicus, die veel toen onbekende planten invoerde.
Een augurkenstruik groeit met sterk opgaande, dikke takken. Daaraan zitten de tot een meter lange stengels met bladen. Oude takken hebben een paarse kleur met in de langsrichting een grijze zweem over de bast. De stengels, waaraan de bladen zitten, zijn dieppaars (auberginekleurig). De bladen hebben de kenmerkende metallic blauwgroene kleur en zijn aan de onderzijde

D. fargesii bloeit met klokvormige bloemen
Het laat zich raden: hieraan ontleent de augurkenstruik zijn naam

zelfs meer blauw dan groen. De gaafrandige bladen zijn zes tot veertien centimeter lang, eirond van vorm en aan de punt toegespitst.

Aan Decaisnea fargesii is van alles te beleven. Het is – als je hem eenmaal hebt – echt een struik om verknocht aan te raken en enthousiast over te zijn. Laat u niet weerhouden door de hoogte van zes meter. Die bereikt de struik pas na jaren.
De augurkenstruik bloeit in april – mei met opvallende, klokvormige bloemen in lange pluimen. De pluimen staan omhoog gericht. De individuele bloemen zijn matgeel. Vanuit de basis lopen metallic blauwe zwemen over de bloem. Een augurkenstruik bloeit heel rijk met sierlijke bloemen, die zeker twee centimeter lang zijn. Ze blijven lang aan de struik.

Na de bloei vormen zich ongeveer tien centimeter lange, augurkvormige vruchten (worstvormige blazen). Ook deze hebben een metallic blauwgrijze kleur. (NB: er bestaat ook een soort met geelgrijze vruchten.) Rijpe zaden kunnen in de herfst onder glas worden gezaaid. In de herfst verliest de augurkenstruik zijn blad. Dan al zijn de aanliggende, donker paarszwarte knoppen langs de stengel goed zichtbaar. Iets, wat ook heel kenmerkend is voor Decaisnea. De knoppen zijn aan de buitenkant bol, hebben een scherp spitse beëindiging en liggen plat tegen de stengel aan.

Snoeien

Hoewel Decaisnea volkomen winterhard is, is de struik gevoelig voor late (nacht)vorst. De struik heeft de neiging vroeg in het voorjaar uit te lopen. De jonge scheuten zijn dan extra kwetsbaar. Late vorst kan ertoe leiden, dat jonge scheuten aan de top beschadigd raken. Knip beschadigde delen pas aan het begin van de zomer weg. Snoei de beschadigde scheut af boven een gezond oog aan de stengel. Zwak gegroeide scheuten kunnen ook beter in de loop van de zomer worden verwijderd.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in