Fraxinus ornus, es

0
1022
Fraxinus excelsior

De es komt in Nederland algemeen voor. Langs wegen, in parken en in houtwallen. Het is een geliefde boom, omdat er zelden ziekten in voorkomen. Het is een van de hoogst wordende bomen: vijfenveertig meter hoog of meer is geen uitzondering.

Een es groeit graag op kleihoudende en zavelgrond.

De pluimes Fraxinus ornus heeft een schitterende habitus als hij vrij
kan uitgroeien

De es komt regelmatig voor in houtwallen, in het Drentse en Twentse landschap. Daar werd hij door boeren gebruik als geriefhout, om er stelen voor gereedschap van te maken. Essenhout is taai en daarom buitengewoon geschikt voor de stelen van een hark, spade, bijl. Vanwege deze eigenschap is het een betrouwbare boom – takbreuk komt haast nooit voor – die weinig onderhoud vergt. Voor een middelgrote en grote tuin is een aantal selecties goed te gebruiken.

De es behoort tot de familie van de Oleaceae, de olijfboomachtigen. Onderscheidend zijn de geveerde bladen, die bij de overige leden van de familie niet voorkomen. Van het geslacht bestaat een zestigtal soorten. Daarvan zijn er vier van belang om in ons klimaat te gebruiken. De es groeit van nature op het noordelijk halfrond in gebieden met een gematigd klimaat.

Een oude pluimes met
een imposante kroon
Bemoste takken vormen
een wereld op zich

De soorten die het meest in ons land worden gebruikt, zijn de gewone es (Fraxinus excelsior) en de pluim- of bloemes (Fraxinus ornus). Een kenmerkend en makkelijk waarneembaar verschil is, dat de gewone es dikke, zwarte knoppen heeft en de pluimes wat kleine, beige-bruine tot donkergrijze knoppen. De bladen van de gewone es zijn donkergroen en bestaan uit negen tot elf oneven geveerde getande bladen. De pluimes heeft vijf tot negen ovale bladen, die lichtgroen van kleur zijn. Een pluimes bloeit aan het einde van het voorjaar (mei) met wollige pluimen met witte bloemen.

Het blad van de pluimes De bloem van de pluimes Vruchten aan de pluimes

Bloemes, pluimes of manna-es zijn allemaal synoniemen voor Fraxinus ornus. Deze es komt voornamelijk van nature voor in het zuiden van Europa en Klein-Azië. De boom wordt om en nabij vijftien meter hoog en heeft een fraaie, breed uitstaande, ronde kroon. In mei – juni bloeit deze boom met witte bloemen, die in grote, eindstandige pluimen de boom overdekken. In het najaar hangen de langwerpige, platte zaadomhulsels in trossen aan de boom. Een pluimEs kan worden gezaaid, maar de cultuurvariëteiten worden geënt.

Kroon van de gewone es Habitus van de gewone es Bloei van de gewone es

De gewone es (Fraxinus excelsior) bloeit ook in het voorjaar (april) met dichte pluimen, maar weinig opvallende bloemen. De kroon wordt uiteindelijk zeer breed en bolvormig. Deze vorm krijgt de gewone es uitsluitend als hij vrij kan uitgroeien. De boom kan tot veertig meter hoog worden en is een van de grootste bladverliezende bomen. De twijgen en de stam zijn grijs. Van de soort is een aantal variëteiten van belang.
Fraxinus excelsior ‘Jaspidaea’, de goudes, heeft bij het uitlopen lichtgeel blad, dat in de loop van het seizoen wel wat donkerder wordt.

De goudes heeft in jonge toestand
geel blad

Toch is de lichtere bladkleur het hele jaar wel opvallend ten opzichte van de andere essoorten. De twijgen zijn het hele jaar bronsgeel. De boom kan tot twintig meter hoog worden. In het najaar verkleurt het blad weer naar felgeel en de hele boom is dan een blikvanger van jewelste.

Snoeien

Es wordt gesnoeid in de rusttijd, tussen herfst en winter. De es maakt van nature een sterke harttak, die altijd in de boom opvalt. Een es hoeft nauwelijks te worden gesnoeid. Alleen in de jeugdfase om een opgaande stam te krijgen. Een stamhoogte van drie meter is voldoende. In de jeugdfase wordt lot aan de stam verwijderd door die eraf te wrijven. Als er al windschade is, mag deze worden weggesnoeid. Voor het overige zo min mogelijk snoeien aan een es. De es vormt als er lustig op los wordt gesnoeid overdadig waterlot. Dit waterlot mismaakt de karakteristieke vorm (habitus) van de boom.

Soorten/variëteiten Hoogte na ca 15 jaar Bijzonderheden
americana var. microcarpa 18 m Breed eivormige kroon. Alleen voor voedselrijke grond. Donkergroen blad.
americana ‘Autumn Applause’ 15 m Compacte breed eivormige kroon. Vormt geen zaden. Herfstkleur wijnrood.
angustifolia subsp. oxycarpa 15 m Kroon breed zuilvormig. Blad lichtgroen. Behaarde hoofdnerf. Mooie herfstkleur.
angustifolia ‘Raywood’ 15 m Dichte zuilvormige kroon. Snel groeiend. Roodpaarse herfstkleur.
excelsior 20 m Ronde, brede kroon. Bloemen in dichte pluimen. Gele herfstkleur.
excelsior ‘Altena’ 18 m Kegelvormige kroon. Matig snelle groeier. Herfstkleur geel.
excelsior ‘Atlas’ 20 m Piramidale, opgaande kroon. Blad donkergroen.
excelsior ‘Diversifolia’ 15 m Piramidale kroon. Takken schuin opgaand. Eenbladige es. Herfstkleur geel.
excelsior ‘Eureka’ 20 m Breed opgaande kroon. Snel groeiende boom. Blad groot en lichtgroen.
excelsior ‘Geessink’ 20 m Zuilvormige tot ovale kroon. Loopt laat uit.
excelsior ‘Jaspidaea’ 15 m Kroon breed piramidaal. Geel blad bij uitlopen. Gele herfstkleur.
excelsior ‘Pendula’ 15 m Treurvorm. Priëelboom. Gele herfstkleur.
excelsior ‘Westhof’s Glorie’ 20 m Breed opgaand. Zaadloos. Komt laat in blad.
ornus 12 m Breed ronde kroon. Bloemen in mei – juni.
ornus ‘Arie Peters’ 12 m Opgaand brede kroon. Kan in de nazomer nog weer bloeien.
ornus ‘Meczek’ 10 m Bolvormige, kleine kroon. Geschikt voor kleine tuin. Uit Hongarije afkomstig.
ornus ‘Obelisk’ 12 m Kroon smal zuilvormig. Geschikt voor kleine tuin.
japonica 18 m Kroon breed opgaand. Bloeit op jong hout. Lichtgele herfstkleur.
latifolia 15 m Kroon zeer breed bolrond. Fraaie gele herfstkleur. Lijkt op F. pennsylvanica.
pennsylvanica 15 m Breed eivormige kroon. Voor vochtige grond. Gele herfstkleur.
pennsylvanica ‘Summit’ 15 m Kroon opgaand cilindrisch. Mooie, gele herfstkleur.
velutina 10 m Kroon breed eivormig. Geschikt voor kleine tuin. Voor droge grond. Blad en twijgen met donslaagje. Klein blad.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in