Cuphea is een omvangrijk geslacht. Het bestaat uit meer dan 250 soorten. Daaronder zijn eenjarigen, vaste planten, struiken en halfstruiken. Cuphea ignea is daarvan de bekendste: het lucifersplantje. Meestal wordt Cuphea aangeboden als eenjarige plant als aanvulling op het zomergoed. Wie soorten wil overhouden, zal ze moeten stekken of zaaien in een kas.
"Mag ik een vuurtje van u?" is natuurlijk niet aan de orde bij een plant. De naam is gegeven, omdat de buisvormige bloemen van Cuphea ignea wel wat weg hebben van een
C. micropetala is sterker dan de lucifersplant |
---|
lucifer met een rode zwavelkop. Cuphea behoort tot de familie van de kattenstaartachtigen (Lythraceae). De hier beschreven soorten zijn halfstruiken.
Cuphea micropetala is in bloei egaal geel van kleur. Toch heeft een bloem in knop van deze plant ook kenmerken van een lucifer: een gele buis met een donkergroene kop. Cuphea micropetala komt uit Mexico en is in alles forser dan Cuphea ignea. De bladen zijn heldergroen, elliptisch van vorm en meer dan vijf centimeter lang. De bloemen zijn tussen de drie tot vijf centimeter lang en ontstaan tussen de bladoksels van de plant. Deze soort Cuphea verlangt een vochtige, humeuze grond. Een plaatsje in de buurt van de vijver is welkom. De plant doet het ook goed in een grote bloempot, mits ervoor wordt gezorgd, dat de grond permanent vochtig wordt gehouden.
De lucifersplant (Cuphea ignea) groeit hoofdzakelijk in Mexico en West-Indië.
Bloemen van C. ignea lijken nog het meest op lucifers |
---|
In 1845 is de plant voor het eerst ingevoerd en in cultuur gebracht. Het is typisch een perk- of solitaire plant voor op een terras of het balkon. De oranjerode bloemen hebben het voor de plant zo typerende gele puntje op het uiteinde van de buisvormige kelk. De bladen zijn kleiner dan die van Cuphea micropetala, maar hebben overigens wel dezelfde elliptische vorm. Een lucifersplant is een rijk bloeiende plant, die volop bloeit vanaf juni tot en met oktober. Om de groei en bloei er goed in te houden moet regelmatig water worden gegeven en eens per twee weken vloeibare plantenvoeding.
Verzorging
Cuphea heeft, buiten regelmatig watergeven en wat plantenvoeding, niet veel zorg nodig. Jonge planten moeten regelmatig worden getopt om een bossige, vertakte groei te krijgen. Elk voorjaar moeten de uitgebloeide scheuten worden afgeknipt.
Stekken en zaaien
Stekken worden vanaf de lente gemaakt. Ze wortelen het beste in een koude bak of kas. In mei kunnen de bewortelde stekken buiten worden uitgeplant. Het is goed mogelijk om Cuphea ignea op stam op te kweken.
Zaaien moet in januari – februari in een kas gebeuren. Verspeen de jonge zaailingen in potjes, gebruik voedzame potgrond.