Gekunstelde vormen mogen. Strakke vormen in de tuin zijn helemaal in (2002). Struiken in vorm snoeien is een aanrader voor degenen, die gevoel hebben voor vormgeving én geduld en tijd kunnen opbrengen om hun tuin naar volwassenheid te leiden. Een kasteeltuin is er niet voor nodig. Een pot is groot genoeg voor dit ideaal.
Vormgeving, vormen en kleur bepalen het spektakel van de tuin. Het begrip tuin, een omheinde ruimte, komt in dit beeld wel heel nadrukkelijk tot uiting. Het contrast tussen het weidse en vlakke van het landschap en de tuin met de vele gekunstelde vormen is hier maximaal. |
---|
Formeel aangelegde tuinen zijn er in Nederland niet zoveel. Bij kastelen is er nog wel eens een formele broderie te vinden, maar het heeft zelden de grandeur van Versailles of de kasteeltuinen langs de Loire.
Ook in een stedelijke ruimte is een nadrukkelijke vorm op zijn plaats |
---|
Grappig gevormde struikjes zijn een rariteit in de tuin |
Herrenhausen bij Hannover, daar is nog een majestueuze en prestigieuze aanleg te vinden. Deze tuinen zijn voornamelijk gebaseerd op ontwerpen van de Franse tuinarchitect Le Nôtre. De kloostertuin aan de voet van de Domtoren in Utrecht kent een formele aanleg. Deze aanleg is gebaseerd op een middeleeuwse tuinindeling: een reeks vierkante perken omzoomdmet lage Buxus-hagen. De indeling had vooral te maken met het kweken van geneeskrachtige kruiden. Een efficiënte en overzichtelijke indeling had zo z’n voordelen.
In Nederland kwam vormsnoei in de 12de en 13de eeuw tot bloei. Eenvoudige vormgesnoeide haagjes, gekrulde ornamenten en labyrintachtige vormen verschijnen in de tuinaanleg.
De tuin tot ornamentale kunst verheven… |
---|
Via kloosters is de formele tuin over heel Europa verspreid met als absoluut hoogtepunt de tuinen die Le Nôtre in Frankrijk voor Lodewijk XIV, ‘Le Roi soleil’, aanlegde. Daarvoor waren in het Romeinse rijk diverse tuinen al voorzien van geknipte vormen: Villa Garzoni, Villa Caspero Massini, Villa Aldobrandini en Villa Pia. De Romeinen bezigden voor
Geometrische en formele lijnen beheersen het beeld van de tuin. Vormsnoei past daarin goed |
---|
Een geknipte vorm als ruimtelijk accent |
geknipte vormen de term ars topiaria, wat zoveel als tuinbouwkunst betekent. Hiervan is het begrip topiary afgeleid, wat nu inhoud geeft aan een in vorm geknipt en los geplaatst element in de (tuin)ruimte. Het in vorm snoeien van struikachtigen is nooit verdwenen. Zelfs een geknipte haag in de hedendaagse tuin heeft dezelfde bedoeling als weleer: beschutting geven tegen de omringende (vijandige) omgeving, plaats bepalen, het overheersen van de natuur. Het ’temmen’ van de natuur ging gelijk op met de ontwikkeling van wetenschap, techniek en filosofie. Geleerden ontdekten geleidelijk steeds meer wetenswaardigheden over het zonnestelsel en de aarde. Ook in de ontwikkeling van de muziek is het gebruik van versieringen te beluisteren. Het hoogtepunt daarvan ligt in de barok.
In architecturale tuinen met formele, rechte en geometrische vormen is het in bedwang houden van de natuur al geruime tijd in zwang. In moderne tuinen en op de balkons van nu is topiary nog in opkomst. Vaak nog als geestig accent of bewust toegepast om symmetrie aan te duiden. Strakke lijnen beheersen in toenemende mate het tuin- en stadsontwerp, afgewisseld met schijnbaar nonchalante contrasterende vormen: de getemde cultuur ‘natuur’ tegenover de ongetemde natuur. Het is het basisprincipe van de ruimtelijke ordening, per definitie een asymmetrische ordening.
Een labyrintvormige indeling beheerst de tuinruimte | Strakke lijnen en vormen omsluiten de schijnbaar nonchalant groeiende natuur | |
---|---|---|
Een symfonie van omhoog strevende vormen | Ritme kan goed worden verbeeld met strakke vormen |
Welke struiken lenen zich voor vormsnoei of haagje?
Randpalm (Buxus sempervirens), venijnboom (Taxus baccata) en haagbeuk (Carpinus betulus) zijn geschikt om er vormen mee te maken.
Buxus is goed geschikt om er een modern of klassiek haagje mee te vormen |
---|
Haagbeuk leent zich meer voor grote objecten, de sluiting van twijgen met blad is aanzienlijk minder dan die van randpalm of venijnboom.
Wie zelf een vorm wil opleiden moet behoorlijk wat geduld hebben. Voordat je vorm kunt geven aan een randpalm, moet die minimaal zeven tot acht jaar groeien. Met de venijnboom duurt het nog langer eer er wat van te maken valt. In alle gevallen worden figuren gevormd door het uitbinden van twijgen met behulp van ijzerdraad.
Het formeren van een haagje van randpalm kan al met éénjarig materiaal. De geschiktste soort randpalm om er een haagje mee te maken is Buxus sempervirens ‘Suffruticosa’. Om een figuur te maken is Buxus sempervirens ‘Handsworthensis’ de beste. Deze variëteit groeit sneller dan ‘Suffruticosa’.
Een goede voorbereiding van de bodem
Om langdurig plezier te hebben van een haag van randpalm of venijnboom is goed spitten, bemesten en vochthuishouding van doorslaggevend belang. Spit de grond ten minste twee spadelengtes diep los. Op zware klei is een drainage langs de haag onontbeerlijk; neerslag moet snel kunnen worden afgevoerd. Vermeng tijdens het spitten de grond rijkelijk met oude verteerde stalmest (eenderde op tweederde). Buxus wordt op een onderlinge afstand van vijftien tot twintig centimeter geplant. Venijnboom wordt op een onderlinge afstand van vijftig centimeter geplant. De afstand kan variëren met de zwaarte en grootte van de struik.
Buxus zelf stekken
Buxus laat zich vrij gemakkelijk stekken. Snoeiafval kan worden gebruikt of maak stek met een hieltje. Het gebruik van groeistof/stekmedium (Rhizopon) vergroot het
Haagjes van Buxus geven ritme aan de tuin. Los groeiende planten en struiken daarbinnen verzachten de strenge vorm |
---|
percentage bewortelde stek. Stekken kunnen worden genomen vanaf mei tot en met augustus. Steek de stekken in een mengsel van potgrond vermengd met zand en oude verteerde mest in de verhouding van 1 : 1 : 1. Stekken moeten onder glas of een ander lichtdoorlatend afdekmiddel worden gehouden. Het stekbed moet goed vochtig worden gehouden. Na vier tot vijf weken zijn de stekken beworteld. Verplant ze pas in het volgende voorjaar. Na twee jaar zijn ze goed te gebruiken voor het planten van een haagje. Planten die later voor vormsnoei worden gebruikt, moeten hierna om de twee jaar worden verplant om een goed wortelgestel te vormen. Pas in het zevende of achtste jaar kan worden begonnen met er een vorm aan te geven.
Buxus verzorgen
Tussen maart en eind juli moet Buxus ten minste éénmaal worden geknipt: voor de langste dag. Vooral niet later omdat dan de kans groot is dat er vorstschade aan jong schot ontstaat. Na de eerste onderhoudsbeurt wordt er meteen gemest. In de zomer het knippen nog één of twee keer herhalen.
Knippen in vorm gebeurt met een heggenschaar. Onderhoudssnoei bij voorkeur met een gewone schaar, dan knip je tenminste niet diep in oud hout.
Geef Buxus in pot geregeld water |
---|
Nooit bang zijn bij het in vorm snoeien om diep te knippen: Buxus loopt altijd weer uit.
Buxus groeit het beste op permanent vochthoudende grond. Is dit niet het geval, geef dan regelmatig water. Vooral Buxus in pot moet geregeld flink water worden gegeven. De kluit mag nooit droogstaan, anders gaat de struik dood. Geef tussen april en september ten minste driemaal een in water opgeloste voedingsstof: een samengestelde organische meststof, bloed- of beendermeel of Viano.
Worden de randen van bladeren geel, dan is dit vrijwel zeker te wijten aan vocht- of stikstofgebrek.