Podocarpus

0
978

Het geslacht Podocarpus bestaat uit meer dan honderd soorten. Deze coniferen zijn bij ons alleen in een arboretum of sortimentstuin te vinden. Het zijn allemaal groenblijvende coniferen, die in een kuip kunnen worden geplant. Ze worden gehouden om hun fraaie, lange en dichte naaldenkleed. Van nature komt dit geslacht voor in Zuid-Amerika, China, Japan, Australië en Mexico.

Podocarpus-soorten zijn te zien in de botanische tuin van de Universiteit van Leiden en de botanische tuin van de Rijksuniversiteit Utrecht in Baarn (Cantontuin). Het geslacht Podocarpus behoort tot de familie van de Podocarpaceae, een onderfamilie van de Pinopsida (coniferen). Podocarpus is tweehuizig. De mannelijke bomen hebben gele, katjesachtige stuifmeelkegels. De vrouwelijke bomen dragen naakte zaden op stelen: ze groeien uit tot vlezige blauwzwarte of rode kegelbessen.

P. elatus kan tot 35 meter hoog worden
Podocarpus elatus groeit in het oosten van Australië. Het kan een flink hoge, groenblijvende conifeer worden – tot 35 meter. In volwassen stadium heeft hij een brede kroon en een prachtige, afbladderende, donkerbruine bast. Het blad is donkergroen en tot tien centimeter lang. De top van de naald bestaat uit een scherp gepunte, priemvormige naald.
De soort groeit zowel in de zon als in de halfschaduw. De ronde, paarse vruchten zijn eetbaar. In Australië wordt de soort ook wel als haag gebruikt. Deze conifeer kan lichte vorst verdragen.
P. macrophyllus groeit in
Japan en China
Podocarpus macrophyllus groeit op vochtige, humusrijke grond in de bergen van China en Japan. Deze conifeer kan flink wat kou verdragen. De uiteindelijke hoogte bedraagt twintig meter of meer. De kroon is dan tamelijk slank van vorm en niet breder dan drieëneenhalve meter. In tempeltuinen in Japan is deze conifeer dikwijls te zien. De naalden zijn tot vijftien centimeter lang, dik en groen van kleur. Ook als haag wordt deze conifeer wel gebruikt. Er kan een fraaie, dichte haag mee worden gemaakt. Na de bloei verschijnen er kleine zwarte bessen. Het is een sierlijke conifeer vanwege de toeven bladvormige naalden.
P. neriifolius kan tot 20 meter
hoog worden
Podocarpus neriifolius groeit van nature onder andere op Borneo en Nieuw-Guinea. De bladvormige naalden zijn fors en tot vijftien centimeter lang. Het blad is mooi glimmend en donkergroen. De hoofdnerf ligt als het ware op het dunne blad. Op den duur kan deze conifeer een boom van twintig meter hoog worden.
De mannelijke bomen dragen bruine katjes. De vrouwelijke bomen hebben een groen, katjesachtig vruchtbeginsel. De vrucht bestaat uit een vlezig groene kegelbes. Deze conifeer verdraagt geen temperaturen onder nul en moet daarom in de winter op een vorstvrije plaats overwinteren.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in